12 juli 1990
- 32 -
Dat zal moeten leiden, denken wij, tot een Lindenhofprojeet met een
aanvaardbare schaal. Dat is nu niet aan de orde. Dat wil ook zeggen: deze
procedure nu eindelijk stoppen. Reagerend op de recente brieven die wij
gekregen hebben: ik voel mij af en toe benaderd alsof er nog mensen langs
de deur gaan met garen en band die ons proberen halve onwaarheden te
verkopen. Want het gaat niet om halve besluiten die wij dus vanavond zouden
moeten nemen op grond van voorstellen die van buiten Soest komen. Voor het
tweede deel zouden die besluiten onomkeerbaar zijn. Ik wil niet beduveld
worden, om het netjes te blijven zeggen. Een plan van het instituut
Lindenhof -want ook daar moeten we op letten- op zichzelf is ook mogelijk.
Daarvoor zal mijn fractie als dat aan de orde komt graag meewerken, gelet
wel op de schaal. Als De Lindenhof zelf -waar iedereen zegt dat het jammer
zou zijn als ze langer moeten wachten terwijl men twee jaar terug had
kunnen beginnen- met een plan komen voor De Lindenhof, zijn wij zeer gaarne
bereid om daar heel serieus over mee te praten. Maar onze voorkeur gaat uit
naar een project in samenhang, een samenhang met het gezinsvervangend
tehuis De Lindenhof, een samenhang met seniorenwoningen, een samenhang met
winkelvoorzieningen. Let wel, we hebben een nota ouderenbeleid aangenomen
waarin zowel voor de woningen als voor de winkels gepleit voor ouderen voor
een vrij korte afstand. Weet u nog wel?
Het is goed dat CDA en PvdA in meerderheid voor blijven. Ahold kan ze
niets verwijten. Maar daarbij merk ik wel op dat een politieke besluit
vorming door de andere in totaal sterker wordende partijen door een
rechter niet genegeerd zal worden. Hier en daar hoor je wel eens
dreigingen, alsof we daarvoor moeten opletten. Nou, ik geef aan dat de
rechter daarvan helemaal niet onder de indruk zal zijn, van allerlei
beweringen: we gaan het zus of we gaan het even zo doen.
Als je het één wegstemt, eindelijk na twee jaar, moet je wel opletten of er
geen nieuwe "oplossing" binnen handbereik kan komen. Dan zien we dat er een
projectorganisatie naar voorbeeld van anderen, die al verder zijn gekomen
waarschijnlijk twee jaar terug of nog langer terug, wordt voorgesteld. Dat
staat in uw voorstel, dus het hele voorstel is niet negatief. We halen er
één punt uit, dat vinden wij positief. Dat zal ertoe moeten leiden dat er
op korte termijn wel een voorstelling van zaken tot een maatschappelijk
aanvaardbare oplossing voor de situatie Lindenhof leidt. De waarde van de
Lindenhofdiscussie blijft en dat is dat de Federatie Midden- en
Kleinbedrijf onder andere schrijft dat het tweepolig winkelmodel niet
onverkort van toepassing behoeft te blijven. Dat is de waarde van deze
discussie toch die we nu kunnen constateren. We kunnen voorkomen dat we
moeten praten over wat nu een hoofdwinkelcentrum is. Daar gaat het helemaal
niet om. Het gaat erom dat het in Soest goed winkelen zal worden in een
aantal gebieden. Het ene gebied heeft meer mogelijkheden en oppervlakte dan
het andere, maar beide gebieden zullen naar hun mogelijkheden een goed
winkelgebied moeten kunnen zijn. Dat is heel wat anders dan boodschappen
doen.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, in de gezamenlijke commissievergaderingen ben
ik al heel uitgebreid op de zaak ingegaan. Dat wil ik dus vanavond maar
niet allemaal gaan herhalen. Punt is wel dat in tegenstelling tot de
veronderstelling van de heer Verheus, onze fractie er erg aan hecht dat De
Lindenhof als monumentaal pand, als beeldbepalend pand wordt gehandhaafd,
losstaand van het feit of de monumentencommissie dat in de eerste categorie
zal plaatsen. Daarbij wil ik ook nog opmerken dat ik toch een beetje het
gevoel krijg, zo horende wat hier gezegd wordt, dat er alweer verwachtingen
worden gewekt waarvan we helemaal niet kunnen overzien of we die in de
toekomst ook kunnen nakomen. Want dat is onze opvatting wel. Niet dat wij
nu zo'n medelijden hebben Albert Heijn, maar het is natuurlijk toch een