23 oktober 1991 - 25 - verschillende punten onder elkaar zetten en al dan niet -dat kunnen we op dit moment niet overzien- al met een regeling komen in de eerstvolgende commissie. Maar ik wil dit in ieder geval op de agenda zetten en dan de verschillende punten die hierbij betrokken moeten worden voor u op een rijtje zetten. Dat zeg ik u toe. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik wil wel even in herinnering brengen dat ten tijde van de verkiezingsbijeenkomsten in het Smitsveen het onderwerp door de daar aanwezige minderheden is aangesneden en dat de daar toen aanwezige partijen WD, PvdA en CDA heel definitief waren, dat er een regeling zou kunnen worden ontworpen voor de minima, omdat de mensen daar klaagden dat het bad hier veel duurder zou worden dan het Soester Natuurbad. Ik vind dan ook dat het niet kan dat er nu een verhaal wordt opgedist als zouden er problemen zijn, als zou het moeilijk zijn. Ik vind dat als dat indertijd op die verkiezingsbijeenkomst zo duidelijk is gezegd, dan moet je je daaraan houden. Wethouder MENNEDaar wil ik direct op antwoorden, dat de regeling die u nu bedoelt er al is, ten behoeve van minima. Maar ik zeg ook niet dat we niet tot een regeling kunnen komen. Ik zeg alleen dat het met de nodige zorgvuldigheid moet worden bezien. Heer WITTE (GGS)Voorzitter, dan wil ik weten welke regeling er is. Als er gedoeld wordt op het steunfonds, dan wil ik hier uitdrukkelijk zeggen dat het steunfonds pas in werking treedt als iemand al een schuld heeft en een lening heeft afgesloten bij de Kredietbank. Bij de bijzondere bijstand is de ervaring tot nu toe van bijstandstrekkers dat ze voor sporten en dat soort aangelegenheden geen gehoor krijgen bij de gemeente. Wethouder KINGMA: De suggesties van de heer Witte omtrent het steunfonds zijn volstrekt onjuist. Dat is zeker geen algemene regel dat je pas als je schulden hebt voor het steunfonds in aanmerking kunt komen. Nee, alleen voor die gevallen waarin de bijzondere bijstand geen oplossing weet te bedenken is het steunfonds van toepassing. Dat kunnen velerlei soorten zijn. Tegelijkertijd is het zo, als het om toepassing van bijzondere bijstand gaat, dat elk geval op zich beoordeeld moet worden. Dat betekent dat er een heleboel zullen zijn die inderdaad niet voor dit soort bijstand in aanmerking komen en sommigen wel. Daar valt in algemene zin niets over te zeggen, alleen dat men het gewoon proberen kan. VOORZITTER: Uit deze discussie merkt u al dat er toch wel wat haken en ogen aan zitten en ik stel u voor toch het voorstel zoals wethouder Menne dat namens het college heeft gedaan te steunen. We komen er dus mee terug in de commissie en zullen dat dan in detail nader met u kunnen bespreken. Dan geef ik het woord aan wethouder Kingma om het standpunt kenbaar te maken over motie nummer 31. Wethouder KINGMA: Dank u voorzitter. De motie van D66 gaat over een subsidie voor 1992, 7.500,= aan receptieve kunstvorming op basisscholen. De oorspronkelijke opmerking van D66 was er een van 25.000,= en die is ook eigenlijk correcter, want het is het inspelen op een stimulerings regeling van de kant van de provincie die wordt afgebouwd in een aantal jaren en die ons uiteindelijk met een structurele verplichting van rond de 25.000,= opzadelt. Daaraan hebben we op dit moment geen behoefte. Mevrouw VAN ECK (D66)Dus het is absoluut niet mogelijk om dat voor één jaar te doen? Hoe kan de provincie ons nou verplichten om dat voor vijf

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 344