nr. 11A NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag, 24 oktober 1990 te 14.00 uur. Voorzitter: de heer J. de Widt, burgemeester; Secretaris: de heer W.P. de Kam. Tegenwoordig de leden: W.A. Blaauw, mevr. A. Blommers-BiezenoC. Boerkoel, A.W. van den Breemer, J.J. Ebbersmevr. G. van Eek-van Veelen, mevr. B.M. Gerritse-van Eemevr. E. van Gorkum, F. Kingma, A.F.M. Krijger, R.W. Krol, G.D.F. Leeflang, R.A. van Logtenstein, J.P.J. Lokker, W.R. Meilof, J.L. MenneG.A.W.G.A. Plomp, A.E.C. Pothuizen, mevr. E. Spijk-Hubertsmevr. W.A.A. Stekelenburg- Ruitenburg, mevr. J.M. Swinkels, mevr. A.D. Tomassen-HolsheimerC. VerheusJ. Visser, H.L. Witte, J.B. van Wuijckhuijse en J.A. Zwaanenburg VOORZITTERIk open de vergadering en heet u allen van harte welkom. Ik hoop dat wij ook vanmiddag en vanavond op een constructieve wijze met elkaar kunnen beraadslagen en besluiten. Aan de orde is dat het college u in tweede termijn zal antwoorden op de door u gemaakte opmerkingen. Wij zullen dat in dezelfde volgorde doen als in de eerste termijn. Wethouder MENNE: Voorzitter, wij hebben inderdaad in tweede instantie enkele zaken te beantwoorden. Ik wilde dan de eerste opmerking maken, namelijk dat wij zo meteen, als wij voorstellen gaan doen in de vorm van moties of op andere wijze, u verzoeken om dat te doen inclusief de dekking zo die bij de desbetreffende motie nodig is. Er kan dan op ordelijke en rustige wijze -ik zal daar zelf ook aan meewerken- kan worden vergaderd. Overigens wat dat betreft mijn verontschuldiging dat ik de vorige keer inderdaad te snel het een en ander naar voren heb gebracht. Daar was helemaal geen kwade bedoeling bij. Ik had vooraf gedacht: ik moet het een beetje pittig brengen, niet zo dat saaie. Maar het was toch, het was de dertiende keer dat ik dit meemaakte nu in de raad. Mogelijk dat dat ook iets zegt. In ieder geval zal ik dat, voorzitter, ook nu proberen te compenseren. De heer Verheus heeft een vraag gesteld in tweede instantie met betrekking tot het reservefonds Trema. Is het wel zo, vraagt hij, dat het kan worden gebruikt voor een overbruggingscursus, omdat cursussen niet gelijk lopen met het kalenderjaar. De reserve is nodig om de incidentele kosten van de cursussen van het gedeelte januari-juli op te vangen. Nu heb ik daarbij een voorbeeld, want het ligt iets gecompliceerder. De gemeenteraad stelt in het kalenderjaar 1990 voor een intensieve taalcursus voor 50.000,- beschik baar te stellen. Trema '87 start met deze cursus in augustus 1990, deze cursus loopt door tot juli 1991. In de periode augustus 1990 t/m december 1990 wordt 20.000,- uitgegeven. Resteert nog 30.000,- voor 1991 en wel in de periode tot en met juli 1991. Zolang de gemeenteraad ieder kalender jaar opnieuw besluit om weer 50.000,- beschikbaar te stellen, blijft de 30.000,- in reserve en wordt er ook geen aanspraak op gemaakt. Maar zodra de gemeenteraad besluit een bepaalde cursus niet meer te bekostigen, wordt vanaf 1 januari in een bepaald jaar de reserve aangesproken en vermindert de reserve tussen januari en juli met 30.000,-. Als er dan dus geen reserve zou zijn, is er op dat moment een tekort van 30.000,-. Vandaar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 316