12 april 1990
- 15 -
fractie van het CDA gezegd dat men daar geen behoefte aan had. Ik heb
gevraagd aan de andere aanwezige fracties om daar ook nog op te reageren.
Heer VAN DEN BREEMER: Voorzitter, wij hebben niet veel reacties op hetgeen
nu door het college geantwoord is. Wij willen wel vragen aan de WD-fractie
wat zij bedoelen met hun opmerking over Birkstraat 142b, omdat ik er niet
anders uit kan lezen dan dat door het college is ingestemd met de bouw van
die bedrijfshal op dat perceel en geen woning wordt toegestaan. Onze
fractie is daar ook geen voorstander van, van die woning. Voorts vinden wij
dat de overige voorstellen van de WD dusdanige consequenties hebben voor
de uitgangspunten van het bestemmingsplan, dat onze fractie daar niet in
mee kan gaan.
Wat ons eigen voorstel betreft vraag ik toch aan de WD-fractie hun mening
daarover te geven. Mocht die mening niet positief zijn, dan zullen wij daar
geen breekpunt van maken, maar dan willen we wel daarbij opmerken dat deze
raad met twee tongen spreekt als hij spreekt -en dat doet hij herhaalde
malen- over een actief beleid voor het verplaatsen van milieuhinderlijke
bedrijven. Als wij dat met de mond belijden, dan moeten we ook zorgen dat
de mogelijkheden die daarvoor gecreëerd moeten worden, ook gecreëerd
worden.
Heer BEIJEN: Voorzitter, de wethouder heeft gevraagd naar de mening van de
WD-fractie over het ingediende amendement van de heer Visser. Wij hebben
daar, evenals het CDA, geen behoefte aan.
Dan even een kort antwoord als het mag, via u, voorzitter, aan de heer Van
den Breemer. Wij bedoelen met het in het bestemmingsplan opnemen van de
bedrijfsbestemming aan de Birkstraat 142b de bouw mogelijk te maken van een
kleinere schuur, voorzien van een woonhuis aan de voorkant.
Dan in de kwestie Kuyer. Er zijn al afspraken in het overleg. Er zijn
aankondigingen gedaan dat er een actief milieubeleid gevoerd zal worden nu
het plan komt. Op het moment dat dat aan de orde is, zullen we ook de zaak
van Kuyer opnieuw aan de orde stellen.
Heer VISSER: Voorzitter, ik begrijp dus dat zowel het CDA als de WD meer
behoefte heeft aan een golfbaan met een restaurant en een parkeerplaats dan
aan een stukje natuur, een stukje milieu, een stukje behoud van ons
buitengebied. Het is jammer. Ik zal op die golfbaan niet verschijnen. Ik
ben dus tegen alle voorstellen van het CDA over de heer Kuyer en over de
heer Raatjes van de WD. Dat begrijpt u wel. Ik zal daar tegen stemmen,
zoals ik ook tegen het hele plan Landelijk Gebied zal stemmen. Maar dat
wist u al.
Heer KRIJGER: Een vraag over de orde. Dit komt weinig voor. Hoe zal er
zometeen gestemd worden? Ik krijg de indruk dat dit bestemmingsplan wordt
vastgesteld met de grootst mogelijke meerderheid. Hoe gaat dat nu?
VOORZITTER: Als er zometeen om een stemming wordt gevraagd, want dat moet
ik eerst nog maar afwachten, dan ga ik gewoon over tot stemming. Er is een
quorum aanwezig, dus vandaar dat ik ook de raadsvergadering gewoon door kan
laten gaan.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat ik in tweede termijn
moet constateren dat met betrekking tot de Birkstraat 142b het CDA heeft
gezegd er geen breekpunt van te zullen maken als de andere aanwezige
fracties er anders over denken. Dat zijn de standpunten die er liggen,
althans zo heb ik het verstaan.