20 december 1990 - 18 - gemeente een voorbeeld te stellen voor wat wij met z'n allen belangrijk vinden, namelijk het milieu. Juist bij dit agendapunt heb ik de regel "milieu: wij vinden het als college ook belangrijk gemist. Graag zou ik bij dit soort agendapunten het hoofdstuk milieu behandeld zien. Daar waar het echt nonsens is hoeft er voor mij niet bij te staan: "milieu, geen opmerkingen" Heer VAN DEN BREEMER (CDA): Voorzitter, graag wil ik via u even reageren op de uitlatingen van de twee vorige sprekers. Hier staat heel duidelijk: "..nadelige invloeden (kunnen) hebben..". Dat houdt in dat als daar dus landbouwmethoden toegepast zouden worden waarmee de wettelijke normen overtreden zouden worden, dat nadelige schade kunnen opleveren. Dit is echter niet het geval, althans het wordt niet aangetoond. Dan kan je dit soort verhalen zoals de vorige sprekers net hebben aangevoerd, bij alle punten wel opnoemen. Dan kunnen we wel gaan zeggen: laten we maar geen wegen meer aanleggen, want op die wegen rijden auto's en die kunnen nadelige invloed op het milieu uitoefenen. Inderdaad, dat zou kunnen. Maar zolang je aan de wettelijke normen voldoet, is er niets aan de hand. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, het lijkt mij wel mogelijk voor het college om aandacht te vragen bij de verlenging van het contract voor de overbemesting en de consequenties die dit voor het milieu heeft. Ik denk dat het voor een groen college het minste is wat we kunnen doen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, ook via u wil ik even reageren op wat zaken. Er worden hier volgens mij heel veel milieutechnisch aparte en ook heel vreemde dingen gezegd. Door een van onze medeleden van deze raad wordt beweerd dat het eigenlijk milieutechnisch best wel meevalt met onze bemesting. Als dat waar was, zou onze overheid in Den Haag een beetje achterlijk zijn. Ik meen van niet. Daar zitten overigens ook ik weet niet precies welke partijen, maar ik meen ook een CDA dat een aantal ministers levert. Dat is dus wat vreemd als vanuit CDA-zijde dit beweerd wordt, dat het eigenlijk niet schadelijk is, dat het nog helemaal niet aangetoond is dat er schade ondervonden wordt van de mesthuishouding. Maar even vreemd vind ik het van de andere zijde als daar beweerd wordt dat wij als verpachter van gronden hogere eisen aan onze burgers moeten gaan stellen die een stukje grond eisen dan aan andere burgers in Soest waar wij gewoon een harde regelgeving voor hebben ten aanzien van mestproblematiek, van uitrijtijden enzovoorts. Wij zouden dan specifiek in deze verordening een zaak moeten gaan opnemen dat we voor hen een strakker, ander beleid gaan voeren. Dan ben je niet best uit met deze gemeente! Ik denk dat we hier de zaak toch wel zuiver moeten blijven zien. Het gaat hier om een landelijke overheidszaak, die houdt ons regels voor en die regels moeten wij vertalen in plaatselijke regels. Wij moeten niet voor ons eigen klein grondbezit een aparte vertaling gaan maken die extremer is. Alsjeblieft niet Heer POTHUIZEN (D66): Ik zou mij aan willen sluiten bij het advies van de heer Boerkoel. Ik wil richting de heer Meilof nog opmerken dat het niet de eerste keer zou zijn dat deze raad van een situatie waarin de gemeente ook privaatrechtelijk iets zou kunnen, adviseert om ook de privaatrechtelijke weg maar te gebruiken. Of dat zomaar kan, gelet op het feit dat het hier weliswaar gaat om een jaarlijkse verpachting, maar in feite om één die jaar op jaar weerkeert met steeds dezelfde mensen, dat is natuurlijk iets waar u dan nog wel even naar zou moeten kijken. Misschien dat dat dan bij de verpachting voor het jaar 1992 tot een wat aangepast voorstel zou kunnen leiden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1990 | | pagina 441