22 oktober 1990
- 16 -
aan het werk is, dat een en ander in een stroomversnelling is gekomen en
dat maakte ook denk ik dat wij gestimuleerd werden om in een stroomversnel
ling te geraken. Daarbij valt wel op te merken dat het werk in veel
gevallen in voorbereidende zin door ambtenaren moet worden verricht
bovenop het werk dat ze al hadden. Dat betekent in de praktijk het stellen
van prioriteiten waardoor andere dingen blijven liggen. Dat zult u
misschien straks aan de hand van mijn antwoorden ook kunnen merken, dat dat
het geval is. Dat kan niet anders. In ieder geval ligt er op dit moment bij
het college op tafel wel een voorstel met een aantal benaderingswijzen om
te kijken hoe we verder kunnen gaan in Soest, met als een van de concrete
voorstellen ons aan te melden voor 15 november voor het afsluiten van een
convenant. Ik hoop dat in de raadscommissie van 31 oktober daarover verder
gesproken kan worden. Alle andere suggesties die in de algemene
beschouwingen gedaan zijn daarover als het over sociale vernieuwing gaat,
kunnen daarbij betrokken worden.
Mooi aansluitend op het begrip sociale vernieuwing is denk ik datgene wat
ik gezegd heb in de laatste commissievergadering waar gesproken werd over
het sociaal cultureel werk in het licht van de begroting. Een deel van het
sociaal cultureel werk zit op dit moment op de rand van het failliet. Dat
is wat ik letterlijk gezegd heb. Ik heb dus niet gezegd dat het welzijn
failliet is, zoals WD en Progressief Soest meenden kort samen te mogen
vatten. Op geen enkele manier is dat het geval. Ik heb alleen op grond van
uw opmerkingen en van mijn ervaring met name dit jaar, geconcludeerd dat we
-met een ander woord dan- tegen een faillissement aan op de rand van de
afgrond zitten, c.q. in een dal of hoe u het anderszins wil formuleren.
Kort weergegeven: er is een uitgebreide discussie in gang gezet over de
accommodaties. Welke moeten we houden? Welke moet stevig onderhoud hebben?
Waar willen we ze nu eigenlijk voor gebruiken in de toekomst? Dat levert
een discussie ook op over het werk dat in de accommodaties gebeurt, over de
inhoud van het sociaal cultureel werk. Als je dan tegelijkertijd
constateert dat bijvoorbeeld een Molensoos dicht moest omdat het niet meer
functioneerde, niet meer kon functioneren, als je dan tegelijkertijd moet
constateren dat er op zijn minst bij de voormalige Stichting Jeugdzorg
uitgebreid reden was om driftig na te denken over de toekomstige beleids
lijnen, als je merkt dat al dat soort processen toch wel erg veel tijd
vragen, eigenlijk teveel, want je wilt tenslotte verder op een verantwoorde
manier, je wilt ingaan op de vragen die er vanuit de bevolking komen en je
merkt dat het heel lang duurt voordat je daar op een serieuze manier op in
kunt gaan, dan denk ik dat er op zich alleszins reden is om laat ik zeggen
een hartekreet te uiten die door u gelukkig op verschillende manieren is
opgepakt. Daar kunnen we blij mee zijn. Het is denk ik wel goed om ook eens
naar onszelf te kijken als gemeenteraad. Ik doelde zeker niet alleen op het
veld toen ik het had over mijn constatering. Ik denk dat ook de raad een
duidelijke verantwoordelijkheid heeft in dat opzicht. De discussie in een
vorige raadsperiode over het al dan niet stimuleren en extra mogelijkheden
verschaffen voor een federatie sociaal cultureel werk is dan een van de
punten die ik u nog eens wil voorhouden, naast het concrete punt van:
breiden we al of niet het Kruispunt uit? Met name die federatieve
constructie is denk ik een van die punten die maakt dat op dit moment het
voor de beroepskrachten in het veld een stuk moeilijker is om snel in te
spelen op veranderingen die nodig zijn. Dat is een verantwoordelijkheid die
wij op ons hebben geladen, denk ik dan. We hebben toen als college een
duidelijk voorstel gedaan, daar heeft u in meerderheid afwijzend op
beschikt. Het zij zo. Maar soms kom je dan de consequenties tegen van je
beleid. Dat maakt tegelijkertijd denk ik een punt duidelijk dat ook door
anderen is gezegd. De vraag ligt op tafel hoe de gemeente een en ander moet
benaderen. Dat is ook iets dat je bijvoorbeeld merkt in de discussie over