21 maart 1991 - 6 - de ro-vergadering in Utrecht ferm doch eerlijk toegegeven dat in dit stadium, zolang de wijzigingsbevoegdheid ons nog niet is gegund, de gemeente Soest nog geen strategisch plan voor de controle heeft opgesteld. Een strategisch plan, die term die viel daar nogal eens. Dat doet een beetje denken aan de golfoorlog. Terug in Soest bleek mij dat hier bij burgerzaken een bevolkingscontroleur aanwezig is, die inderdaad als het nodig is onmiddellijk aandacht kan schenken aan een eventuele permanente bewoning die wij daar helemaal niet wensen. Daar komt nog bij dat in Baarn gebleken is -en daar maken wij dankbaar gebruik van, van die wetenschap- dat vorige keer op eenzelfde manier een gebouw is ontruimd omdat daar permanent werd gewoond. Dus het is in den lande helemaal niet ongebruikelijk dat dit soort dingen gebeuren. Wij zijn daar absoluut op voorbereid. Dat heb ik ook toegegeven. Maar om nu te praten van een strategisch plan, dat heb ik dan ook eerlijk toegegeven dat dat niet op papier staat, omdat het in dit stadium ook nog niet bij Soest leeft. Maar wij zijn ervan overtuigd dat we daar tegen kunnen optreden. Vindt u het met ons een blamage dat de wethouder in relatie tot de advocaat van de heer Taphoorn, die hem duidelijk de antwoorden voorzei, met instemmend gelach van de statencommissie door de advocaat van Vrienden Soester Natuurbad kan worden vergeleken met de Saoedische generaal bij een persconferentie van generaal Schwarzkopf? Het zou pas echt een blamage zijn geweest als ik net als de heer Witte - schrikt u niet- een weddenschap van 500,= was aangegaan met de staten over deze kwestie, nadat ik een verhaal met oude uit de sloot getrokken koeien had afgestoken waar niemand op inging. Kennelijk durft hij dat niet hier in Soest met mij. Inderdaad zat ik toevallig naast advocaat Fruitier, die weliswaar af en toe wat tegen mij zei, wat ik niet verstond. Dat kwam op de statenleden kennelijk grappig over. Ik kan deze humoristische reacties wel waarderen. De overeenkomst met de persconferentie na de golfoorlog van de Saoedische generaal en generaal Schwarzkopf gaat bij mij dan ook niet verder dan een desertstorm in een glas water. Bij vraag drie heb ik al vraag vijf beantwoord. Die luidt: Kunt u ons meedelen op welke concrete wijze u gaat voorkomen dat de woningen permanent gaan worden bewoond? Heer WITTE (GGS)Nee, dat heeft u niet gedaan. Ik vraag "op concrete wijze". Nu komen we precies aan de vraag die in de staten aan de orde was: hoe gaat Soest op een concrete manier controleren en handhaven dat er niet permanent gewoond gaat worden? Wethouder VISSER: Mijnheer Witte, ik heb gisteren over deze kwestie met de heer Palte van de provincie contact gehad. Ik heb hem de vragen voorgelezen die door het CDA en door u hier vanavond zijn voorgelegd. Ik heb hem ook de antwoorden voorgelezen. Hij zei: als u mij dat morgen opstuurt, dan zijn wij zeer tevreden over de wijze waarop Soest denkt dit te voorkomen. Heer WITTE (GGS): Het gaat niet om de ambtenaar Palte, het gaat om het GPV statenlid dat gesteund werd door de PvdA en nog een aantal fracties, dat wil weten hoe de gemeente Soest concreet gaat controleren en handhaven. Dat is niet voor niks, dat is omdat in die commissie het idee leeft dat controle en handhaving van permanente bewoning een uiterst moeilijke zaak is. Zij willen gewoon weten hoe dat in dit geval voorkomen kan worden. Als u mij niet gelooft, dan kunt u het misschien de heer Zwaanenburg vragen VOORZITTER: Dit is een interruptie, wilt u die kort houden? In tweede termijn komt u nog weer aan het woord.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1991 | | pagina 51