20 juni 1991 - 29 - U hebt zicii het laatste jaar nog in bijzondere mate, maar ook daarvoor, beijverd cm de relatie burger - bestuur te verbeteren. U hebt daar voorstellen toe gedaan en een aantal van die voorstellen is overgenomen. U weet het, het referendum heeft het nog niet gehaald. Ik zeg bewust: nog niet. Misschien bent u er te vroeg nee gekomen, wellicht te laat. Dat zal de toekcmst uitwijzen. Wellicht kant het toch nog een keer zover hier in Soest dat het referendum wordt ingevoerd en dan zult u ongetwijfeld met plezier daarnaar kijken. Heel hartelijk dank namens het gemeentebestuur. Na mij zal de heer Verheus als nestor van de raad ook nog het woord voeren, dus ik moet mij wat beperken, ik zal niet volledig zijn. Maar ik wil in ieder geval namens het gemeentebestuur u heel hartelijk danken en u als blijk van waardering en dank de gemeentepenning overhandigen. Voordat ik u verder toespreek, mijnheer Pothuizen, denk ik dat nu het mement goed is dat ik mij toch even tot uw echtgenote richt. Ik ben blij dat mevrouw Pothuizen hier vanavond aanwezig is. Ik heb in het praatje voorafgaand aan de raadsvergadering van haar gehoord dat zij in het begin van het raadslidmaatschap van de heer Pothuizen een aantal raads vergaderingen heeft bijgewoond, daarna niet meer. Ik weet niet precies wat de reden is, ik zal daar verder ook niet cp ingaan. Ik ben in ieder geval blij dat u vanavond deze raadsvergadering hebt meegemaakt. Het is toch ook weer een bijzondere raadsvergadering geweest met schorsing en inspreker en ook de heer Pothuizen heeft toch weer een belangrijke bijdrage aan het debat geleverd. Maar u, mevrouw Pothuizen willen wij toch graag heel hartelijk dank zeggen voor de stam die u uw man altijd hebt gegeven in al die jaren dat hij lid was van de gemeenteraad. Dat willen wij graag onderstrepen met u een bos bloemen aan te bieden. Alleen, ik betwijfel of u hem nu vaker thuis zult zien, want hem kennende zal hij die tijd toch wel weer cp een andere wijze invullen, waarschijnlijk meer verband houdend met zijn hoofdberoep bij de spoorwegen. Maar dat laat onverlet de dank die wij aan u hebben voor alle stam die u hem hebt gegeven. Ik wil dat graag onderstrepen door u deze bloemen aan te bieden. Dames en heren, toen ik mij voorbereidde op dit praatje, dacht ik even: hebben wij vanavond niet bij het vertrek van de heer Pothuizen te maken met het eerste slachtoffer van uw eigen beleidsprogramma gemeenteraad van Soest? Onder II onder A staat in uw beleidsprogramma onder verkeers- beleidsplan dat u voorrang wilt geven aan verbetering en uitbreiding van het openbaar vervoer. Dat betekent dat wij daar op zodanige wijze al inhoud aan geven dat het hoofdberoep van de heer Pothuizen bij de spoorwegen een zodanig drukke baan wordt dat hij het niet meer kan ocmbineren met het raadslidmaatschap. Ik hoop dat het beleidsprogramma beperkt blijft tot dit enige slachtoffer, want anders denk ik dat wij nog meer raadswisselingen zullen krijgen. Mijnheer Pothuizen, wij willen het niet alleen laten bij de gemeentelijke erepenning die wij u hebben aangeboden. Ik wil u ook hierbij nog cadeaubonnen overhandigen. Er is cp aangetekend: voor spullen voor de tuin of voor treinstellen. U begrijpt hoe wij daaraan gekemen zijn, er zal ongetwijfeld informatie over zijn ingewonnen. We hadden het zelf kunnen kepen in de winkel, maar ik denk dat het leuker is als u zelf, hetzij alleen, hetzij samen met uw vrouw een nieuw treinstel gaat uitzoeken of iets voor de tuin. Dames en heren, het is zo dat als je in dienst bent -sommigen van u zijn dat geweest en die weten het- dat wanneer je als soldaat begint, dat sommige soldaten -zoals Napoleon zei- de maarschalksstaf in hun ransel hebben. Nu geldt dat natuurlijk niet bij de spoorwegen, maar de kwaliteiten van de heer Pothuizen zijn waarschijnlijk zo groot, gelet cp de promotie die hij net ook alweer heeft gemaakt en gelet op zijn nog jeugdige

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 182