18 juni 1992
6
commissie voor de beroepschriften heeft onderzocht en het advies waar men mee
gekomen is, namelijk het gemeentebestuur in het gelijk stellen, maar waar ik
wel wat problemen mee heb -en dat is bij het volgende raadsvoorstel ook- het
lijkt steeds meer alsof de beroepschriftencommissie, die in het leven is
geroepen om te onderzoeken of de gemeente en diegene die een probleem heeft
met de gemeente ten aanzien van de besluitvorming, juist gehandeld hebben,
naast het feit dat het een beroepschriftecommissie is ook een adviescollege
gaat worden. Dat gevoelen heb ik de laatste tijd, ook ten aanzien van de twee
volgende agendapunten weer. Als je naar de laatste regel kijkt, dan staat
daar: "Wel acht zij termen aanwezig de gevolgen van het besluit voor het
Soester Mannenkoor bij de vaststelling van het Welzijnsplan 1993 mee te
nemen." Bij het volgende beroepschrift daar staat: "Zij raadt overigens het
Soester Muziekgezelschap aan het college te vragen een bijdrage te willen
verstrekken in de kosten voor de viering van het 15-jarig bestaan." Mijnheer
de voorzitter, dat heeft niet te maken met de zaak. Ik vind het uitstekend
dat mensen individueel aan verschillende organisaties een advies uitbrengen,
maar ik vind niet dat de commissie voor de beroepschriften in de hoedanigheid
waarvoor zij in het leven geroepen is, zo'n advies uitbrengt; dat zou
verwachtingen kunnen wekken. Ik zou dan ook de commissie voor de
beroepschriften willen adviseren om zich te beperken tot datgene waarvoor ze
in het leven is geroepen, namelijk te onderzoeken of er juist gehandeld is.
Heer VAN DEN BREEMER (CDA)Voorzitter, wij ondersteunen de opmerking van de
heer Boerkoel volledig. We hebben in de vorige raad op eenzelfde wijze
eigenlijk gereageerd, omdat ook daarin al een beroepschriftenzaak aan de orde
was waarin in plaats van een beroepszaak, een advies gegeven werd. Dat is
inderdaad gevaarlijk voor de toekomstige situaties.
Heer VERHEUS (CDA)Voorzitter, op gevaar af dat ik misschien niet helemaal
namens de commissie mag spreken, de heer Ebbers is niet aanwezig, denk ik dat
wat de heer Boerkoel en ook de heer Van den Breemer naar voren brengen, wel
een kern van waarheid bevatten. Ik beloof ook -ik meen dat ik namens de
andere leden van de beroepschriftencommissie kan doen, ja, ze knikken al- dat
we dat in de eerstvolgende vergadering, wanneer er weer zoiets komt, ter
sprake zullen brengen en ons strikt zullen beperken tot het al dan niet
gegrond of gedeeltelijk gegrond verklaren van de desbetreffende bezwaar
schriften
Het voorstel (RV 92-84) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond verklaren
van het beroepschrift van het Soester Muziek Gezelschap tegen de definitieve
afrekening van het subsidie 1991.
Voorstel van de commissie voor de beroepschriften tot het ongegrond verklaren
van het beroepschrift van de Stichting Dorpshuis Soesterberg tegen het korten
op het (voorlopig) subsidie 1992.
De voorstellen 9 en 10 (RV 92-85 en RV 92-86) worden achtereenvolgens zonder
discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VOORZITTER: Voordat ik de vergadering sluit, geef ik eerst het woord aan
wethouder Swinkels.
Wethouder SWINKELSDank u wel, voorzitter. De commissie milieu had gepland
met z'n allen om dadelijk gezellig door te vergaderen over het staartje van
de 26e vergadering van de commissie voor het grijze en het groene milieu, het
verkeer, het recreatiebeleid, het onderwijs en het lanschapsbeheerIk heb
begrepen dat wanneer de raadsvergadering een half uur vervroegd wordt om
bepaalde redenen, dat het onjuist zou zijn om de raadscommissie milieu dan
alsnog door te laten gaan. Dus, op verzoek van de raadbrede commissie, voor
zover dat kan, gaat de vergadering niet door. De voorzitter van die commissie
bepaalt dat. Wel moet ik u wijzen op het ter inzage gelegde stuk 5. Daar was
namelijk een brief bij van de provincie, dat wij inzake de herverdeling
wegenbeheer moesten antwoorden vóór 20 juni. Dat stuk is in mei in mijn
commissie behandeld, daar zijn vragen over gesteld en die zijn ook
schriftelijk beantwoord, die liggen ook ter inzage. Afgezien van de