22 oktober 1990
- 2 -
noodzakelijk, maar daarom niet minder onaangenaam. Het is logisch dat wij
de afvalstoffenverwerking meer kostendekkend moeten maken. Maar daarbij is
vanaf het begin van deze operatie gesteld, dat de mensen met een minimum
inkomen zoveel als mogelijk is zullen worden ontzien. De CDA-fractie,
mijnheer de voorzitter, wil van het college duidelijk horen hoe men de
verruiming van het kwijtscheldingsbeleid denkt te realiseren.
Gerechtigheid in de vorm van omzien naar de zwakke groepen in onze samen
leving, heeft voor ons een zeer hoge prioriteit.
Vervolgens, mijnheer de voorzitter, wil ik nog een paar opmerkingen maken
over zaken die in het middelpunt van de belangstelling staan. De verloede
ring van onze samenleving en de vervaging van het normbesef baren ons
ernstige zorg. Wij denken dat meer zichtbare aanwezigheid van de politie
een goede aanzet zou zijn om aan een en ander paal en perk te stellen.
Hoewel ik nu de reactie van de politie hierop met een aan zekerheid
grenzende waarschijnlijkheid al weet, pleit het CDA toch voor minder auto-
en meer fietssurveillances
De reactie van de provincie op het plan Landelijk Gebied heeft ons
verbaasd. De CDA-fractie vraagt zich af of er in het vooroverleg met de
P.P.C. door het toenmalige college dan wel op ambtelijk niveau wel
voldoende argumenten onzerzijds zijn aangevoerd ter onderbouwing van onze
visie
De bouw van een volwaardige polikliniek in Soest is noodzakelijk als het
ziekenhuis Zonnegloren dicht gaat. Welke activiteiten denkt het college te
ondernemen om de bevolking zekerheid te kunnen geven dat die polikliniek
er komt?
Tot slot, mijnheer de voorzitter, nog een enkele opmerking over het nieuwe
college. Het CDA is altijd bereid geweest tot constructief meedenken en
meebesturen. Zo ook nu. Wij zullen derhalve ook dit nieuwe college
constructief-kritisch op zijn daden beoordelen. Maar wij vinden het uit
een oogpunt van collegiaal bestuur hoogst onwenselijk, om niet te zeggen
onaanvaardbaar, dat een of twee leden van het college bij het indienen van
beleidsvoornemens een minderheidsstandpunt innemen. Dat moet ons inziens
tot een hoogst noodzakelijke uitzondering beperkt blijven. Als collegeleden
menen om principiële redenen zo'n minderheidsstandpunt in te moeten nemen,
dan zullen wij dat respecteren.
Het beleidsprogramma overziende, zullen er in deze raadsperiode ingrijpende
besluiten moeten worden genomen. Het algemeen belang zal daarbij moeten
prevaleren. Maar de CDA-fractie verklaart zich nadrukkelijk bereid om te
luisteren naar de mensen wier belangen mede in het geding zijn.
Heer KRIJGER (WD): Mijnheer de voorzitter, de behandeling van de begroting
zoals de werkwijze zich nu aftekent, achten wij een goede. Niet alle
resultaten die je wilt zijn ook bereikbaar, maar door onder andere de
begrotingskrant wordt toch elke Soester inwoner geconfronteerd met zijn
gemeenteraad in actie.
Het mee kunnen lezen van de beschouwingen kan meewerken aan een duidelijk
heid voor de kiezer. Waar staat welk deel van de raad voor, waar liggen de
overeenkomsten, waar de verschillen? Dat is dus duidelijkheid.
Een duidelijkheid ook van de WD-fractie voor de vele gewaardeerde
activiteiten van C-drie in zijn huidige vorm. Om die huidige creatieve
activiteiten goed te kunnen (blijven) vervullen, vindt de fractie dat de
personeelsformatie uitgebreid moet worden met een cursuscoördinator. De WD
vindt echter dat alleen middelen ter beschikking kunnen worden gesteld aan
C-drie die zijn bestemd voor de eigen(lijke) activiteiten en dus bijdragen
aan het functioneren van C-drie. Geld voor de uitkoop van de Joannes
Parochie wil de WD-fractie dan ook niet ter beschikking stellen. Dat
draagt op zichzelf niet bij aan meer activiteiten. En, ter vergelijking,