18 april 1991 - Uk - betreurt, het is een compliment waard naar de zijde van het huidige college. Immers, laten we dat vooral niet vergeten, het vorige college heeft ruim drie jaar aan deze zaak gewerkt en wist wat nu wel kan, niet tot stand te brengen. Het huidige college heeft binnen een jaar na zijn aantreden dus wel bereikt wat in driekwart van de voorgaande periode niet mogelijk bleek. Een opmerking, mijnheer de voorzitter, over wat mevrouw Blommers noemde. Ja, het kost handen met geld, de heer Witte had het zelfs over goud. We moeten overigens nog afwachten hoe de reactie van de inspecteur uitpakt, maar ik ga er in ieder geval van uit dat het stuk dat het college ons heeft doen toekomen, ongeveer in overeenstemming is met de werkelijkheid, ook de getallen die daarin genoemd worden. We moeten natuurlijk niet uit het oog verliezen dat door opheffing van de Sportstichting er ook een lichaam, dus een aantal personeelsleden, niet meer ten laste van dit budget komt. Dus in de plaats van extra uitgaven, die ik overigens niet ontken, zijn er ook extra besparingen. Ten aanzien van de voorbereidingsgroep sportoverlegmet betrekking tot de presentiegelden kunnen wij ons verenigen met de toelichting zoals u die in de adviezen op de commissiebespreking hebt gesuggereerd en vastgesteld. Tot slot, mijnheer de voorzitter, meerdere sprekers hebben het al gezegd en dat kan ik in mevrouw Blommers wel waarderen dat zij aan het eind van haar verhaal de nieuwe sportraad alle goeds toewenst. Wij hopen ook dat de sportraad met de gemeenteraad een hele vruchtbare samenwerking zal hebben. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, met forse tegenzin zal ik voor dit voorstel stemmen. Niet omdat ik het een goed voorstel vind, maar omdat het gewoon maar verder moet gaan, we moeten de zaak niet verder tegenhouden. Het betekent allerminst dat ik hier gelukkig mee ben. Er is oorlog verklaard een aantal jaren geleden, we hebben toen als aantal raadsleden in een commissie nog bij elkaar gezeten waar we niet met elkaar spraken, met de suggestie dat we bij elkaar kwamen om wel met elkaar te spreken, om toch nog in zeker overleg te zijn met de sport. Dat is een rampperiode geweest waarvan ik achteraf niet anders kan zien dan dat het een periode is geweest van een vorm van machtstrijd en het elkaar op onaangename wijze uit schakelen. Ik heb daar buitengewoon vervelende gevoelens aan overgehouden. Ik heb er ook buitengewoon vervelende gevoelens aan overgehouden dat we door moesten zetten, dat er dus per definitie een andere structuur moest komen en dat dus niet gezocht kon worden naar een verbetering van de bestaande structuur, wat ons dus ook wel wat minder gekost zou hebben dan de risico's die we nu lopen met het huidige besluit. Maar het nu tegenhouden, het nu niet hier voor zijn, zou betekenen dat er een overleg ontstaat vanuit al onze frustraties. Dat gaat waarschijnlijk weer heel erg lang duren en daar zullen we ook niet veel verder mee komen. Dat is ondenkbaar, want we moeten verder met een structuur die dan misschien toch wel redelijk gaat lopen. Ik wens deze Vereniging Sportraad Soest veel energie toe om het werk goed te doen ten bate van een goede sport beoefening VOORZITTERHet is op slag van elf uur. Ik moet nu het reglement van orde hanteren, artikel 8, lid 1, waar staat dat de vergaderingen om elf uur eindigen. Indien de agenda niet is afgewerkt, gaan wij de volgende dag zonder nadere aankondiging om vijf uur 's middags verder. Tenzij de voorzitter een ander voorstel doet. Ik zie twee mogelijkheden. Of we gaan vanavond nog verder, maar we zijn nog niet op de helft van de agenda. Je moet daarbij ook kijken of het verstandig is, want de vermoeidheid gaat een rol spelen, of wij elkaar niet gaan irriteren en of wij nog wel verstandige besluiten nemen. Hoewel ik er niet aan twijfel dat u als raad dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 129