- 20 -
ussie
ening
ere
ing ook
Maar ik
denk
we ons
at
men of
poedig
g
1 van
en in
te
96
niging
or in
RV 90-
erlenen
t
rs lid
-zeker
beurd
rk je
aar dat
op dat
even
Ik
cherp
ng>
it dan
sen
september 1990
genuanceerde voorstel van: dat stukje is dan wel met vergunning en daar
valt de ontheffing zoneverordening bijmaar die stal ernaast is niet
legaal en die wordt wel gebruikt. Dan denken wij op een gegeven moment: u
komt er zo niet door. Wij zijn dan ook tegen bet advies van de commissie.
Het college moet optreden!
Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer de voorzitter, ik vraag mij ook af wat er
met die varkensstal gaat gebeuren, die destijds zonder vergunning gebouwd
is. Er is geen hinderwetvergunning voor en geen ontheffing voor. Staat die
stal er nou nog? Zo ja, wanneer gaat u hier dan maatregelen tegen nemen?
VOORZITTER: Is er iemand van de commissie voor de beroepschriften die wenst
te reageren?
Heer EBBERS (WD): Voorzitter, dat is helaas moeilijk, want ik geloof dat
ik het enige lid ben van de oude commissie en ik kan moeilijk het woord
erover voeren. Misschien dat een van de oudere leden er nog wat over wil
zeggen. Ik persoonlijk kan dat natuurlijk niet doen.
VOORZITTER: En wie is dat dan die het woord wenst te voeren?
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Mijnheer de voorzitter, ik ben niet een van de
oudere leden van deze raad en op zich wil ik ook niets toevoegen aan het
advies van de commissie, omdat ik denk dat het heel klaar en duidelijk
verwoord is, maar het is wel een zaak geweest die in de eerste vergadering
van de "nieuwe" commissie voor de beroepschriften aan de orde is geweest.
In die zin denk ik dat het niet noodzakelijk is dat een van de oudere leden
van de commissie het woord daarover zou moeten voeren. Zoals al gezegd, ik
denk dat er weinig is toe te voegen aan het advies van de commissie. De
commissie was in meerderheid van mening dat er geen sprake was van een
uitbreiding, maar van een bestendiging. Op basis daarvan heeft de
commissie gemeend -dat was een van de voornaamste redenen- te moeten
besluiten tot een advies om het bezwaar ongegrond te verklaren.
Wethouder VISSER: Voorzitter, de fractievoorzitter van de WD weet donders
goed dat wij sinds 1 mei een beleid voeren dat gericht is tegen het
illegale bouwen. Dat is geen lucht, dat is keihard beleid. De heer Krijger
moet niet proberen dat op deze manier onder woorden te brengen. De
staaltjes van dit beleid liggen overal voor het oprapen. De heer Ebbers
heeft al gezegd dat het een zaak is die eigenlijk al heel lang speelt. In
de vorige raadsperiode had die varkensstal allang afgebroken moeten worden
als die daar illegaal stond. Maar dat is destijds niet gebeurd. Volgens
mijn inlichtingen heeft de heer Lanser dan ook duidelijk van B&W een brief
gekregen, maar dat is ook al weer een poosje terug, dat die varkensstal er
illegaal staat en dat B&W daarop terug zullen komen. Dit is er tussendoor
gespeeld, dit beroepschrift. We zijn dus nu weer terug bij af. De heer
Lanser zal opnieuw -maar dat is nog niet in B&W geweest- een aanschrijving
krijgen om de varkensstal die er illegaal staat als dat enigszins mogelijk
is af te breken. Maar dat moet dus nog in het college komen.
Heer KRIJGER (WD): De discussie verplaatst zich richting college, terwijl
het een advies is van de commissie. Ik hoop dat u dit het juiste pad vindt,
want net gaf u aan: u gaat van de weg af. Nee, ik reageer op de woorden van
de wethouder. Hij geeft ons al twijfelachtig aan: als het nog mogelijk is,
dat afbreken. Dat is één. Daar zullen misschien juridische problemen zijn.
Maar een tweede is -en dat verwacht ik wel van het college- daar geldt voor
het gebruik van die stal als stinkende varkensstal geen ontheffing voor. Ik