21 oktober 1991 - 30 - ons gebied, voor ons district. Die districtsbeleidsplannen zullen in de verschillende commissies algemene bestuurszaken van de desbetreffende gemeenten behandeld worden en gaan dan naar de korpsbeheerder toe, in dit geval dus de burgemeester van de gemeente Utrecht. In dat districtsbeleids plan kunt u ook mede aangeven wat u als prioriteiten denkt te zien. De GPV vraagt ernaar, ik wil dat ook in mijn antwoord meenemen: de wijkagent zoals wij die kennen, blijft gehandhaafd. Ik kan u zeggen, ook mijn politiemensen zullen alles eraan doen om het instituut van de wijkagent ook in de nieuwe formatie overeind te houden en zo mogelijk nog verder uit te bouwen. Alles onder het motto: kennen en gekend worden. De WD en D66 spreken dan over het zich veilig willen voelen in Soest. Dan kom ik bij het punt buurtpreventie. Op dit moment zijn ongeveer tien buurtpreventieprojecten gestart in onze gemeente. De eerste resultaten zijn positief. Zes van deze projecten draaien redelijk actief. De andere, daar zijn we nog druk mee bezig, maar we naderen wel nu een moment dat we bijna in capaciteitsproblemen komen, want het moet natuurlijk ook wel allemaal opgestart kunnen worden, begeleid kunnen worden. Uiteindelijk is natuurlijk het doel dat de buurt zelf zoveel mogelijk dat doet, maar zeker in de beginfase vergt het toch veel overleg, zowel van onze medewerkers als van de politie. De WD wijst op de politie-activiteiten met betrekking tot beperking van overlast van brommers, onder andere door geluid en snelheid. Ik kan u zeggen dat in de maanden september en oktober er een actie is geweest waarbij veel opgevoerde en geluidsoverschrijdende brommers van de weg zijn gehaald, c.q. zijn geverbaliseerd. Ik hoop dat u het kunt merken. Dan kom ik bij het CDA. Die maakt zich zorgen naar aanleiding van het laatste halfjaarverslag, want daar hebben zij met u allen in kunnen lezen dat er wellicht sprake van zou zijn dat het aantal onopgeloste misdrijven, als je dat vergelijkt met 1990, toeneemt. Was het 17,5% eerst, dan wil ik u erop wijzen dat u twee percentages vergelijkt. Het percentage over het hele jaar 1990 vergelijkt u met het eerste halfjaar van 1991. Ik denk dat we beter even kunnen wachten tot we over het hele jaar 1991 cijfers hebben. Inmiddels is bijvoorbeeld iemand aangehouden die 100 zaken heeft bekend. Als je dat in de percentages gaat verwerken, dan komt er wellicht een ander cijfer uit. Dus ik wil er graag een volgende keer nog eens met u naar kij ken Het CDA heeft gevraagd hoe het driehoeksoverleg is afgelopen ten aanzien van het drugsbeleid waarover wij met u in de commissie a.b.z. hebben gesproken. Ik kan u zeggen dat wij in het onlangs gehouden Driehoeksoverleg goede afspraken hebben gemaakt dat met name de acties die wij voeren, zowel bij bestuur, politie als bij justitie goed op elkaar afgestemd zijn en in eikaars verlengde zullen liggen. Afgesproken is dat justitie, zodra de mogelijkheden zich voordoen, één zaak en mogelijk meer, maar voorlopig ziet het ernaar uit dat we het met één zullen gaan doen, zodanig dat als de zaak op de rol staat bij de rechter, wij ook hopen dat de pers daarbij aanwezig is en daar de nodige publiciteit aan zal geven, zodat daar de bekende voorbeeldwerking van uit kan gaan. Dat is de ene lijn die wij volgen. De andere lijn is dat ook de stuurgroep bestuurlijke preventie de mogelijk heden van aanpak bekijkt. Ten aanzien van het concrete geval waarover we in Soest spreken, zou ik op dit moment, gelet op de wijze waarop we die zaak aanpakken, nu niet verder willen ingaan. Maar ik kan u wel verzekeren dat we de zaak nauwlettend in de gaten houden en waar mogelijk en wanneer mogelijk zullen ingrijpen. Het CDA spreekt ook over de surveillance binnen de woonwijken en wijst ook naar het districtsbeleid waarover ik al gesproken heb. Het rijden op de fiets door onze dienders, om het zo te zeggen, dat is een wens die niet alleen bij de partijen die daarover gesproken hebben, maar bij u allen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 269