1
12 juli 1990 2 -
wethouders met betrekking tot de plannen van het Soester Natuurbad.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Een punt van orde, voorzitter. Wilt u mij een
moment geven om mijn fractievoorzitter op te sporen? Hij is in het gebouw,
zijn map ligt er.
VOORZITTERDat voorstel van orde leg ik aan de raad voor. Neemt u het
voorstel over?
Het woord is aan de inmiddels gearriveerde fractievoorzitter van
Gemeentebelangen Groen Soest voor het houden van een interpellatie.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, in de eerste plaats excuses dat ik iedereen
heb laten wachten. In de tweede plaats dank voor de accurate afwikkeling
van ons verzoek om interpellatie. Zoals diegenen die bij de commissie r.o.
aanwezig waren weten, heeft onze fractie grote problemen met de wijze
waarop de heer Visser in zijn nog korte loopbaan als wethouder is omgegaan
met de voorlichting over het Soester Natuurbad. Op 12 april, toen hij nog
gewoon raadslid was, noemde hij het bestemmingsplan dat in feite is gemaakt
om de plannen van de heer Taphoorn mogelijk te maken, nog van nul en
generlei waarde. Hij heeft als raadslid ook altijd geroepen dat hij er
alles aan zou doen om de plannen tegen te houden. In een interview
gedurende de verkiezingstijd vroeg Aad Post mij of de heer Visser inzake
zijn opstelling in de raad wat betreft het zwembad iets was te verwijten.
Ik heb toen in alle eerlijkheid gezegd dat Visser de enige in de raad was
geweest -met mevrouw Tomassen uiteraard- die zijn nek had uitgestoken voor
het behoud van het zwembad en dat zij de enige raadsleden waren die niet
als kuikens achter de vorige burgemeesters zijn aangehobbeld. Want, zoals
iedereen uit de vele interviews met de heer Taphoorn weet, heeft
burgemeester Scholten op een receptie bij de opening van het Residence
hotel het zwembad persoonlijk aan de heer Taphoorn uitgeleverd. En in
plaats dat de gemeenteraad daar toen een stokje voor heeft gestoken, omdat
zoiets in deze tijd toch echt niet meer kan, hebben ze het zwembad tot twee
keer toe verkocht. Toen was de positie van de heer Visser nog duidelijk.
Zoals iedereen zich nog wel kan herinneren, was het doordrammen van dat
waardeloze bestemmingsplan op 12 april er de oorzaak van dat Gemeente
belangen Groen Soest niet deel kon nemen aan het college en zo ontstond de
situatie dat de heer Visser portefeuillehouder werd van voorlichting en
ruimtelijke ordening. Wij waren evenals ieder ander zeer benieuwd hoe hij
dat zou doen. En dat ging niet gek. Op 9 mei lazen we tot grote tevreden
heid dat wethouder Visser namens het college bekend maakte dat het nieuwe
college de artikel 19 procedure had stopgezet. We hebben hem daar alle lof
voor toegezwaaid. De heer Taphoorn zei in de krant dat hij er niet wakker
van lag en gaf vervolgens zijn advocaat opdracht om een boze brief te
schrijven, die op 21 mei aangetekend op het gemeentehuis werd bezorgd.
Daarin suggereert de advocaat van de heer Taphoorn dat het stopzetten van
de procedure beschouwd moet worden als een in gebreke blijven van de
gemeente en hij verwijst daarvoor naar de koopovereenkomst. Wij hebben in
de koopovereenkomst niets kunnen vinden waaruit te concluderen valt dat de
gemeente verplicht is om een procedure ex artikel 19 te volgen om Taphoorn
aan zijn kuuroord en luxe appartementen te helpen. Wie schetst daarom onze
verbazing toen wij op 27 juni in de krant lazen dat de gemeente toch de
artikel 19 procedure ging volgen. En wat nog gekker was, dat Visser
suggereerde dat het Soester Natuurbad was gered doordat de heer Taphoorn
een badje van 550 meter ging tekenen. Echt, onze fractie vindt dat de
grenzen van het fatsoen tegenover het publiek hier ernstig worden
overtreden. Er zijn vierduizend burgers uit Soest die bij de provincie
bezwaar hebben gemaakt tegen dat plan van Taphoorn met dat 550 meter badje.
12
De
de
die
als
een
Voo
man
zaa
het
vim
ziji
bes!
pro<
wat
won
Wet]
Tapt
Dat
stor
kunt
gesj
alle
dege
vans
Hoe
van
Die
het
Toen
hoge
de p
Soes
Taph
ik h
de h
gaan
zoal
zett
inde
zo v
hij
dat
ambti
hele
comm:
verp!
plani
belo<
septt
expre
gelej
Soest
ik tc
opges
gedui
wij c