21 februari 1991
voorstel van het CDA en Gemeentebelangen Groen Soest. Het is altijd goed
als mensen nog eens tot inkeer komen, zeg ik dan maar. Het is aan de andere
kant ook jammer dat burgers zo lang bij ons en bij u en met elkaar moeten
spreken over punten, waarvan we nu uiteindelijk constateren dat het
misschien verspilde energie van alle partijen is geweest. Twee jaar geleden
is in de commissie bedrijven gesproken over het speelveld in dat gebied.
Dat wil ik maar even uitgesproken hebben. Daarmee kunt u begrijpen dat wij
tegen het vastleggen van de bestemming speelterrein zijn.
Als we praten over het bezwaarschrift III, dan zijn wij het eens met het
voorstel zoals dat voor ons ligt. Wij komen daarop terug bij het
bezwaarschrift. Daarom had ik ook graag op voorhand de reactie van de heer
Emmen gehad, maar ik begrijp dat dat er niet inzit.
Mevrouw Tomassen heeft het over veilige speelgelegenheid voor het Van
ArkelinstituutHet frappeert mij iedere keer weer dat insprekers ons soms
op voorhand zoveel dingen kunnen zeggen die de kranten de dag erna ook
bevestigen. Een groot deel van de kinderen daar gaat verhuizen naar
Dordrecht
Mevrouw TOMASSEN (PS)Heeft u de brief niet gelezen van de directeur van
het Van Arkelinstituut waarin hij pleit voor de speelgelegenheid? Daarbij
pleitte ik voor de hele buurt.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Ik ben blij met dit soort interrupties. Ik had
het over het feit dat de burgers dikwijls zoveel beter geïnformeerd zijn
dan wijZij konden ons melden op de vorige inspraakavond dat er iets zou
gaan wijzigen. Wij met elkaar kijken elkaar aan en zeggen: ze hebben
gelijk, blijkt achteraf.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Die wijziging was niet relevant.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ik zou het verhaal toch graag afmaken zonder
al te veel interrupties, mijnheer de voorzitter.
Ik heb ook gekeken naar de verslagen van de werkgroep Zuider-Eng en ik heb
moeten constateren dat er ongeveer zes regels in drie verslagen aan gewijd
zijn. Dan denk ik: er zal ongetwijfeld diepgaand en uitputtend over
gediscussieerd zijn wat daar dan wel moet komen, maar uit de verslaglegging
-en daar moet ik het mee doen- kon ik dat niet opmaken. Dus als die
werkgroep meent ons te moeten voorlichten, dan zou ik uit de verslagen op
zijn minst willen vernemen wat er dan vergaderd wordt.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil eerst in navolging van het CDA toch
nog even ons amendement beargumenteren met wat aanvullingen. In de huidige
situatie is dat terrein natuurlijk uitstekend geschikt om te spelen. Er kan
gevliegerd worden, gaten gegraven, tenten opgezet, gehonkbald, noem maar
op, alles wat een kind kan bedenken aan vrij spel. Wat dat betreft is de
huidige situatie dus veel beter dan de verandering door te zeggen: daar een
stukje voor de kinderen en aan de andere kant een stukje voor de honden.
Dan de inrichting zoals die is voorzien in het bestemmingsplan met
afrasteringen. Dat doet de openheid geweld aan. Wij hechten heel erg aan de
open zichtlijn richting Waldeck Pyrmontlaan en Verlengde Talmalaan, omdat
we in tegenstelling tot wat de wethouder in de commissievergadering zei,
niet vinden dat het een echt ander onderdeel van de Eng is dan andere
delen. Natuurlijk, de verschillende gebieden hebben een ander gezicht, maar
juist in het groenstructuurplan van Oranjewoud en ook in het rapport van de
werkgroep de Soester Eng wordt toch heel duidelijk gezegd dat die structuur
vastgehouden moet worden. Ik denk dat een van de zaken die je moet doen om
die relatie tussen die gebieden vast te houden is, het openhouden en niet