12 april 1990
- 31 -
is van de Sportstichting in de zin van betaling van het passe-partoutAls
het gaat over het betalen van de passe-partout en de aansluiting bij de
vroegere Sportstichting, dan zijn daar regelingen van bekend. Wij hebben
steeds deze eenmalige bijdrage beschouwd als reëel ten opzichte van datgene
wat gedaan werd en reëel ten opzichte van de verhouding met andere
tennisverenigingen. Het kan niet zo zijn dat verenigingen, niet aangesloten
bij de Sportstichting om redenen die zij zelf willen, bijvoorbeeld het
zelfstandig blijven, dat ze derhalve ook van dezelfde regeling gebruik
kunnen maken. Dus als de wethouder antwoord geeft, lijkt het mij goed dat
hij dat even meeneemt in zijn beschouwing.
Wethouder MENNE: Voorzitter, de vraag was nog even naar de ruimte in de
werkgelegenheidspot. Helaas is het zo dat, hoewel ook wij vinden dat de
aard van de intensieve taalcursus werkgelegenheid is, er nog maar 5.000,-
in die werkgelegenheidspot zit voor 1990
Mevrouw BLOMMERSMaar als u over die ene post van 1991 beschikt, kunt u
het toch ook over de andere?
Wethouder MENNE: Ik heb het over de 500.000,= werkgelegenheid. Dan heb ik
het over bladzijde 25 van de werkgelegenheidsnota. Daarin hebben wij
uiteen gezet wat er allemaal uit die werkgelegenheidspot dient te worden
betaald. Daar komen we aan een totaal van 495.680,= Dat hebt u akkoord
bevonden.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, met betrekking tot de regeling van de club
gebouwen waarom gevraagd is, uiteraard zullen wij die regeling tevoorschijn
toveren. Mocht daar commentaar bij nodig zijn, dan houden wij ook rekening
met de opmerkingen van de heer Boerkoel.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Een opmerking nog, voorzitter, de bezuinigingen
ten gevolge van veranderd beleid in groenbeheer zullen wij bij de begroting
presenteren.
Heer BAKSVoorzitter, krijg ik geen antwoord van wethouder Kingma op mijn
vraag in eerste termijn over de discussie rond de Kinderboerderij in de
commissie?
Wethouder KINGMA: Wat mij betreft niet. Het is iemand die zich met milieu
educatie gaat bezighouden. Dat behoort niet tot mijn portefeuille.
Heer BAKSWil dan de verantwoordelijk wethouder mij misschien antwoord
geven?
Wethouder PLOMP: Het zal geschieden.
Heer BAKSDank u wel. Weet u ook wat dan, misschien?
Wethouder PLOMP: Daar gaan we het samen over hebben.
VOORZITTERKan de raad instemmen met het voorstel zoals hier gedaan?
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de
aantekening dat de WD-fractie geacht wil worden tegen de 25.000= voor de
hondepoepbestrijding te hebben gestemd.
Voorstel tot het voeren van een rechtsgeding.