22 oktober 1990
- 47 -
bij de cijfers zoals we die nu gekregen hebben van de heer Menne vermoede
lijk wel aanwezig zijn.
Die 400.000,= mijnheer Menne, daarvan vroeg u hoe wij die dachten in te
zetten en daarbij noemde u incidenteel en structureel. Als wij er al toe
komen om u uit te nodigen om die 400.000,= niet in het rioolfonds te
storten omdat dat niet passend is, ons inziens anders gefinancierd zou
moeten worden, dan zouden wij het juist aan u willen laten, zouden wij u de
ruimte willen bieden om te bedenken hoe u dat zou willen doen. Overigens
mag u daarbij best weten dat wij anders dan het GPV geenszins problemen
hebben met incidentele aanwendingen. Maar zoals gezegd, we zouden u wat
ruimte willen laten.
Heer WITTE (GGS)Het is toch niet echt de bedoeling dat er vier ton in het
riool wordt gestort?
Heer POTHUIZEN (D66)Leeskunst is vanavond al vaker aan de orde geweest,
interpretatiekunst ook en fantasie is ieder vrijMaar we gaan verder met
de discussie, mijnheer Witte en als u ook goede ideeën hebt die de onze
ondersteunen, dan bent u uiteraard onze man.
Ten aanzien van de AVU-restitutie heeft de heer Menne opgemerkt dat dat een
zeer onzekere wissel op de toekomst zou trekken. Ik ben ook met hem van
mening dat het nog niet vaststaat dat die restitutie er komt. Het is wel zo
dat als die komt, het dan vervolgens zou blijken dat wij mogelijkerwijs ten
onrechte de burgers al hebben aangeslagen en dat dat weer leidt tot vormen
van verrekening met burgers in enigermate en op enig tijdstip die ook weer
moeilijk uit te leggen zijn. Je zou je dus kunnen afvragen of er dan niet
toch een mate van voorwaardelijkheid van een deel van de verhoging zich
laat denken.
Dan neem ik meteen een zijsprongetje naar mevrouw Swinkels om misschien zo
nog even bij de heer Menne terug te komen. Dat betreft dan een ander deel
van toch de vraag of je nu de tariefsverhoging zo hoog moet laten zijn als
hij op dit moment door het college wordt voorgesteld ten aanzien van de
afvalstoffenheffing. Het is zo dat wij eerder in deze raad hebben bepleit -
en we zijn er vanavond nog even vriendelijk aan herinnerd door onze
collega's van de WD- dat het zeker de taak van deze gemeente is om te
streven naar een maximale efficiency in het eigen apparaat. Dat geldt dus
eens te meer op het moment dat we dit soort vragen aan de burgers moeten
voorstellen. Het zou ons dan ook welgevallig geweest zijn als er van de
kant van mevrouw Swinkels enige opmerkingen op dit punt waren gemaakt. Daar
was een voorzet voor gegeven.
Terug nog even naar de heer Menne voor wat betreft de werkgelegenheid. We
hebben mogen vernemen dat de antwoorden die wij hadden verwacht op de
vragen die we hebben gesteld, nog niet beschikbaar waren. Dat mag toch wel
verbazen, want het ging simpel om vragen naar feiten voor het grootste
deel. Dat is een kwestie van even turven, op een rijtje zetten en
vertellen. Maar kennelijk is er iets aan de hand wat dat minder mogelijk of
wenselijk maakt. Ik zou van de heer Menne toch graag meer helderheid willen
hebben. De vraag naar door- en instroming in het eerste gebouw hebben we al
helemaal niet beantwoord gehoord.
De heer Kingma heeft ons met betrekking tot de sociale vernieuwing een
aantal dingen voorgehouden. Hij heeft gezegd dat er inderdaad aanvankelijk
enige niet al te hoge snelheid was omdat er gedacht werd aan 37 gemeenten
en een convenant. Daar moesten we dan misschien wat van leren om verder te
kunnen. Ik herinner mij maar al te goed dat in de stukken die al heel lang
ter inzage liggen in de leeskamer en dus ook al in de zomer daar lagen, al
gelezen kon worden dat niet alleen aan een convenant met die 37 gemeenten
werd gedacht, maar dat er al vooruitgelopen werd op de verder mogelijk te