23 oktober 1991 - 33 - maar toe te staan, maar dan wil ik toch nog eens wijzen naar het beleids programma 1990-1994, waarin we duidelijk hebben afgesproken dat we de militaire activiteiten in Soesterberg en Soest op Soester grondgebied zouden proberen te verminderen en in ieder geval zouden voorkomen dat deze zich zouden uitbreiden. Nu blijkt dat door het raccordement -dat is voor ons zo duidelijk als wat- de keuze voor de vestiging van een COT op de Leusderheide naderbij wordt gebracht, er wordt namelijk een grote investering gedaan door defensie op dat terrein. Als dan duidelijk is dat in het vervolg daarvan, terwijl er al een aantal andere plaatsen in Nederland zijn afgewezen in de heroverweging van defensie, dan denk ik dat het van de raad hoogst onverstandig is om zo'n aanlegvergunning te verlenen. Dat is dus een mogelijkheid, dat staat ook in het beleids programma: de mogelijkheden die we hebben, wenden we daarvoor aan. Nu hebben we een mogelijkheid: een aanlegvergunning weigeren. Dan denk ik dat het heel onverstandig is en ook in strijd met wat we in het beleids programma hebben neergelegd, om nu die aanlegvergunning toch af te geven. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, in de commissie is dit uitgebreid aan de orde geweest. Ik heb toen een ordevoorstel gedaan. Toen leek er zich een meerderheid af te tekenen om inderdaad aan te houden, ik heb niet gezegd: helemaal weg, maar ik heb gezegd: aanhouden tot de beslissing van de minister gevallen is. Door -ik zou het voorzichtig willen uitdrukken- het wat onhandig omgaan van de wethouder met dat ordevoorstel en het woord verlenen aan een van de defensiemensen die natuurlijk een ander verhaal brengt omdat hij een belang heeft te verdedigen, heeft het ordevoorstel het helaas niet gehaald. Ik begrijp van u dat u heel snel hebt gewerkt en dat de brief er zelfs al uit is. Dat is op zich een positieve ontwikkeling dat het zo snel kan. Ik hoop dat het altijd zo snel gaat. Het zou denk ik wat belachelijk overkomen om nu alsnog tegen defensie te zeggen: eerst waren we ja, toen nee, en vervolgens maar weer eens ja. Dat is een zwalkend beleid, daar werk ik niet aan mee. Het principe is duidelijk: wij hadden nee willen zeggen tegen het voorstel, maar de meerderheid dacht er anders over. VOORZITTERMaar u bent nu tegen deze motie. Dat is duidelijk. Mevrouw TOMASSEN (PS)Datzelfde verhaal geldt ook voor Progressief Soest. Heer JANSEN (D66)Ook tegen, voorzitter. Heer BLAAUW (WD) Voorzitter, wij zijn tegen deze motie. We hebben er uitgebreid over gepraat in de commissie. Ik denk dat het toch een beetje anders ligt dan de heer Witte het schildert. Wij waren erg beducht voor het lawaai. De huidige verscheping van die tanks geeft veel overlast, met name in Amersfoort. Dan kun je zeggen: daar storen we ons niet aan. Er is in die vergadering gezegd dat de overlast aanzienlijk zal worden beperkt. Als de heer Witte denkt dat defensie alle tanks die er staan in en om Soesterberg -dat is het gros dat de hele defensie bezit- ergens anders gestald zullen gaan worden, dan kan hij dat wel rustig vergeten. Alles is erop gemaakt om ze hier te stallen en ze staan hier al vanaf voor de oorlog. Dus het zal ook wel zo blijven. Het heeft daarom geen enkele zin om ertegen te zijn, dan scheep je alleen Amersfoort met meer herrie en meer lawaai op. Het gaat hier puur om de verscheping, het heeft niets met het COT te maken. Dat is dus ook de reden dat we tegen deze motie zijn. Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, wij zijn tegen deze motie, omdat we ook in het verleden en ook in de commissie voor het voorstel geweest zi jn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 352