20 septeaber 1990 - 12 - voorstel. Wij zijn ons ervan bewust dat het niet helemaal risico-vrij is, maar we willen het risico in verband met het hoger gestelde doel dat we hiermee kunnen bereiken, graag nemen. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA): Voorzitter, ik wil niet onthullen dat er binnen onze fractie enige gereserveerdheid en zorg is geweest over het welslagen van het uitvoeren van het beleidsprogramma op deze manier. Daar is uitvoerig over gediscussieerd. Wij zijn tot de slotsom gekomen dat wij uw voorstel zullen steunen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, regelmatig heb ik mijn zorg uitgesproken over het feit of wij als Soest het wel echt meenden dat wij milieuhinderlijke bedrijven uit ons midden richting een bedrijventerrein wilden saneren. Dat kwam voort uit het feit dat wij vrij lage bedragen reserveerden voor die verplaatsing, waardoor het mij nooit zo waarschijnlijk leek dat het ooit mogelijk zou worden om dat te doen. In die zin ben ik blij dat we nu een daad stellen die een offer van ons vraagt, maar die heel duidelijk behelst dat we niet anders kunnen of we gaan hier hard mee aan het werk. Met het serieus een bedrijf op zo'n wijze benaderen, dat ze onder druk komen te staan en dat die druk ook tot realisering van onze bedoeling uitwerkt. Ik wil dat dan ook zeker aan de hand van dit besluit -we geven hier toch even vier miljoen voor uit- als een druk op de schouder van de wethouder neerleggen, dat we ook veel van hem verwachten, dat hij zware druk uitoefent op de bedrijven die we wensen te verplaatsen, dat hij mag verwachten dat hij door de raad onder druk gezet zal worden. Zoals in de commissie financiën afgesproken is, willen wij ook zeer duidelijk en recent qua gegevens op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen. Op zichzelf is dit een project dat heel makkelijk zich kan ontwikkelen in een hele zorgelijke richting, waardoor het ons veel geld gaat kosten, we uiteindelijk niet bereiken wat we willen en dat we het uiteindelijk -zoals de heer Boerkoel zegt, alleen bedoelt hij het positief, maar ik zou het negatief willen benoemen- maar voor een ander doel gaan gebruiken, voor werkgelegenheid, terwijl we het duidelijk bedoeld hebben voor de verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven. Ik zou het als een zware druk op uw schouders willen leggen, dat hier heel hard aan gewerkt wordt en dat u dat expliciet ook nog eens uitspreekt dat u het zo ervaart. Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, aansluitend op de woorden van de heer Meilof, het is natuurlijk inderdaad een zware verantwoordelijkheid voor het college om zich op te stellen als een actief deelnemer in de markt. Onze fractie heeft vanaf het begin die risico's zeer goed gezien. Toch denken we dat wij u -zoals al eerder bij de behandeling in de commissie is gezegd- het voordeel van de twijfel moeten geven, omdat het ook ons veel waard is dat die milieuhinderlijke bedrijven verdwijnen uit de woonomgeving. Maar het is inderdaad een kostbaar experiment en het betekent dat wij eigenlijk elke maand, ik leg het maar direct even vast: elke maand! een verslag legging willen op een vast punt hoe het hiermee zit. En als er tussentijds iets is, dan zouden wij het ook zeer op prijs stellen om dat tussentijds te horen. Laat het geen tussentijds bericht worden dat na vier maanden eens een keer bij ons thuis komt. Wethouder MENNE: Voorzitter, de druk besef ik. Ik wil ook beginnen met wat de laatste spreekster heeft gezegd. Het kan desnoods tussentijds. Ik zou, voorzitter, hetgeen u ook reeds weet, de commissie economische zaken willen verzoeken na afloop van de raad even vijf minuten bijeen te komen. Het is niet meer dan vijf minuten, maar toch acht ik dat nodig op dit moment. Ik aanvaard de felicitaties van de heer Witte.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 221