- 6 -
21 juni 1990
- 7 -
Ie twee
ide
.meente-
oep-
dit
-ijk
•.al aan
gelicht
:r een
7ij zijn
ïg aan
ïeel
ingaan op suggesties die daar zijn gedaan dat men dan maar de politieke
partijen of de fracties af moet. Het kan best zo zijn en het zal wel zo
zijn dat heel veel belangengroeperingen niet politiek gebonden zijn en er
recht op hebben om in één commissie, die kan praten over dat soort zaken,
zijn mening kenbaar te maken. We willen daarin graag een standpunt van het
college, anders zullen we proberen in een motie de intentie aan te geven
die wij nu ook hebben aangegeven.
Heer POTHUIZEN (D66)Voorzitter, het verbaast mij enigermate dat de WD
ook in deze instantie weer met haar opvatting naar voren komt. Het ligt
naar mijn idee volstrekt duidelijk. Een evenwichtige behandeling van
punten, een evenwichtige behandeling van onderdelen die ook vanuit de
burgerij naar voren worden gebracht, vergt dat daar een ieder die daar
belang bij heeft ook op kan inspelen. Door nu uitgerekend bij open punten
als bijvoorbeeld de rondvraag de ruimte te creëren die de WD zich
voorstelt, ontstaat het gevaar dat enkelen een voorschot nemen, terwijl
anderen daar best wat van hadden willen zeggen. Het risico van wat ik dan
maar in eenvoudig rond Nederlands noem: lobbyen, is dan natuurlijk
levensgroot aanwezig. Ik wacht af welke consequenties de WD meent aan haar
opvatting te moeten verbinden. Ik hoop dat u in ieder geval niet op het
voorstel ingaat.
idering
>t nu
in de
ïn.
rom gaat
gelicht
=r
de
;hte
deert
n heeft
sze
illen
nen
Maar
ontwik-
ingen.
eft zich
eerder
t konder.
enda
nda de
ie mijn
ook
bruik
t het
in de
n aan de
elicht
dat
n niet
Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer de voorzitter, alhoewel ik mij in de
commissie a.b.z. negatief heb uitgelaten, hebben wij ons verkiezings
programma er nog eens bijgehaald.
VOORZITTER: Dat had u niet bij de hand in de commissie a.b.z.?
Mevrouw TOMASSEN (PS)Nee, dat heb ik niet altijd in mijn zak. Er is nog
eens over nagedacht en we hebben er wel sympathie voor dat iemand bij de
rondvraag iets kan deponeren, maar er moet dan geen discussie mogelijk
zijn. Dus, iemand kan dan zeggen: ik wil graag aandacht vragen voor dit of
dat en toelichten waarom. De voorzitter van de commissie kan dan zeggen:
wij zullen het op die en die vergadering behandelen en eventueel verwijzen
naar een andere vergadering, want het komt ook wel voor dat de insprekers
bij de verkeerde commissie zijn. Degene die inspreekt zou dan bericht
moeten krijgen wanneer het punt aan de orde komt. Op die wijze, dus zonder
discussie op dat punt, kunnen wij het steunen. Anders krijg je eindeloze
discussies over dingen waarvan raadsleden toch niet op de hoogte zijn.
Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, ik weet niet of het de
bedoeling is dat ik in de raad precies hetzelfde ga zeggen als we in de
commissie ook al gezegd hebben? Ik begreep dat een beetje uit wat de heer
Krijger vertelde. Ik was het toch maar niet van plan. Ik denk dat heel
duidelijk is wat in die commissie a.b.z. is besproken, dat er een ruime
mogelijkheid moet zijn om burgers te laten inspreken en ook om discussies
met burgers te hebben. Op het moment dat een burger bij de rondvraag iets
aan de orde stelt, kan het heel goed zijn dat er dingen voor uitgezocht
moeten worden alvorens je tot een antwoord zou kunnen komen. Dat zou ook
kunnen betekenen op het moment dat die burger dan geen antwoord krijgt, dat
hij dan gefrustreerd weggaat met de mededeling: verrek, je krijgt hier
nooit een antwoord! Ik denk dus dat je voorzichtig moet zijn om punten die
in de rondvraag aan de orde komen direct diezelfde avond te beantwoorden.
Ik denk dat dan het punt zou moeten zijn dat de vraag wordt genoteerd, er
in een volgende vergadering minimaal op teruggekomen wordt met daarbij
uitgezocht datgene wat de vraag inhoudt. Ik denk niet dat je vooruitlopend
op een vraag in de rondvraag alles zomaar voetstoots kunt aannemen of