22 oktober 1990
- 32 -
moeilijk- af te wegen, dat je tot belangenafweging moet komen. De keuze van
dit terrein is tot stand gekomen nadat de kermis eerst op een andere plaats
plaatsvond. Ik heb begrepen dat de lokatie waar het nu plaatsvindt in
algemene zin door een ieder wel erkend wordt als een goede plek. Er zit
natuurlijk een aantal nadelen aan, daar bent u met name op ingegaan, maar
ik dacht dat we toch een bestuurlijk verstandig evenwicht hebben gevonden,
waarbij we enerzijds de belangen van de kerkbezoekers tot hun recht laten
komen en anderzijds dus de belangen van degenen die de kermis bezoeken.
Dan kom ik bij de jumelage, waar met name door de CDA-fractie en de WD
over is gesproken. U weet wat er op het ogenblik gebeurt op het gebied van
de jumelage. Er zijn een aantal verheugende ontwikkelingen en ik denk dat
we dat ook verder zullen uitbouwen en moeten ondersteunen. Maar u heeft als
raad ook zelf gezegd dat primair de verantwoordelijk moet liggen vanuit de
samenleving, vanuit de bevolking, daar moeten de initiatieven komen en dan
kunnen wij de weg wijzen, we kunnen helpen, we kunnen allerlei zaken doen.
Maar primair ligt daar de verantwoordelijkheid. Als dan de WD vraagt om
met name de contacten met Kozle en Soest verder uit te breiden, dan wil ik
daar graag van onze kant van harte ja tegen zeggen, maar u moet zich wel
realiseren dat er in de ontwerp-begroting die nu voor u ligt en die u deze
week naar ik hoop zult vaststellen, niet meer dan 7.500,= is begroot voor
het jaar 1991. Dus binnen die beperkte ruimte -tenzij u andere middelen
weet aan te geven, mijnheer Krijger- zullen we het moeten doen.
Sociale veiligheid, daar is door de CDA-fractie nog eens een keer gewezen
op het fietspad ter hoogte van 't Hoogt. Ik wil u eraan herinneren dat de
raad in het voorjaar, ik dacht in april, een besluit hierover heeft genomen
en toen kwam u tot de conclusie dat verandering van het fietspad op die
plek -u weet het kost drie ton- op dat moment niet tot de mogelijkheden
behoorde, hoewel dat aangewezen is, die plek, als een plek waar sociale
veiligheid een rol kan spelen. Maar nogmaals, de middelen ontbraken toen en
ontbreken op dit moment. Er is nog geen aanwijzing dat het besluit dat in
april genomen is, herzien zou moeten worden.
D66 spreekt over het Landelijk Vredesplatform. Wij zijn als gemeente vorig
jaar toegetreden tot het Landelijk Vredesplatform, dat is juist. Niemand
had verwacht, maar ik denk dat iedereen daar bijzonder gelukkig mee is, dat
de ontwikkelingen op het gebied van de vrede, met name in Europa, zich in
zo'n stroomversnelling hebben voorgedaan als die zich hebben voorgedaan.
Dat vraagt ten aanzien van het vredesplatform dus in zekere zin een andere
koers. Terecht signaleert u dat vrede in Europa nog geen vrede in de wereld
betekent. Ik weet ook dat het Landelijk Vredesplatform bezig is om met name
ook op die terreinen waar nog geen vrede is -en die zijn er helaas nog vele
in onze wereld- daar nu meer de schijnwerpers op te richten en ook meer
daarmee activiteiten te ontplooien. Dat kost echter enige tijd om dat
verder te ontwikkelen.
De vraag van Progressief Soest of, als er van het Landelijk Vredesplatform,
dus van het VNG, materiaal komt bestemd voor het onderwijs, wij dat door
willen sturen, daarop is het antwoord: als het komt, dan zullen wij het
zeker doorsturen, maar we hebben tot nu toe op dat gebied bij mijn weten
nog niets ontvangen. Ik weet wel dat er scholen zijn die met name aandacht
besteden juist aan dat vredesonderwijsWaarschijnlijk krijgen ze hun
materiaal of rechtstreeks, of langs andere kanalen. Op zich vind ik het
positief dat met name op de scholen aan dit aspect aandacht wordt besteed.
De fractie van de heer Meilof roert het onderwerp bestuurlijke preventie
aan en met name -ik denk dat ik het met u eens kan zijn, mijnheer Meilof-
dat het een belangrijk element is van de sociale vernieuwing. Dat onder
schrijven wij graag. U vraagt dan of bij het project waar dat al goed van
start gaat, bij de Engh, of daar ook de jongeren bij betrokken zijn. Voor
zover ik dat heb gehoord zijn er jongeren bij betrokken, maar met name