21 oktober 1991 - 45 - motie nummer 3. Daar wordt gezegd: 20.000,= maar het moet 10.000,= zijn want er is al 10.000,= uitgetrokken. Dit even ter aanvulling, als correctie op de motie. Heer ZWAANENBURG (CDA)Voorzitter, een hele korte opmerking die ik graag wil maken richting wethouder Swinkels. Wij mogen dan wel eens in commissies een lichte aanvaring hebben met elkaar, dat hoort zo bij het werk. Ze schudt van nee, dus dat doet mij goed. Het zal de commissieleden en natuurlijk ook de wethouder niet ontgaan zijn dat ik regelmatig bij haar heb aangedrongen op het belang van de vereveningsheffing. Ik weet dat ze daar nogal stevig haar best voor heeft gedaan. Een compliment wat dat betreft is dan toch zeker op zijn plaats nu het besluit genomen is. Heer VERHEUS (CDA)Ik ben nog één ding vergeten, voorzitter, mag dat nog? Ik heb van de heer Kingma geen antwoord gehad, of het is mij ontgaan, over pagina 3 van onze algemene beschouwingen, waarbij ik gezegd heb: "De instelling van een cultuurfonds acht het CDA gewenst, niet alleen uit financieel oogpunt, maar ook uit overwegingen van actief beleid". Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, ik wilde de volgorde van onze algemene beschouwingen aanhouden en beginnen met het kleine stukje dat vooraan stond, waarop wethouder Visser heeft gereageerd door ons erop te wijzen dat hij voortaan zonder slag of stoot 4.500,= voor elk plannetje los zou willen krijgen. Ik denk niet dat het de bedoeling van de heer Visser is om het echt serieus te menen. Wat wij jammer vinden is -dat was de bedoeling van deze opmerking- dat als er een aantal Op 't Hoogt komt waarvan de wethouder zelf roept dat het uitstekend werkt, we zo'n belangrijk punt als de structuurvisie dan kennelijk niet via dat uitstekende medium kunnen verspreiden. Toen de wethouder ons meedeelde dat daar geen 4.500,= voor te vinden was door het college, betreurden wij dat. Dat was ook de reden waarom wij het voorop hebben gezet. Wij denken dat als er zulke belangrijke zaken naar de burgers toe moeten, dat het dan wellicht verstandig is om het toch nog eens even in de commissie aan de orde te stellen, want we konden natuurlijk op onze vingers natellen dat dit probleem eraan kwam. Wij betreuren het, want wij denken dat Op 't Hoogt bij iedereen thuisbezorgd moet worden. Ik ben het niet eens met de wethouder als hij zegt: kijk nou toch eens naar het grote publiek dat op de instuif kwam en naar de mensen op de inspraakavonden. Dat is namelijk die belangstellende burger die inderdaad de moeite heeft genomen om zelf actie te ondernemen. Waar we allemaal zo op hopen is dat ook de burger die het toevallig door de brievenbus krijgt, dat die ernaar kijkt. Daarom had ik zo graag gewild dat het thuisbezorgd was. Dan kom ik bij het stukje dat wij hebben geschreven over de verordening planschade. De wethouder wuifde dat weg, hij zei: nee hoor, dat kan niet volgens de wet. Misschien niet zo kort door de bocht als hier staat, maar wij zouden er toch voor willen pleiten dat u de verordening van Amersfoort overneemt. Kijk, u volgt zelf die weg. Wij hebben op het ogenblik een verordening planschade. Het ding is 20 jaar oud. Daarin gaan we ervan uit dat er wordt bekeken door de raad of de vraag om planschade ontvankelijk is en als we daar als raad ja op zeggen, wordt er vervolgens een commissie ingesteld bestaande uit één persoon namens de klager, één namens de gemeenteraad en een onafhankelijk voorzitter. Dat is een ouderwetse wijze van werken. Zelf gebruikt u allang in voorkomende gevallen een onafhankelijk instituut in Rotterdam om deskundig advies op dit gebied te vragen. We denken dat dat goed is en we denken dat we dat ook gewoon in de verordening moeten aanpassen, dat u ervoor zorgt dat als iemand denkt een beroep te kunnen doen op onze verordening planschade, dat het verzoek als

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 284