22 oktober 1990
- 42 -
verlenen van die zaak, maar het is natuurlijk een andere zaak om dan nu te
gaan doen alsof het altijd die twee jaar lang zo goed is gecontroleerd door
de raad.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer Witte, er ligt een pak stukken voor u ter
inzage van wel veertig centimeter dik! Dat moet u dan toch eens lezen.
Heer WITTE (GGS)Ja, dat heb ik gedaan, mevrouw Tomassen. Maar ik zeg
alleen maar dat onze fractie ook een aantal keren heeft aangedrongen op
behandeling van die stukken en daar is verder niet op ingegaan dan met de
verwijzing: er komt wat. Dat is dan nu in de vorm van een brief die in de
komende commissie milieu zal worden behandeld.
Dan kom ik op een ander punt waar ik erg kritiek heb op de wethouder en
zeker op haar antwoord. Dat is ons verzoek om onderzoek naar mogelijke
dioxineverontreiniging in de buurt van de Maatweg. Uit het antwoord van de
wethouder blijkt in de eerste plaats dat ze helemaal niet betwijfelt dat
daar dioxine is. Erger nog, ze zegt: het college betwijfelt of er voldoende
dioxine ligt om een onderzoek te rechtvaardigen. Dan komt ze vervolgens met
een verhaal dat een onderzoek ernaar drie keer 5.000,= zou kosten. Dan
breekt onze klomp echt. Als dat drie maal 5.000,= kost, dan had het
college allang, wetende dat daar dioxine ligt, moeten ingrijpen en een
onderzoek moeten gelasten. Dioxine is een gif dat 35 jaar onafgebroken in
de natuur blijft ronddwarrelen en dat ernstige gevolgen kan hebben voor de
volksgezondheid. Ik vind dat een wethouder die zich op deze wijze denkt te
kunnen veroorloven dit soort vragen te beantwoorden, toch wel wat kritiek
verdient
Dan de bodemsanering. De wethouder noemt de prioriteitenlijst en zegt dat
helaas voorlopig een aantal dingen niet aan de beurt zijn. Dat vinden wij
ook niet zo verantwoordelijk. Met name het punt van de verontreiniging in
Klein Engendaal ligt een paar honderd meter van het grondwater
beschermingsgebied. Ik denk dat het waterleidingbedrijf niet voor niets dat
soort borden daar neerzet. Ik meen ook mij heel goed te herinneren dat uit
de resultaten van het bodemonderzoek daar heel duidelijk is gebleken dat de
stroomrichting van het grondwater richting dat grondwaterbeschermingsgebied
gaat en niet de andere kant op. Dus, om daar al te lankmoedig over te zijn
en te zeggen: we wachten wel tot het eind negentiger jaren zover op de
lijst van de provincie staat dat het aan de beurt komt, vinden wij een
onverantwoorde opvatting en opstelling. Dat wat betreft wethouder Swinkels.
Dan komen we bij wethouder Visser. Hij verzoekt nogmaals alle fracties om
een lijstje met mogelijke bouwlokatiesDat vinden wij toch een beetje
vreemde gang van zaken. Wij dachten dat ambtenaren in het bezit zijn van
kaarten van Soest en dat die heel wel in staat zouden zijn om bij
benadering aan te geven op welke lokaties er bouw van woningen mogelijk
is. Wij zouden het dan ook heel belangrijk vinden dat zo'n lijstje zo snel
mogelijk op tafel komt, niet om allerlei onrust te creëren, maar omdat we
ook nog eens moeten gaan praten over het bestemmingsplan Klein Engendaal.
Zoals uit de laatst gewijzigde notitie blijkt, wil de wethouder het liefst
dat model C wordt gehanteerd, waarbij dus de voorschriften en de
randvoorwaarden van het bestemmingsplan overeind kunnen blijven. Daar
voelen wij ook heel veel voor, maar om daarin mee te gaan is natuurlijk wel
afhankelijk van het inzicht of er een reële alternatieve lokatie is -niet
op de Albert Cuyplaan of bij De Turf, maar echt een gebied waar geen
discussie over mogelijk is- waar dan, als er in 1992 geen problemen
verschijnen met de volkshuisvesting, gebouwd kan worden.
Dan kom ik op de PPC-notitiewat we wel of niet overnemen van de P.P.C.
hoor ik de wethouder zeggen. Ik denk dat het verstandig is om nu maar eens
een keer wel de zaken van de P.P.C. over te nemen. Ik denk dat het een