18 januari 1990
- 22 -
Misschien moet u eens kijken hoe u uw zegslieden kunt vertrouwen.
Heer VISSER: Niemand had tijd, zegt mevrouw Verwoerd. Dat betreuren wij.
Maar wat nog veel erger is: op 8 september was die hoorzitting. Daar zijn
notulen van, voorzitter. Wanneer kreeg mevrouw Verwoerd de notulen van de
hoorzitting? Ik weet niet hoe dat bij u in Best altijd is gegaan? Moet u
eens raden hoelang mevrouw Verwoerd op de notulen heeft moeten wachten! Die
kwamen vrijdag per post, gelijk met het raadsvoorstel, bij haar in de bus.
U bent toch ook, net als ik, verbijsterd dat zoiets vier maanden moet
duren? Ze krijgt zo niet de kans om die notulen goed te keuren. Volgens
haar staan er gewoon onwaarheden over die hoorzitting in. Op 8 september de
hoorzitting, vrijdag de notulen plus het raadsvoorstel. Verder heeft ze op
de hoorzitting gevraagd: wanneer horen we nu wat, wanneer komt het in de
raad? Dat zat wel goed, dat zou in de pers bekend worden gemaakt wanneer
het behandeld zou worden. Ze heeft kennelijk elke week de krant door
genomen, de berichten van de gemeente gevolgd, maar niet kunnen ontdekken
tot nu toe wanneer dat behandeld zou worden. Daar heb je nu iets van die
communicatie. Verkeerde maten, niet op de hoogte zijn van wat er gebeurt,
notulen die niet van tevoren door haar worden bekeken of het allemaal wel
klopt. Kortom, hier wonen twee oudere mensen die daar iets leuks willen,
wat de hele buurt wil. Dat is ook nog een aspect, naast het bejaarden
beleid, de buurt vindt het prima als dat krot weggaat, als daar iets nieuws
voor in de plaats komt, aangepast aan de bewoners. Het kan allemaal dus
blijkbaar niet. Ik stel u voor om hier vanavond geen beslissing over te
nemen, het uit te stellen, het opnieuw te bekijken en haar advies te geven
om te doen wat ze daar wil.
Heer POTHUIZEN: Dit keer spreek ik namens D66voorzitter. Voorzitter, ik
ben de heer Visser toch na een poosje luisteren dankbaar voor zijn betoog.
En wel om één reden. Hij geeft aan hoe moeilijk het communiceren is met
deze appellant en misschien wel meer in het bijzonder met de vertegen
woordiger van deze appellant. Het aantal feiten dat de heer Visser
overigens heel wijs vervolgens maar is gaan voorzien van de woorden "heb ik
gehoord van" is voor een heel groot deel simpelweg onjuist. Ik kan het niet
anders maken. De mogelijkheid om daar te bouwen -ik heb het in mijn vorige
hoedanigheid zoéven gezegd- die bestaat, als er maar een bouwaanvraag wordt
ingediend die voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan. Het is dus zo
dat mijn fractie het advies van de beroepschriftencommissie steunt.
VOORZITTER: Wenst de commissie bij monde van de heer Pothuizen nog te
reageren?
Heer POTHUIZEN: Het verzoek van de heer Visser om uitstel lijkt hij te
richten tot u, maar ik weet niet of dat het juiste adres is. De commissie
heeft er geen behoefte aan om het uit te stellen.
VOORZITTER: Mag ik constateren dat de raad met het voorstel kan instemmen?
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met de 20.
kanttekening dat de fractie van Progressief Soest geacht wil worden tegen
te hebben gestemd.
18Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond
verklaren van het beroepschrift van de heer R.P. Hilhorst tegen de
weigering van de bouwaanvraag voor een schuilgelegenheid aan de Peter van
de Breemerweg.