21 maart 1991
- 10 -
denk dat het belangrijk is dat we daar afspraken over maken. De burgers
zijn er namelijk niet bij gebaat om als proefkonijnen te fungeren. De ene
keer methode zus en de andere keer methode zo, nee, er moet duidelijkheid
zijn.
Veel aandacht zal ook moeten worden besteed aan het inzichtelijk maken van
de vele procedures die er nu eenmaal bestaan. De regelgeving is vaak zo
ingewikkeld en er zijn zoveel provinciale en landelijke instanties die ons
beleid meebepalen, dat het vaak onduidelijk is op welk moment de burger
moet reageren. Het is onze taak om misschien via zoiets als een
schriftelijk procedureschema de burgers een overzichtelijke handleiding aan
te reiken. Denkt u bijvoorbeeld eens aan De Lindenhof. Een schema waarop
zou hebben gestaan waar, wanneer en door wie bepaalde beslissingen moesten
worden genomen en -ook heel belangrijk- er antwoord op bepaalde vragen
gegeven zouden moeten zijn, zou heel wat correspondentie en heel wat
onvrede hebben voorkomen. Ook dat behoort tot voorlichting!
Duidelijk is dat er nog een lange weg te gaan is. De portefeuillehouder zal
zich moeten realiseren dat het een lange-termijnzaak is waarbij kwaliteit
de doorslag moet geven. De burger heeft geen keuze, hij moet winkelen bij
de gemeente. Laat de gemeente die monopoliepositie niet misbruiken. De
burger is de klant. Laten wij goede informatie geven over onze produkten!
Mevrouw TOMASSEN (PS)Mijnheer de voorzitter, de Voorlichtingsnota, zoals
die nu voor ons ligt, is een uitstekend stuk. Er is veel verbeterd op het
gebied van de voorlichting. Op 't Hoogt wordt gelezen en over het algemeen
positief gewaardeerd. De voorlichting door de ambtenaren die de inwoners
van Soest in de hal te woord staan, wordt ook door de Soester samenleving
gewaardeerd. Dat blijkt uit de reacties die je krijgt.
Progressief Soest vindt het goed dat de hoofden van de afdelingen meer bij
de voorlichting betrokken worden en dat er financiële middelen zijn om
extra cursussen te kunnen doen plaatsvinden voor hen. Vroeger zag men
inwoners van Soest die actief meedachten met het gemeentebestuur, soms nog
wel eens als lastige burgers.
Mijnheer de voorzitter, openbaarheid van bestuur is vooral een kwestie van
mentaliteit. Deze nota is een goede aanzet om die mentaliteit ten goede te
richten. Wat heel belangrijk is: wat doen het college en de raad met de
inspraak die op de voorlichting volgt? Wil men de inwoners van Soest meer
vertrouwen geven in het gemeentebestuur, dan is het noodzakelijk dat het
gehele college de voorlichting en de inspraak uiterst serieus neemt en dat
wij als gemeentebestuur onze besluiten die na de voorlichting en de
inspraak genomen worden, goed onderbouwen met argumenten waarom zo
besloten is. Slechts in deze combinatie zal een goed voorlichtingsbeleid
effect hebben, in die zin dat de kloof tussen bestuur en bevolking kleiner
wordt
Heer B0ERK0EL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, ik heb niet zo'n lang
verhaal. Ik moest alleen even nadenken hoe het ook alweer zat met het
voorbeeld van de WD met betrekking tot De Lindenhof. Wie had in die
periode totdat aan besluitvorming gekomen moest worden ook alweer dat in
zijn portefeuille? Maar, ik zal niet dat hele verhaal opnieuw houden. Ik
zal een kort verhaal houden.
Ik ben mij bewust van het feit dat het een ontzettend moeilijke taak is om
goede voorlichting te geven op een goed moment. Ik wens u daar veel sterkte
in.
Mevrouw VAN ECK (D66)Onze fractie vindt het een goede zaak dat het
huidige voorlichtingsbeleid onder de loep genomen is. U spreekt de intentie
uit te streven naar mentaliteitsverandering bij bestuur en ambtenaren. Wat