21 maart 1991
- 18 -
2]
eeri half jaar willen we dat best doen.
Mag ik constateren dat de raad, rekening houdende met de antwoorden die ik He
gegeven heb, dus met de onderdelen die we nog eens even meenemen en zullen st
corrigeren wat de tekst betreft, kan instemmen met dit voorstel? Dan is wé
aldus besloten. st
ir
Het voorstel (RV 91-53) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. oc
6. Voorstel tot het vaststellen van aantal en aard van (externe) g£
adviesorganen
He
VOORZITTER: Nu heb ik er even over nagedacht hoe we dat het beste kunnen dc
behandelen, want ik sluit niet uit dat als ik u het woord geef, dat vanuit ar
verschillende fracties misschien over de verschillende commissies die hier me
aan de orde zijn iets gezegd wordt. Daarom zou ik een voorstel van orde
willen doen in die zin dat ik het bladzijde voor bladzijde langs ga. Ik VC
stel dan een bladzijde aan de orde en vraag of iemand over die bladzijde
iets wil zeggen. Ik kan ook commissie voor commissie langslopen. Ik denk He
dat we dan een duidelijker behandeling en besluitvorming krijgen. Kunt u bl
daarmee instemmen of heeft u eerst behoefte om in algemene zin er nog over
te spreken? Ik vraag even aan de fractievoorzitters: u kunt ermee instemmen VC
dat we het bladzijde voor bladzijde doen? Als u dan iets wilt opmerken, dan
hoor ik dat en behandelen we het per commissie. Dan doen we dat zo. He
da
Mevrouw TOMASSEN (PS)Ik heb eigenlijk wel een algemene opmerking en die da
wil ik toch graag even deponeren. Wij vinden het wel fijn dat u veel du
overgenomen hebt van de inspraak enzovoorts, maar wij willen er hier toch st
nog eens de nadruk op leggen dat wij het jammer vinden dat u het voorstel ve
van Progressief Soest om een verschil te maken tussen de commissies van ve
algemeen belang en dat zijn de commissies gezondheidszorg, milieu, sport en ve
recreatie, kunst en cultuur, die wij graag voor onbepaalde tijd willen da
vastgesteld zien, en tussen de advies- en structuurgroepen, die dus op een ze
specifiek terrein of rond een bepaald thema adviseren, die op termijn sa
kunnen worden opgeheven. Wij denken dat het meer duidelijkheid geeft en wij zo
vrezen anders dat we iedere vier jaar, als er een nieuwe raad komt, dat er da
een hele nieuwe discussie komt over al deze commissies. Dat zal alleen maar
irritaties geven en onduidelijkheid. Dat kunnen we op die manier zoals wij He
voorgesteld hadden, voorkomen. ge
ij
Mevrouw BLOMMERS (WD): Helaas, mevrouw Tomassen lokt het uit, want onze al
fractie staat nu precies het tegenovergestelde voor. Wij zijn eigenlijk zo he
verheugd dat u bij de diverse commissies praat over evaluaties. U praat nu
helaas over verschillende termijnen, daar willen we nog wel even bij de ik
commissies op terug komen, maar op zich hebben wij in de praktijk ook al ge
gemerkt bij een commissie die al heel lang bestaat, namelijk de commissie ee
gezondheidszorg, dat het een goede zaak is als je eens in de vier jaar je Da
eigen functioneren, taak en werkwijze een keer aan de orde stelt, eventueel vo
dingen bijstelt, ook het verwachtingenpatroon van elkaar toetst en ti
vervolgens rustig kunt besluiten om wel door te gaan. Ik verwacht niet dat te
je elke keer zo'n uitgebreide inspraaktoestand met buitenstaanders en Wa
dergelijke erbij zou moeten opzetten. Maar het is heel goed voor de wijze wa
van werken -je doet het in wezen zelf als raad ook met je beleidsprogramma- ta
om dat ook voor de commissies te doen. Wij willen dus juist voorstellen om co
aan het eind van elke termijn een evaluatie te laten houden door de di
commissie zelf opdat een nieuwe raad in overleg met de commissies dan ook
op basis van die evaluatie een besluit over een al dan niet gewijzigde ni
werkwijze kan nemen. 20
Sic