12 juli 1990 - 20 - te zeggen: dat gemeentebestuur zal wel alleen maar hele mooie woningen om dat mooie gemeentehuis en dat mooie politiebureau willen. Dat is niet de discussie geweest bij het bestemmingsplan Dalweg-noord, denk ik. U hebt gelijk dat er in elke sector mooie woningen gebouwd kunnen worden, als je maar een goede architect neemt die binnen het budget op een slimme manier er iets moois van weet te maken. Dus die discussie moeten we met elkaar niet voeren. Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat simpelweg om het feit dat het college constateert -dat heb ik in eerste instantie gezegd, maar dat wil ik nogmaals herhalen- dat om de gesubsidieerde woningbouw veilig te stellen, de praktische weg van Klein Engendaal en Dalweg-zuid bezien op dit moment naar ons idee voldoende is. Mochten er zich ontwikkelingen voordoen waardoor we daarop terug moeten komen, dan zullen we dat ongetwijfeld doen. Maar op dit moment is daar geen aanleiding voor. De heer Meilof komt met zijn opmerkingen toch weer terug op de vicieuze cirkel. Laat ik er nog een paar opmerkingen aan toevoegen. In de nota staat heel duidelijk dat we een doelgroepenbeleid willen gaan voeren. Dat houdt met name ook in dat we stap voor stap ook flats geschikt willen maken voor andere doelgroepen dan tot nog toe het geval is. Tegelijkertijd betekent het afbreken van flats ook vervangende nieuwbouw. Dat betekent niet dat we ineens een bos gaan aanleggen waar eerst een flat stond. Dat is toch duidelijk iets anders dan u misschien in eerste instantie suggereerde. We hebben zelf in de hand of we -in afwijking van onze woonruimteverordening- toch meer mensen willen binnenlaten dan nu het geval is of niet. Als wij vinden dat het van belang is om het aantal flats af te laten nemen en te laten vervangen door andere woningen, dan kunnen we ons strikt houden aan de verordening en inderdaad bewust tot leegstand overgaan. Die keuze kunnen we maken, zo simpel ligt dat. Daar lopen we vanzelf tegenaan als we strikt de verordening toepassen, zo is de verwachting. De 40.000-grens zal ongetwijfeld in de structuurvisie uitgebreid terugkomen. Eén van de centrale veronderstellingen is dat als je daar dik onder zou duiken, dat dan met name je voorzieningenniveau essentieel wordt bedreigd. Wil je een behoorlijk voorzieningenniveau in stand houden, zoals dat in de loop van jaren is opgebouwd, dan zul je toch op zijn minst rond die grens moeten blijven. Dat is denk ik een van de belangrijkste opmerkingen en we komen er ongetwijfeld nog op terug. VOORZITTER: Mag ik constateren dat zowel motie I als motie II onvoldoende steun vindt in deze raad? Dat zo zijnde mag ik constateren dat de raad met het voorstel van het college kan instemmen. Het voorstel (RV 90-99) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5. Voorstel tot wijziging van tabel B 1 en B2behorend bij richtlijn B als bedoeld in artikel 10, lid b van de Woonruimteverordening Soest 1986 inzake het woonlastenbeleid. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, in de commissie heb ik gevraagd bij dit punt om u nog eens te beraden over het feit of we hier niet een antispeculatiebeding opnieuw zouden moeten gaan invoeren. Ik zou graag nu horen of u daar over gedacht hebt en zo ja, op welke termijn we daar iets over tegemoet kunnen zien. Ik wil ook nog even terugkomen op die 172.000,= die genoemd wordt als bedrag. In de commissie is daar ook wat over gezegd. We zouden dat toch op willen trekken naar 200.000,=. Misschien dat de wethouder nog eens aan kan geven waarom hij voor dit bedrag is. Wethouder KINGMA: Voorzitter, die 172.000,= grens is niks anders dan wat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 187