23 oktober 1991
- 24 -
Heer JANSEN (D66)Voorzitter, als ik even mag opmerken dat ik bijvoorbeeld
het idee van die wijkbus ook zie als een investering in milieu. Wat dat
betreft zou het daarin ook mee kunnen concurreren. Ik heb het expres zo
uitgedrukt in de geest van de overwegingen, omdat je inderdaad bij het
stellen van deze motie niet precies weet welke gerechtvaardigde wensen de
raad precies gaat honoreren. Vanmorgen hebben we er al een hele rij gehoord
die door het college zijn overgenomen. Wat dan precies de som van de
geaccepteerde moties is, dat valt wat moeilijk te overzien. Er blijft wel
wat over en in die zin is de motie bedoeld met het woordje "geest".
Wethouder MENNEAls ik daarop mag antwoorden? Inderdaad is het zo dat wij
ondertussen een berekening hebben gemaakt van het restant, maar dat is
natuurlijk nog niet definitief. Dat zien wij zo dat het inderdaad zo is dat
het ernaar uitziet dat we met 461.000,= uitkomen, echter, we zullen als
we straks de moties definitief hebben vastgesteld, dat nauwkeurig optellen
en dan ook ter inzage leggen voor u, als consolidatie eigenlijk van deze
begrotingsbehandeling. Dan zegt u: in de geest, u zegt: er komt dan nog
260.000,= respectievelijk 200.000,= uit, te verdelen uit die
461.000,= Dan zegt u: die 200.000,= zien wij dan ook dat daarin de bus
in zou passen. Echter, dan staat daar nog naast die 260.000,= voor
gerechtvaardigde wensen. Vandaar dat dat argument dus overeind blijft voor
het college om niet akkoord te gaan met deze motie.
Mag ik dan nu, voorzitter, overgaan naar motie 29 van D66? Dat heeft
betrekking op ruimte voor nieuw beleid. Ik ben misschien niet duidelijk
geweest in eerdere instantie, maandag is hierover gesproken. Misschien mag
ik u verwijzen naar de eerste nota van wijzigingen die wij u hebben
toegestuurd, RV 91-155, op bladzijde 5 onderaan. Daar staat: impuls ten
behoeve van sociale vernieuwing en milieu. Dat start niet in 1995 maar in
1992 met 80.000,= nog een keer 80.000,= en nog een keer 80.000,= en
dan 100.000,= in 1995. Dat moet nog verder worden uitgesplitst. Het is
echter in de ogen van het college en ook van u natuurlijk een speerpunt.
Vandaar dat wij vinden dat wij weliswaar aanvankelijk gezegd hebben
561.000,= was nieuw beleid 1995, we zijn daarop teruggekomen naar
500.000,= echter wij zijn bij dit voorstel weer gekomen op meer dan
561.000,= want u moet rekenen dat de jaren 1992, 1993, 1994 natuurlijk
opgeteld kunnen worden, dus eenmaal zeer hoog en dan dus terugkomen op
circa 600.000,= voor nieuw beleid. Vandaar dat het college zegt: motie 29
kunnen wij niet overnemen, aangezien wij reeds die 561.000,= niet alleen
gehandhaafd hebben, maar zelfs overschreden.
Heer JANSEN (D66)En daarmee honoreert u dus ook het principiële besluit
en handhaaft dus het oorspronkelijk voornemen om het op deze manier te
blijven doen? Want dat is eigenlijk de strekking van de motie, het ging
niet alleen om het geld, maar ook om de gedachte.
Wethouder MENNE: Dat wel ja.
Dan kom ik op motie nummer 35. Dat is een motie, zoals u ook zult
begrijpen, die verschillende moeilijke kanten heeft. Wij hebben daar nog
over gesproken. Het is een niet eenvoudig vraagstuk. Maar wij menen dat wij
daar nu hier geen panklaar antwoord op kunnen geven. U vraagt ook: een
regeling te ontwerpen. Wij zullen intern bezien of wij hierin kunnen
slagen. Ik ben wat voorzichtig. Wij zullen in ieder geval zo spoedig
mogelijk in de commissie financiën hiermee terugkomen en u hetzij een
concept-regeling hetzij punten waarvan wij vinden dat die van belang zijn
om daar zorgvuldig mee om te gaan, voorleggen. Het is een zaak waar je niet
en plein publiek straks in de uitvoering mee kunt komen. Dat moet zeer
voorzichtig en zeer zorgvuldig worden voorbereid. We zullen dus die