20 december 1990 - 4 - daarmee door te gaan. Dan kan het structureel worden. Op dit moment gaat het dus om incidenteel geld, 110.000,= en wij komen tekort, zoals u ziet, 19.000,= Daarvan hebben we dan nog staan 5.000,= dat is van het oude potje werkgelegenheid. Dan hebben we dus nog een 14.000,= tekort. Dat stellen wij voor te dekken uit de bedrijfsvoorzieningen staf. U weet, verschillende onderdelen zullen nog niet meteen kunnen worden aangepakt, maar bijvoorbeeld de banenpools -en zo zitten er nog een paar bij- die kunnen wel snel al wat resultaten laten zien. Ik zeg u toe, mevrouw Blommersdat wij in de commissie -zogauw er meer zicht op is- daar regelmatig in het komende jaar mee zullen komen. Dan kunt u ook zien of het de moeite waard is en of we daar al of niet mee door moeten gaan. Dan de rente. Het hele rentevraagstuk is inderdaad een punt van de totale reserves of een gedeelte ervan. Er zijn natuurlijk verschillende soorten reserves, bij de ene reserve wordt rente bijgeschreven, bij de andere niet. Ik weet niet of dat hier in de raad allemaal moet. Ik heb wel cijfertjes bij mij, maar de vorige keer is het ook allemaal een beetje als een lawine overgekomen. Ik denk dat we dat in de commissie beter kunnen bespreken. Ik denk dat we het dan zo doen, dat ik een staat maak van de reserves en dan, voorzitter, bekijken wat we met de verschillende rentes doen. Die 27 miljoen die u noemt is natuurlijk ook een optelling van verschillende reserves. Dan kom ik daarmee niet in de eerstvolgende commissie financiën, maar wel in een van de volgende commissies financiën. Ik zeg u toe dat het als agendapunt dan besproken wordt. Mevrouw BLOMMERS (WD): Voorzitter, wij willen graag een goed bestemmings plan Landelijk Gebied. Geen moment hebben we daar twijfel over laten bestaan. Wij zeggen alleen: het is geen nieuw beleid. We hebben de vorige keer er al voor gewaarschuwd dat als we het geld dat we voor nieuw beleid bestemd hebben, net zoals de landelijke regering uitgeven aan lopende zaken, er straks geen geld meer is voor nieuw beleid. Daarom zeggen wij bij de voorjaarsnota verwacht ik een goed en duidelijk onderbouwd overzicht van de geschatte kosten van een goed plan Landelijk Gebied en dan zullen we daar middelen voor moeten vinden. Maar niet uit de post nieuw beleid. Dus, wat betreft de intentie heeft u onze steun, wat betreft deze dekking niet. De woorden van wethouder Menne over het werkgelegenheidsplan hebben een heleboel verduidelijkt. Ik ben blij dat u inderdaad de opleidingskosten ook probeert te dekken uit de posten die daarvoor bestemd zijn. Daar kunnen wij graag mee akkoord gaan. VOORZITTER: Mag ik aannemen dat de raad met het voorstel zoals het hier op tafel ligt, kan instemmen? De WD gaat ook mee met het voorstel zoals we dat hier vanavond aan de orde hebben? Dan is aldus besloten. Het voorstel (RV 90-164) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 5a. Voorstel tot het om advies in handen stellen van ons college van het initiatiefvoorstel van de fractie van D66 tot het vaststellen van een referendumverordening. VOORZITTER: Voordat ik de raad het woord geef, zit ik even met een ordeprobleem. Het reglement van orde voorziet er niet helemaal in, dus ik leg het maar aan u als raad voor. Er is een bepaling die zegt dat de indiener van een initiatiefvoorstel -daar is hier sprake van- het eerst het woord mag voeren. We kunnen zeggen dat dat vorige keer is gebeurd. Het is nu eigenlijk een voorstel van het college. Het college past het reglement van orde toe. Ik laat het even aan u als raad over, want het reglement van orde voorziet hier niet in. Dus als u zegt: eerst de fractie van D66 het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 427