24 oktober 1990 - 36 - VOORZITTER: Kunt u zeggen of er moties komen bij deze punten en hoeveel? Dat was zijn vraag. Heer VERHEUS (CDA): Dan moet ik even tellen. VOORZITTERIk heb er hier een aantal, maar ik moet nog even uit uw mond horen dat uw fractie ze ook indient. Heer VERHEUS (CDA): Wij zullen zes moties indienen, voorzitter. Heer KRIJGER (WD): Twee moties van de WD. Heer WITTE (GGS): Geen moties. Heer B0ERK0EL (PvdA): Eén motie. Heer POTHUIZEN (D66): Twee moties. Mevrouw TOMASSEN (PS)Geen moties. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Geen moties. VOORZITTERIs uw ordevoorstel hiermee voldoende besproken? Heer POTHUIZEN (D66)Ik kan mij voorstellen dat er ten aanzien van de twee D66-moties enige onduidelijkheid bestaat. De motie die heet: gebruik middelen bedrijfsvoorziening sector II en betrekking heeft op gereserveerde middelen jeugdsoos Soesterberg heb ik dus hierbij bedacht, hoewel u zou kunnen zeggen dat die bij hoofdfunctie 9 behoort. Maar ik denk dat het voor een goed verloop beter is om hem hierbij te betrekken. Dan is er dus enerzijds de motie "structuuroverleg met ouderen" en anderzijds "gebruik middelen bedrijfsvoorziening sector II". VOORZITTERIk kom toch even op uw ordevoorstel terug. Nu wij dit weten van iedere fractie wat er aan moties komt en ik aanneem dat uw achterliggende gedachte was om de efficiency van de vergadering nog verder te verbeteren hiermee, denk ik dat het de bedoeling is dat als ik nu het woord ga geven aan de verschillende woordvoerders, zij dan meteen betrekken de tekst van de moties die er in concept liggen van de andere partijen. Kunnen we dat afspreken met elkaar? Dat heeft het voordeel inderdaad dat we in de twee termijnen waarin we spreken meteen al over en weer kunnen reageren op eikaars moties, zoals die althans in aantallen nu reeds zijn aangekondigd. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Om der wille van de efficiëntie lijkt het mij dan goed dat de partijen met de meeste moties als eerste het woord voeren, zodat er niet extra rondes nodig zijn. VOORZITTERDat was ik ook van plan. Ik zit wel even met een ander ordeprobleem. Ik kijk op mijn horloge, het is kwart over vijf. We zouden om half zes schorsen voor een lunchbijeenkomsteen broodmaaltijd. We moeten dan halverwege de behandeling van dit agendapunt stoppen. We kunnen ook nu iets eerder stoppen en dan wel om zeven uur weer beginnen, want daar zit ik aan vast ten opzichte van onze burgers die daarop rekenen. Zullen we nog maar even doorgaan, ook al wordt het iets later dan half zes? Akkoord. Dan gaan we nu verder en geef ik het woord aan de CDA-fractie. Heer LOKKER (CDA): Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik ben blij dat ik

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 351