22 september 1990 - 4 - niet aan gedacht, maar het is heel simpel. Als u nu de mens in zijn ontwikkeling, in zijn evolutie ziet, laten we zeggen: hier zijn Adam en Eva of de aap, zo u wilt, ik wil niemand kwetsen, of de Neanderthaler en daar is onze tijd nu, dan is daartussen de evolutie. De manier van bouwen zoals wij dat nu doen, is alleen het allerlaatste stukje. Dan bedoel ik: het laten bouwen van iets door een ander. Want van het begin af moest die mens eerst voor het eten zorgen, daarna zocht hij iets om zijn kale naaktheid te bedekken tegen de kou en het derde belangrijke ding was een behuizing zien te maken. Als hij daar niet in slaagde, dan stierf hij van de kou in de winter. Dus, uit een natuurlijk selectieproces zijn er allemaal behendige huizenbouwers ontstaan. Wie het niet kon, viel af. Dus in uw genen zit dat opgeslagen. U bent zonder één uitzondering afstammeling van een heel lang voorgeslacht van behendige huizenbouwers. Daardoor komt het dat u nog altijd graag samen met anderen over bouwen praat. Op zijn minst heeft u een ervaring die u aan de kennis van de gemeenschap niet wilt onthouden. Goed, dat was dat. Ik moet het kort maken. Er zijn nog wat vragen gesteld en wat onduidelijkheden over het gebouw. Tijdens de hearing is er ook al iets gevraagd, toen was er zo'n maquette. "Wat zijn die witte dingen voor het gebouw?" Uiteindelijk is een raadhuis geen gewoon kantoorgebouw, daar gebeuren allerlei dingen, zoals -heel belangrijk- het trouwgebeuren. Er komt dan een stoet voorrijden en het is voor die twee mensen die willen trouwen een van de allerbelangrijkste dagen uit hun leven. Daar moet je natuurlijk entourage voor bieden. Op zijn minst moet het zo zijn dat de bruid niet verregent en de bruidegom. Er is dus een ontvangstgebaar in een overdekking, zodat men stijlvol kan uitstappen en naar binnen treden. Bovendien maakt men graag foto's en daar moet ook allure aanwezig zijn. Aan die kant is het gezicht naar Soest, naar de weg. Op dit punt is ook de raadzaal gecreëerd. Nu is het zo dat grote ramen allerlei problemen geven, zoals opwarming door de zon en grote ramen maken we niet meer. Dus die worden wat bescheidener, kleiner. Om nu hier in het voorbijrijden niet een gebouw te passeren waarvan men denkt dat het een doodgewoon kantoorgebouw is, heb ik tot uitdrukking gebracht aan die kant dat hier de raadzaal zit, dat er iets bijzonders gebeurt. De raadzaal is de zetel van de democratie van Soest, zoals die hier juist zo voortreffelijk wordt beleefd en iedere dag opnieuw wordt bedreven. Ik heb het in de vorm zo gemaakt dat het ruimtelijk is en er een schaalvergroting aanwezig is, waarmee ik wilde uitdrukken dat in Soest ruim wordt gedacht en het breed wordt gezien. Aansluitend op dat brede gebaar aan de voorkant -ik ben blij dat de landschapsarchitecten die het terrein rondom het gebouw hebben afgemaakt het ook ruim hebben aangelegd, dat het ook mooie maten zijn geworden. Ik hoop dat het groen zich ook snel zal ontwikkelen. Mijn grote wens is ook dat op het plein het groen dat daar gepland is, snel zal groeien. Persoonlijk vind ik het op het ogenblik daar nog een beetje kaal en ik mis eigenlijk wat meer bomen daar. Want echt, Soest is daar bij de oude kerk, waar ook dat restaurant is in die oude boerderijaan de ene kant staan 21 bomen en aan de andere kant staan 12 bomen en het is daar gewoon prettig toeven. Ik heb een andere reden om te verlangen naar nog wat meer groen daar. Als je hier nu rondom loopt, vind ik het raadhuis daar het mooist, waar het een combinatie is met de bomen, de groene boom. Dat komt omdat dan de rechte lijn van het gebouw in combinatie is met de vrije lijn van het groen. De rechte lijn snakt namelijk naar de vrije lijn, dat vind je in ons bestaan overal: de man/de vrouw, de biefstuk/de wijn (de biefstuk smaakt na wijn beter en de wijn smaakt na biefstuk ook beter) en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Maar goed, ik heb nog een ander fenomeen weer eens keer heel duidelijk ervaren. Ik denk dat het misschien toch wel nuttig is om daar nog iets over te zeggen. De confrontatie van het ambtelijk denken met het denken van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 257