17 september 1992 - 23 - jammer dat het CDA op deze wijze probeert uit te komen onder het beleidsprogramma dat ook door hen is ondertekend. Wethouder SWINKELS: Voorzitter, de heer Zwaanenburg heeft namens het CDA zorg over de onkruidbestrijding. Ik denk dat het goed is dat we ons met z'n allen zorgen maken. Niet over speciaal de onkruidbestrijding, maar wel over de toenemende milieuvervuiling in de hele wereld. Hij wil wel akkoord gaan onder de voorwaarde dat voor 1 juli er weer een rapportage ligt. Ik weet niet of de heer Zwaanenburg de andere rapportage al helemaal van buiten kent, maar die is van februari 1992. Ik denk dat we op zijn minst een rapportage zouden moeten houden een jaar na de vorige, maar niet op zo'n korte termijn. Dan zou ik in die rapportage mogelijkerwijs Heer ZWAANENBURG (CDA)Is dit nu niet een beetje in tegenstrijd, voorzitter? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Nee, in tegenstrijd is het beleid van het CDA. Wethouder SWINKELSIk kom daar zo even op terug. Ik zou dus voorstellen om een jaar na het vorige evaluatierapport, zoals we dat doen hier in de gemeente, te komen met een nieuw. VOORZITTER: Ja, maar dat klopt dus met wat de heer Zwaanenburg vraagt, namelijk voor 1 juli 1993. Wethouder SWINKELSDat kan ik de heer Zwaanenburg dan toezeggen. Heer ZWAANENBURG (CDA)Dat is snelDank u wel Wethouder SWINKELSIk dacht dat het erger was, voorzitter. Dan moet ik u zeggen -en dat weet de heer Zwaanenburg ook- dat wij midden in het onderzoek zitten naar allerlei biologische middelen. Ik heb er juist een van mijn bureau laten halen. We zijn aangemeld voor experimenten in Wageningen op dat terrein. Dit middel heet: chondostereum purpurum. De heer Blaauw. Geld reserveren en niet uitgeven is natuurlijk onmogelijk. Dat zou direct, zoals de heer Witte suggereert, een wurgcontract zijn, zowel naar de burgers als naar de ambtenaren toe en ook naar dit college. De heer Meilof kan ik volgen. De burgers nemen het beleid serieus. De heer Witte had het niet mooier kunnen verwoorden. Het ecologisch groenbeheer, alles wat ermee samenhangt, de scholing van de ambtenaren, het motiveren van burgers met acties die ze graag volgen. Het zou allemaal vergeefs zijn als we daar zelf van af zouden wijken. Jammer ook dat er meer geld uitgegeven moet worden. Ik waardeer het daarom des te meer dat de partijen die al eerder met een voordeliger voorstel akkoord waren, nu toch -ondanks het feit dat het meer kost- hierin mee willen gaan. Heer ZWAANENBURG (CDA)Voorzitter, ik kan er heel kort over zijn. Nadrukkelijk dank aan de wethouder die zo vriendelijk is geweest op onze verlangens in te gaan. Dat betekent dat die spaak in het wiel van de heer Boerkoel op zijn minst een beetje voorbarig was, want anders had de wethouder niet aan onze wensen Heer BOERKOEL (PvdA)Ik heb het niet over een wiel gehad! Heer ZWAANENBURG (CDA)Goed, een stok. Akkoord. Het doet alletwee zeer misschien dan, mijnheer Boerkoel, want er was geen reden voor. Ik hoop, voorzitter, dat de heer Witte mij niet al te zeer kwalijk zal nemen dat ik op zijn uitvoerig verhaal niet nader inga. Hij weet heel duidelijk hoe het CDA over deze zaak denkt. Wij hebben onze zorg geuit. Er is duidelijk reden voor die zorg en die mag uitgesproken worden. Het is voor de verantwoording van de heer Witte en in mindere mate voor de heer Boerkoel, om dat uit te leggen als dwarsbomerijals de-boel-in-elkaar-stamperij of wat dan ook. Wij zijn bereid het college te volgen, maar we zijn verplicht om daar waar er reden is tot zorg, die zorg uit te spreken, voorstellen te doen zoals we dat nu bij de behandeling van dit stuk hebben gedaan. Wat loyaliteit betreft: voorzitter, wij zijn loyaal, want wij gaan met uw voorstel akkoord. De wethouder is loyaal, want zij gaat met onze wensen akkoord. Ik zie de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 232