12 17 september 1992 13 - aarna van de rijp absoluut d door de k iets dan is id is dat t erg le md oningen at we de adering er ginnen om de ene tter van f en meemter lissie dan l1 van hem ls was Lr ik het goede t gaat om bent als len er jingen van il zijn want we L staat, Lek. Dus, lel af en sie- dat is dat Let met de sn: ja, Oude «rat er in al niets et is 3 aan te eerder maar dan doen we psgezicht kijken Dus, ik ri en met u s zullen precaire om nu zomaar zonder inspraak, zonder voorlichting ook van de mensen die het aangaat, de eigenaar van dit gebied. Want er staat wel in het amendement: zien wij zeer wel mogelijkheden om met behoud van... maar ja, dat is toch ook maar een kreet, u kunt het niet onderbouwen. Wij stellen daarom voor om nu zeven dorpsgezichten aan te nemen en met dat ene dorpsgezicht te wachten, het onderzoek dat u van ons vraagt te doen, dat te bekijken in hoeverre die mogelijkheden er zijn, in overleg met de monumentencommissie en met advies van de ambtenaren. Kortom, voorzitter, ik stel voor om vanavond zeven dorpsgezichten te aanvaarden en het achtste dorpsgezicht er even uit te laten en daarmee terug te komen een keer. Heer VERHEUS (CDA)Voorzitter, met dat voorstel, zoals het door de heer Visser is verwoord, kunnen wij wel leven. Zij het, dat ik dan graag zou vernemen op welke termijn hij dan denkt dat dit nader behandeld kan worden. Dat is één. Twee: via u naar mevrouw Tomassen toe. Zij heeft gezegd: als die KE-lijnen dalen, kan er toch wel gebouwd worden. Maar ze vergeet daarbij dat in dit gebied de KE-lijnen zodanig lopen dat als wij die grond in ons bezit hadden, er deels al gebouwd zou kunnen worden. Dat is een andere invalshoek dan mevrouw Tomassen gebruikt. Maar voor het overige, mijnheer de voorzitter, als de wethouder namens het college toezegt dat er -ik noem maar een termijn, hoor- bijvoorbeeld binnen nu en twee maanden nader onderzoek heeft kunnen plaatsvinden en er nader in de commissie over kan worden gediscussieerd, dan hebben wij daar vrede mee Heer PLOMP (WD)Mijnheer de voorzitter, in globale zin gaan wij akkoord met uw voorstel, onder het voorbehoud dat wij ook in het amendement hebben aangegeven en waar thans door de heer Visser op wordt gereageerd. Wij moeten eigenlijk constateren dat hij het amendement ter harte neemt, dat hij met betrekking tot het daarin genoemde nog enig overleg wenst te voeren. Wij gunnen hem daartoe gaarne de gelegenheid, we hebben dat ook gevraagd. Wij zouden wel graag zien dat hier een hele duidelijke termijn wordt afgesproken waarbinnen de zaak in de commissie komt. Er is een termijn van twee maanden genoemd en wij denken dat het binnen twee maanden moet kunnen. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, uw voorstel, daar kunnen wij best mee leven. We zouden alleen in relatie tot wat in de commissie komt dan ook willen meegeven aan u dat u het ook volkshuisvestelijk met name bekijkt. We zouden best eens van u willen weten wat een kwaliteitstoets is als het gaat om het bos. Er is nu gekeken vanuit het monumentenoog, maar we willen ook wel eens van u weten wat nu de kwaliteit is van het bos daar. Want een boom die nu een boom is daar, kan over tien jaar een gouden den zijn geworden, bij wijze van spreken. En dan weet ik wel wat er in de commissie aan de orde komt als wij of anderen over tien jaar hierover spreken, over woningbouw. Dan komt er misschien toch niet het voorstel uit dat we nu op het oog hadden. Dus we zouden die facetten, woningbouw, milieu, landschap en het monumentenbeleid, alles bij elkaar binnen twee maanden getoetst willen zien door u in de commissie. Waarom zo snel? Omdat, als de zonering eenmaal is vastgesteld, er ook een juridische status is. Zolang die er niet is -en dat is nu feitelijk het geval- heb je dus nog mogelijkheden om dat "proefproces met elkaar aan te gaan. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, wij vinden uw voorstel een heel goed voorstel. Dan wordt de monumentencommissie serieus genomen, blijft gemotiveerd om haar werk te blijven doen. Dus ik ga akkoord met uw voorstel. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, alleen inderdaad onder de conditie van de termijn en de genoemde termijn van twee maanden lijkt acceptabel. Als het langer zou duren, dan zou het naar mijn gevoel een buitengewoon onlogische handelwijze zijn. Maar gegeven de korte termijn, kan ik ermee instemmen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik wil ook het college hierin volgen, omdat de heer Visser het voorzichtig genoeg geformuleerd heeft. Ik zit wel even met het gegeven dat u zegtbinnen twee maanden moeten we hierop terugkomen en de discussie vervolgen. Dat betekent over het algemeen dat we dan proberen dus tot besluitvorming te komen. Maar u bedoelt toch niet dat u verwacht dat wij over twee maanden enig idee over die KE-lijnen enzovoorts

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 222