24 oktober 1990
- 83 -
er hier gereageerd wordt op het feit dat er een brief, gedateerd 2 juli,
bij u binnengekomen op 4 juli, pas gisteren naar buiten wordt gebracht,
niet aan ons ter hand is gesteld. Ik ben doordat de pers mij vragen stelde
over een brief van 2 juli naar het gemeentehuis gegaan en heb bij de
wethouder gevraagd of er een brief was van 2 juli. Ik heb die toen
gekregen. Het is dus helemaal niet zoals nu wordt voorgesteld, dat het uit
eigener beweging is gebeurd. Ik ben er zelf achteraan gegaan. Uiteraard,
als één raadslid zo'n brief in handen heeft, dan is het wel zo verstandig
om hem dan ook aan de anderen ter hand te stellen. Dus wat dat betreft vind
ik ook het verhaal van de verhuizing enzovoorts bij een zo omstreden plan
als het bestemmingsplan Nieuwegracht II echt ongelooflijk. Dat kan ik niet
begrijpen dat het inderdaad zo zou zijn.
Dan wil ik even reageren op de heer Krijger en- zijn reactie, die positieve
houding van de vaste commissie. Wanneer je de brief leest, dan krijgt Soest
op alle mogelijke manieren sneren. "Heeft u wel eens gekeken naar
alternatieve lokaties? Nou, dat is dan niet zo duidelijk!" Dan komt er bij
ad B: "Gelet op de ervaringen bij Nieuwegracht I zou ik het op prijs
stellen als het realiteitsgehalte van de voorgenomen bedrijfsverplaatsingen
wordt ingecalculeerd." Nou, u mag dan denken dat ik onnozel ben, maar
tussen de regels staat dus al heel wat kritiek verpakt. Als ik dan nog eens
in herinnering mag roepen hoe in het verleden heel duidelijk door een
aantal politieke partijen die toen in de raad zaten en ook door mensen van
"Soestdijk geen stankwijk" aan de orde is gesteld bij voorlichtingsavonden
dat er ook alternatieve lokaties waren en dat dat gewoon van de hand werd
gewezen, want dat moest het gebied zijn omdat toevallig Foxboro dat stuk
grond in de uitverkoop had. Dan denk ik dat het nog een hele moeilijke zaak
zal worden om aan de provincie duidelijk te maken dat er ook alternatieve
lokaties aan de orde zijn geweest.
Heer ZWAANENBURG (CDA) Voorzitter, slechts een hele korte reactie op de
opmerkingen van de heer Witte. Ik vind dat hij zeer snel leert en weet hoe
hij tussen de regels door moet lezen. Een paar van zijn opmerkingen zijn
bepaald niet ten onrechte gedaan. Maar, voorzitter, ik zou toch aan hem
willen vragen waarom hij dat zegt. Om daarmee de laatste alinea: tenslotte
deel ik mee etcetera, in twijfel te trekken? Daar staat tussen de regels
niets of nauwelijks iets.
Wethouder MENNE: Ik wil toch hier ook iets over zeggen, aangezien hier
mijn college, de heer Visser, van enige kwade trouw zou worden beticht. Dat
is absoluut niet het geval. Inderdaad hadden wij als college die brief
eerder ter kennis moeten brengen, natuurlijk. Maar het betreft overleg
tussen de provincie en de gemeente. Er is gesteld door Schapenk: ik zal de
zaak positief voorleggen aan de vaste commissie in de Staten en ik doe dat
positief ervan uitgaande dat wij met die knelpunten rondkomen. Wij hebben
daar ook overleg over gehad, dus er is totaal niets aan de hand verder.
Voordat er standpunten worden ingenomen en voordat wij ten opzichte van het
eerdere raadsbesluit wijzigingen gaan aanbrengen, dienen wij de volledige
informatie aan de raad ter hand te stellen. Dat zal ook gebeuren, dat zou
ook gebeurd zijn als u gisteren niet naar de heer Visser zou zijn geweest
om deze brief te vragen. Want we hebben er geen enkel belang bijWij
brengen het volledige pakket bij u en dan hebt u een overzicht van alle
gegevens. U moet er dus echt op vertrouwen dat de heer Visser absoluut
geen kwade trouw had.
Heer WITTE (GGS)U lokt mij wel een beetje uit, mijnheer MenneWant
inderdaad, als ik dan nog even kijk naar de positie van de heer Visser in
het verleden, en uw positie uit het verleden, dan moet ik inderdaad