1 nei 1990 - 3 -
doen Heer KRIJGER: Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTERMijnheer Leeflang, wilt u mij nazeggen: "Dat verklaar en beloof
ik!
u mij
Heer LEEFLANG: Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTER: Mijnheer Van Logtenstein, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk
helpe mij God almachtig!"
Heer VAN LOGTENSTEIN: Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTER: Mijnheer Lokker, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij
God almachtig!"
beloof
Heer LOKKER: Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTER: Mijnheer Meilof, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij
God almachtig!"
i mij
Heer MEILOF: Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTER: Mijnheer Menne, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij God
almachtig!
Heer MENNE: Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTERMijnheer Plomp, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij God
almachtig
^rklaar
Heer PLOMP: Zo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTER: Mijnheer Pothuizen, wilt u mij nazeggen: "Dat verklaar en
beloof ik!"
ijk
Heer POTHUIZEN: Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTER: Mevrouw Spijk-Hubertswilt u mij nazeggen: "Dat verklaar en
beloof ik!"
en
Mevrouw SPIJK: Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTER: Mevrouw Stekelenburg-Ruitenburg, wilt u mij nazeggen: "Dat
verklaar en beloof ik!"
beloof
Mevrouw STEKELENBURG: Dat verklaar en beloof ik!
VOORZITTER: Mevrouw Swinkels, wilt u mij nazeggen: "Zo waarlijk helpe mij
God almachtig!"
mij God
Mevrouw SWINKELSZo waarlijk helpe mij God almachtig!
VOORZITTERMevrouw Tomassen-Holsheimerwilt u mij nazeggen: "Dat verklaar
en beloof ik!"
i beloof
Mevrouw TOMASSEN: Dat verklaar en beloof ik!
