18 april 1991
- 13 -
dat andere culturele uitingen via structurele subsidiëring er
gunstiger afkomen;
verzoekt het college
ten bate van het Bach-Ensemble eenmalig voor het jaar 1991
10.000,= ter beschikking te stellen voor uitvoeringen in Soest;
en gaat over tot de orde van de dag.
De motie is ondertekend door W.R. Meilof (GPV/RPF/SGP)Kees Boerkoel
(PvdA), C. Verheus (CDA), H.L. Witte (GGS)A.E.C. Pothuizen (D66) en A.D.
Tomassen-Holsheimer (Progr.Soest)
Wethouder MENNE: Voorzitter, in zoverre er complimenten gekomen zijn, zal
ik die natuurlijk naar de auteurs en de ambtenaren overbrengen. Daarvoor
dank. Het tweede punt is, in zijn algemeenheid heb ik gehoord van de
fracties -één fractie heeft zelfs de voorjaarsnota van een jaar geleden
erop nageslagen- dat er dus zwarte wolken dreigen. Dat hebben verschillende
van u gezegd en dat mag dan vorig jaar ook zo gezegd zijn, mijnheer Witte,
maar wij weten ook dat in grote lijnen de raad het voorstel van het college
gevolgd heeft, bij gevolg viel het mee. Omdat wij de zwarte wolken zagen,
daarom viel het mee. Nu zegt D66: dat komt niet door ons hier, dat komt
door de landelijke regering van CDA/PvdA. Wanneer D66 -tussen de regels
door horend- in dat illustere gezelschap zou zitten, dan zou het allemaal
wat helderder zijn met die hemel, minder zwarte wolken en dan zouden wij
hier ook wat gelukkiger zijn. Dan ga ik even terug, voorzitter, naar
1981/1982. Ik zal u niet alle feiten opnieuw voorleggen, echter, ik weet
wel dat op het eind van de rit het in de enquêtes bleek dat de D66-fractie
nog één zetel over had en dat wij zeiden onder elkaar: nou, goed, we moeten
daar natuurlijk niet onbescheiden over zijn. Echter, wat treft mij nu? Dat
toch de vertegenwoordiger van D66 in deze raad eigenlijk het lied misschien
zou kunnen aanheffen: het is moeilijk bescheiden te blijven.
Voorzitter, ik heb indringend geluisterd naar de WD. Mevrouw Blommers
heeft gezegd: u bent nogal terughoudend. Dat is zo. Wij geven niet zomaar
prijs de verschillende bestedingen. Daar hebt u gelijk in. U zegt: dan moet
u maar eens aangeven wat u er allemaal mee gaat doen. Dat hebben wij dus
gezegd: daar waar we het niet hebben aangegeven hebben we wel gezegd waarom
we dat niet hebben gedaan. Wij hebben nu in laatste instantie -dat geef ik
toe- wat concreter op enkele voorstellen die mirabile dictu (wonderlijk
genoeg) overeenkomen met verschillende door moties ons voorgelegde
voorstellen. Dus ik denk wel dat wij in deze raad tot een overeenstemming
zullen komen. Dat inzicht in bestedingen, daar wil ik toch nog wel even op
doorgaan. Mevrouw Blommers heeft gevraagd: geef ons meer inzicht. Ik denk
dat wij zo spoedig mogelijk dat zullen verkrijgen op basis van drie poten,
dat is ten eerste de poot van de fracties die nu uit de zogenoemde A/B/C/D-
lijsten keuzes maken. Daar zullen wij, dat zeg ik u toe namens het college,
ook zeer zorgvuldig naar kijken wanneer wij die hebben terugontvangen. Dat
hebben wij misschien in de voorgaande jaren niet altijd even daar klonk
vaak niet altijd door dat wij daar toch goed naar hadden gekeken. Wij
moeten dat inderdaad -dat hebben wij ons ook voorgenomen- goed doen. Wij
sturen ze niet voor niks toe. Dan hebben we natuurlijk ons nieuwe beleid.
We hebben dus pijplijn en daar zitten ook al bestedingen in, mevrouw
Blommers, maar ook in het nieuwe beleid. Daar hebben we al verschillende
voorstellen liggen. Tenslotte natuurlijk de begroting 1992/1995. Het is
natuurlijk niet zodra wij -onder andere naar de Joannesparochie waar door
mijn collega nader op zal worden ingegaan- het is natuurlijk wel zo dat dat
een structurele uitgave is die wij dus nu even blokkeren en dan straks
zullen toevoegen aan de structurele ruimte die -dat hoop ik dan- er straks
zal zijn. Dan zullen wij de Joannesparochie, de gereserveerde gelden voor
de verkoop van de Joannesparochie die niet doorgaat, daaraan toevoegen,