23 januari 1992
- 18
eerste geef ik dan het woord aan wethouder Visser.
Wethouder VISSER: Dank u wel voorzitter. Ik ben het eens met de zeer
gewaardeerde fractievoorzitter van het CDA als hij spreekt van een historisch
moment, vanavond. Want dat is het natuurlijk. Misschien ondanks alle
kritische tonen die zijn gezet over of het nu wel of niet een trendbreuk is.
Ik denk toch dat wat wij twee jaar geleden afgesproken hebben bij het
lijsttrekkersoverleg om een structuurvisie te maken en wij misschien op dat
moment niet overzagen wat dat allemaal voor consequenties had, ik toch geloof
dat wij erin geslaagd zijn om vanavond op dit moment dit voortreffelijke
raadsvoorstel hier te kunnen ontwikkelen en vanavond vast te stellen. De heer
Verheus heeft gelijk als hij zegt dat er toch wel iets bijzonders aan de hand
is. Als je nagaat dat er in het verleden toch altijd veel gebouwd is, dat men
er niet over nagedacht heeft hoe het in de toekomst met Soest gaat worden.
Dan is nu het moment aangebroken dat bijna raadbreed iedereen van mening is
dat het maar afgelopen moet zijn met die oneindige groei. Ik denk dat als
sommigen willen dat dat in deze raadsperiode had plaats moeten vinden, dat
het toch een gelukkig moment is om vast te stellen dat in het jaar 2010 Soest
inderdaad vol is. Iemand zei vorige keer -dat was de fractievoorzitter van
Gemeentebelangen Groen Soest in de commissie ruimtelijke ordening- "Soest is
eindig". Waar is hij nou? Ik zei dus, mijnheer Witte, dat ik uw opmerking zo
gewaardeerd heb in de commissie ruimtelijke ordening, dat Soest eindig is.
Natuurlijk is het zo dat misschien sommigen gewild hebben dat het morgen
eindig zou zijn, maar gezien alle meningen -want we zitten hier met een
aantal partijen die toch verschillend denken- is dat onmogelijk. Maar als we
dan met elkaar vaststellen dat in 2010 Soest vol is en dat we nu bezig zijn
om dat wat we hebben te bewaren en te behoeden, dan is dat toch duidelijk eer
trendbreuk. Hoe sommigen dat woord dan ook uitleggen. Het is voor het eerst
dat wij vaststellen dat het gaat om het vastleggen van de ruimte die we nog
hebben. Dat staat duidelijk op bladzijde 2, dat we daarvan uitgaan. Vandaar
ook dat wij dit raadsvoorstel genoemd hebben: het afrondingsscenario. Ik wil
het woord nul-plus dan ook vanaf vanavond niet meer horen. Het is een
ecologisch scenario. Ik wil dat even duidelijk stellen, want het achtervolgt
je anders misschien. Het is een afrondingsscenario, we gaan de zaak afronden
Ik kom daar straks nog wel op terug.
VOORZITTER: De wethouder praat ook wel eens tegen zichzelf!
Wethouder VISSER: Ja ik zit hier in mezelf te ijlen. Nou goed? Laat ik maar
beginnen met de diverse sprekers, want het komt niet over. Ik zal het wel
schrijven
Eerst de insprekers. Mevrouw Nijs heeft iets gezegd over Soesterberg. Ze
heeft gesteld dat er geruchten zijn, geluiden, richtlijnen misschien,
voornemens misschien, allemaal om dat defensieblok in Soesterberg -ik geloof
dat lA van het landelijk gebied daar defensieterrein is- ook wat af te bouwen
en wat minder te laten worden. Maar nogmaals, mevrouw Nijs, het zijn plannen
In maart komt dit in de Staten Generaal, er moeten nog beslissingen over
genomen worden. Daarna komen pas signalen onze kant uit van wat er eventueel
mogelijk is. Maar aangezien de defensieterreinen verdeeld liggen over heel
Nederland, is het helemaal nog niet zeker of wij daar ons graantje van mee
kunnen pikken. We hopen het, we rekenen er eigenlijk een beetje op, want het
moet toch maar eens een keer over zijn dat wij hier zoveel terrein binnen
onze gemeentegrenzen moeten afstaan aan defensie. Ik heb daar laatst een
excursie overheen gemaakt in het kader van het bestemmingsplan Landelijk
Gebied en als je dan ziet wat een kostelijke ruimten dat zijn, dan kun je
daar heel wat garages, bedrijven, woningbouw, golfterreinen en noem maar op,
neerleggen, waar we met z'n allen om zitten te roepen. Maar nogmaals, mevrou
Nijs, we kunnen op dit moment niet zeggen: Soest beslist vanavond over die
terreinen, bepaal wat je daar wil met die KE-normen -daar is vanavond ook al
het een en ander over gezegd-, maar het zijn voorschriften om de woningen
daar te beschermen tegen overlast. De heer Verheus suggereert dat we
misschien daar maar eens doorheen moeten prikken en dat we bij de Raad van
State misschien wel eens gelijk kunnen krijgen omdat die lijnen juridisch
niet vast liggen. Nou, als ik die steun krijg van de heer Verheus en van
anderen, dan wil ik natuurlijk wel wat proberen. Graag, dat vind ik een
schitterend experiment.