18 januari 1990
- 12 -
Voorstel tot het garanderen van een geldlening tot een bedrag van maximaal
802.000,= aan te gaan door de Tennisvereniging Soest-zuid in verband met
de renovatie en verbetering van haar tennisaccommodatie aan de Bosstraat te
Soest
Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, wij kunnen ons volledig met het
voorstel van het college verenigen. Alleen is het zo dat midden in het
voorstel ook wordt gerefereerd aan de vraag van het bestuur in haar brief
om de subsidie voor het stichten van een accommodatie, een subsidie ineens
van 100.000,=. Nu heb ik begrepen dat er door de WD een motie van die
strekking zal worden ingediend. Gisteravond heeft onze lijsttrekker in een
vergadering van het CDA al laten doorschemeren om van het overschot van
1989 eventueel een deel te bestemmen om aan dit verzoek tegemoet te komen.
Ik zou dus aan het college willen vragen om bij de voorjaarsnota te bezien
in hoeverre aan dat verzoek, hetzij geheel, hetzij grotendeels, van de
tennisvereniging kan worden tegemoet gekomen. Dit is een vereniging die
toch wel in een zeer bijzondere situatie verkeert vanwege het feit dat het
eigenlijk een privé-vereniging is, zonder enige steun of nauwelijks steun
van de gemeente.
Heer BOERKOEL: Voorzitter, in de commissie financiën is dit raadsstuk
voorbesprokenToen was het de heer Pothuizen van D66 en de PvdA die
aangaven een aantal redenen waarom wij vonden dat er nader nagedacht moest
worden over deze 100.000,= waar de heer Verheus al over sprak. Ik ben
blij te horen dat het CDA na die woorden van zowel de heer Pothuizen als
van mij erover nagedacht heeft en tot andere besluiten is gekomen. De heer
Krijger zal straks het voorstel, ondersteund door zowel de WD, D66 als de
PvdA, voorlezen. Ik hoop dat de raad het met het totale voorstel eens kan
zijn.
Heer VISSER: Voorzitter, wat die f 100.000,- betreft, je kan wel merken dat
het verkiezingstijd is en dat sommigen hier tennissen. Het is van de gekke
dat wij tussen de begroting en de voorjaarsnota eventjes 100.000,=
weggeven.
Heer POTHUIZEN: Kent u het voorstel al, mijnheer Visser? Of geeft u nu een
oordeel over iets dat u nog niet weet?
Heer VISSER: Het is natuurlijk een prima doel, maar er zijn meer instanties
in Soest, clubs en verenigingen, die natuurlijk ook wel iets uit het
overschot willen hebben. Ik vind het zeer voorbarig om nu al dit soort
uitspraken te doen en het geld al te beloven, terwijl er zoveel andere
dingen ook nodig zijn die we tegen elkaar moet afwegen, zoals we altijd
doen. Dat doen we dan bij de begroting en eventueel bij de voorjaarsnota.
Dan denk ik toch weer aan de drie O's. Maar niet zo even tussendoor,
terwijl we niet weten wat anderen nodig hebben.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, het wordt een gekke discussie. Een
motie komt pas als het college heeft geantwoord op een aantal overwegingen.
De heer Verheus kent het voorstel helemaal niet, hij reageert op
overwegingen die hij veronderstelt er te zijn. Dat zal inderdaad -ik ben
het eens met de heer Visser- te maken hebben met dat er een wethouder van
Soest is of een wethouder van financiën. Wij kiezen voor de wethouder van
Soest die niet op eigen houtje uitgeeft in zijn andere rol als lijst
trekker. Want hier hoort de besluitvorming plaats te vinden, niet bij
gezellige bijeenkomsten waar programma's worden gepresenteerd. Vandaar dan