19 september 1991
- 8 -
alleen de gestorven landbouwhuisdieren bedrijfseconomisch, maar ook vaak
emotioneel min of meer diep kunnen inwerken op de veehouder en zijn
omgeving. Daarnaast is het naar onze mening ten aanzien van de zorg voor
volksgezondheid en milieuhygiëne alsmede de ethische en esthetische
aspecten uiterst verwerpelijk om kadavers ter inzameling langs de openbare
weg te deponeren. Wij zijn daarom van mening dat de verordening dient te
worden gewijzigd, dat de aanbieding van kadavers plaats vindt op een goed
bereikbare plaatsniet zichtbaar vanaf de openbare weg. Wij hebben daar
een amendement voor gemaakt, dat ondersteund wordt door de fracties van
CDA, WD, Partij van de Arbeid en Gemeentebelangen Groen Soest. Ik houd mij
verder aan de orde van de vergadering, zodat u het amendement voor kunt
lezen.
VOORZITTER: Terwijl u inmiddels over een exemplaar van het amendement
beschikt, zal ik de tekst voorlezen.
Amendement behorend bij RV 91-135
Raadsvergadering 19 september 1991
Aangezien de nieuwe destructieverordening ertoe leidt
dat kadavers in het zicht van de openbare weg worden aangeboden aan het
destructiebedrij f
verzoeken wij het college van B&W
de verordening te wijzigen op een zodanige wijze
dat aanbieding van kadavers plaats vindt op een goed bereikbare plaats,
niet zichtbaar vanaf de openbare weg.
namens de CDA-fractie A. van den Breemer
namens de WD-fractie mevrouw Blommers
namens de PvdA-fractie de heer Boerkoel
namens de fractie GGS de heer Witte
Dan staat er nog: namens de fractie D66, namens de fractie P.S. en namens
de fractie GPV/SGP/RPF, maar daar staan geen handtekeningen bijdus dat
laat ik even buiten beschouwing. Volledigheidshalve heb ik het wel
voorgelezen, omdat het hier ook staat.
Mevrouw VAN ECK (D66): Met de strekking van het amendement kan ik het wel
eens zijn. Het zou natuurlijk beter zijn als de kadavers inderdaad niet
langs de openbare weg gelegd hoefden te worden. Maar als ik in de
toelichting van artikel Al lees dat na langdurig overleg dit overeen
gekomen is en dat CeBeSon eventueel zich flexibel wil opstellen, dat het
aan de aanbieder en de vervoerder is om een regeling te treffen, worden ze
het niet eens met elkaar, dan moet het college een plaats aanwijzen die
bindend is, dan dacht ik dat er juridisch geen mogelijkheden waren. Blijkt
dat wel zo te zijn, dan lijkt het mij een goed voorstel om het in de
volgende commissievergadering weer op de agenda te zetten.
Heer WITTE (GGS): Voorzitter, opnieuw willen wij onze waardering uitspreken
voor het college dat zo alert reageert wanneer er zaken worden aangedragen.
De vorige vergadering moesten we nog constateren dat er het een en ander
met de destructieverordening
VOORZITTER: Het college is nog niet eens aan het einde van de vier jaar en
nu dit al
Heer WITTE (GGS): U zult het in de algemene beschouwingen nog wel merken
hoe tevreden wij zo langzamerhand worden in deze raad.
Voorzitter, de destructieverordening. Complimenten dat het zo snel voor