- 8 -
geen
Lat er
eem
ird
Lt
.k dat
0
1 van
;es dat
;gd dat
gaat
c. Maar
orde
alleen
5 heel
ie motie
Le zich
5tel ten
ïeds
als dat
WD een
n kregen
kan mij
ter over
ngewoon
Ik kan
iiimte
fieks
an het
even-
tegen
niets
k is die
lt en
r nog
een
alle
iging
d. We
21 juni 1990 - 9 -
praten hier niet over een reglement van orde voor de raadscommissies en
alles wat daar kan passeren. Er is uitgebreid in de commissie a.b.z.
gesproken op welke wijze we de burger beter bij het besturen kunnen
betrekken. Een van de punten waarop we dat denken te bereiken is het
voorstel van vanavond, het raadsvoorstel. Ik vind het plezierig om te horen
dat u zich daar allen in kunt vinden.
Waar de heer Krijger over spreekt en waarover hij een motie aankondigt,
vind ik heel aardig, maar dat hoort vanavond bij dit agendapunt eigenlijk
niet thuis. Het reglement van orde voor de raad gaat er niet voor wijzigen
als zijn voorstel zou worden overgenomen, dat gaat erover hoe je in een
raadscommissie vergadert. Dat huishoudelijk reglement heb je daar en dat
moeten we dan daar bekijken of we dat aanpassen. Vanavond gaat het om een
wijziging van het reglement van orde voor de raad.
Als ik dan mag reageren op wat de heer Meilof heeft gezegd, dan ben ik het
helemaal met hem eens. Daar doelde ik ook op in de commissie algemene
bestuurszaken, dat wij ervaring moeten opdoen de komende tijd hoe wij
hiermee omgaan, met dit gewijzigde reglement van orde. Als zich zo'n
situatie voordoet die u net schetste, dan zal ik zeker niet nalaten om de
betrokkene aan het woord te laten, zodat u van dat nieuwe feit, dat
belangrijke feit als raad kunt kennisnemen voordat u een besluit over dat
onderwerp zult gaan nemen.
Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, als ik het voorstel dat hier
voorligt wil veranderen, kom ik met een amendement. Als ik wil praten over
de werkwijze van de raad, dan hoort dit voorstel daarbij en dan kom ik met
een motie om een mening kenbaar te laten maken door de raad die later
wordt vertaald in een voorstel ter bespreking in de commissievergadering.
Ik dacht dat zo de werkwijze juist was.
VOORZITTER: U haalt twee dingen door elkaar, een amendement en een motie.
Dat zijn twee verschillende dingen. Een amendement is een wijziging op een
voorstel van het college.
Heer KRIJGER (WD): Daar kom ik niet mee. Ik kom niet met een wijziging op
het voorstel. Er is een voorstel dat past onder de werkwijze van de raad.
Daar hebben wij in de commissievergadering een mening over gegeven die bij
de werkwijze van de raadscommissies past. Willen wij het voorstel dat hier
ligt wijzigen, dan kom ik met een amendement. Dat willen we niet, want het
is een deel van de totale huishouding van de gemeenteraad. Wij komen alleen
maar met een voorstel, een mening, een motie waar je een mening in aangeeft
zonder besluiten te nemen. Dat is dacht ik de werkwijze van een motie. Die
motie sluit aan bijreageert op de motieven die hebben geleid tot het
voorstel dat nu voor ons ligt. Ik denk dat dat een logische volgorde is.
Dan kom ik nu aan bij datgene wat misschien door u wel begrepen is, maar u
bent heel voorzichtig, technisch voorzitter, door anderen niet goed
begrepen is of niet begrepen wil worden. Waar het om draait, betrokken
burgers en/of belangengroeperingen, waarvan de laatsten zelden in zijn
geheel tot één politieke groepering kunnen worden gerekend, moeten een
mogelijkheid hebben zich te wenden tot een raadscommissie die een bepaalde
aangelegenheid zou kunnen behandelen. Mijn fractie en ook andere, heb ik
gelukkig begrepen, zijn van mening dat het burgeronvriendelijk is om
betrokkenen op rondreis langs de fracties te sturen als zij in de
desbetreffende raadscommissie de aandacht kunnen vestigen op zaken die zij
de burgers of groeperingen, van belang achten. Bij de werkwijze van de
commissies, immers, is ook te betrekken de opzet -daar is voor de
verkiezingen al over gesproken en bij het beleidsprogramma werd er weer
over gesproken- zaken al in een vroeger stadium te bespreken, waar de