15 februari 1990
- 12 -
Heer MEILOF: Voorzitter, ik meen dat de heer Plomp mij heeft opgeteld in de
eerste ronde bij degenen die ertegen zijn dat aan de Heuvelweg gebouwd
wordt, zodat die groenstrook blijft wat hij is. Dat heb ik niet uitge
sproken. Ik vind dat wij ons gewoon moeten houden aan de oude afspraken die
we als raad al met elkaar gemaakt hebben dat daar gebouwd wordt.
Dan die twee zaak, die wordt eigenlijk wat complexer. Als ik de discussie
hoor tussen de heer Plomp en de PvdA, dan krijg ik de indruk dat daar met
regels tegenover elkaar geschermd wordt die niet echt duidelijk worden en
die mij ook het gevoel geven dat niet iedere partij even overtuigd is van
het ware ervan. Oftewel: is het nou zo dat als we dit bestemmingsplan
vaststellen, dat het onmogelijk is om een nieuw bestemmingsplan Van
Weedestraat te maken waar een stuk inzit van dit bestemmingsplan? Dat zegt
de heer Plomp, hij zegt: dit worden allemaal artikel 19 procedures als daar
wijzigingen optreden. Van de PvdA-zijde wordt volgens mij beweerd dat je
gewoon twee plannen over elkaar heen kunt leggen, dat er een tweede plan
kan komen waar een stuk invalt van het nieuwe plan, waarmee de waarde van
het oude plan vervalt. Als dat zo is, vind ik dat dit plan nu vastgesteld
moet worden. Als het niet mogelijk is, dat eroverheen-bestemmendan vind
ik dat we een deel van dit plan opzij moeten zetten en nu nog niet vast
moeten stellen. Dus ik wil daar wel heel graag absolute duidelijkheid over
krijgen.
Heer VAN ESSEVELD: Ja, nu ik begrijp dat wij toch gaan vaststellen, gaan
wij natuurlijk met uw voorstellen mee. Wij stellen dus ook dit vast. Dat
hoekje Noorderweg/Colenso willen wij natuurlijk ook groen houden. De
Heuvelweg, ik blijf bij uw voorstel om daar te bebouwen. Ik ben dus tegen
het amendement van de heer Visser.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat er één vraag
beantwoord moet worden. Het is ook met klem door de heer Meilof gezegd. Ik
moet u meedelen -en doe dat graag- dat het over elkaar leggen van
bestemmingsplannen wel mogelijk, mits de juiste procedures daartoe worden
gevolgd, wel mogelijk is. Dat was even het misverstand dat ik net met de
heer Boerkoel had.
VOORZITTERDan komen we nu toe aan de besluitvorming. Ik ga u eerst
amendement 1 voorlezen, ingediend door de heer Visser en mevrouw Tomassen.
De raad van Soest, in vergadering bijeen op 15 februari 1990, ten
aanzien van agendapunt 4 (RV 90-18): het bezwaarschrift 16 van mevrouw
E. Verwoerd-van Wessel,
overwegende
dat de bouwval aan de Noorderweg 12 niet als bijzonder en beeld
bepalend element is aangemerkt, wat door de commissie r.o. is
bevestigd;
dat van een boerderij geen sprake is;
dat de visuele overgang bebouwde kom agrarisch gebied bij dit
pand op een misverstand moet berusten;
dat van een karakteristieke waarde geen sprake is en ook niet
wordt onderbouwd;
dat het open karakter van het perceel uit stedebouwkundig oogpunt
op deze plaats van geen enkel belang is tussen de overige
bebouwing;
dat de buurtbewoners achter de wijzigingsvoorstellen van mevrouw
Verwoerd staan;
dat alle partijen in deze raad voorstander zijn van het zo lang