17 september 1992
- 28 -
heb een amendement ten aanzien van een andere procedure rond de prijs. Ik zou
graag willen dat dat uitgedeeld wordt. Wij hebben gemerkt, mijn fractie
genoot, die er meestal niet is tijdens deze vergadering, heeft gemerkt in de
commissie financiën dat er een redelijk aantal raadsleden iets ziet in de
gedachte om het financieel gezien realistischer op te lossen, om een normaal
bedrag te rekenen voor de verkoop en daarna de instelling van de subsidie die
daarbij past te voorzien, zodat we bij de verdere berekening voortdurend
welzijnsinstellingen met elkaar kunnen vergelijken. Op dit moment krijgen we
weer te maken met een van de niet-vergelijkbare grootheden. Een subsidie
stroom die eenmalig zichtbaar is en die na die tijd niet meer zichtbaar is.
Daar hebben we grote bezwaren tegen. We zijn juist in een periode van
financiële gezondmaking bezig. Wij stellen voor om het pand voor een reëel
bedrag te verkopen en om daarna de instelling van de desbetreffende subsidie
te voorzien om dit te kunnen financieren. De eigenaar hoeft daar geen moeite
mee te hebben omdat wij die subsidie geven. Wijzelf lopen niet tegen
problemen aan, omdat deze symbolische verkoop van 1,= ons ten aanzien van
de belasting die we daarover moeten betalen, geen winst oplevert, want
uiteindelijk wordt toch het reële bedrag van het bouwwerk gerekend en daar
betalen we belasting over. Dus, met andere woorden, het levert ons ook geen
verlies op. In die zin denk ik dat we het realistisch moeten oplossen.
VOORZITTER: Dank u wel, dein beschouw ik dit amendement als ingediend. Ik lees
de tekst voor.
Amendement bij RV 92-11
de gemeenteraad van Soest, in vergadering bijeen op 17 september 1992,
overwegende dat
de raad zijn uitgaven ten aanzien van welzijnsinstellingen graag met
elkaar wil kunnen vergelijken;
het van belang is dat eigendomsverhoudingen tussen instellingen en
gemeente zoveel mogelijk eenduidig zijn;
de verkoop van het perceel Molenstraat 142 voor een symbolisch
bedrag van 1,= het bovenstaande niet goed mogelijk maakt;
het verkopen van het perceel voor een reëel bedrag voor de
instelling geen negatieve financiële gevolgen heeft, omdat de
gemeente daarna als gebruikelijk subsidieert op basis van de lasten;
de gemeente zelf geen negatieve financiële gevolgen ondervindt,
omdat belastingtechnisch de verkoop voor 1,= niet bestaat en er
dus uitgegaan wordt van de getaxeerde waarde van het pand;
besluit
het perceel Molenstraat 142 te verkopen voor de reële waarde en op grond
van de ontstane lasten de instelling te subsidiëren;
en gaat over tot de orde van de dag.
de fractie van GPV/SGP/RPF, getekend W.R. Meilof.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Ik had een vraag vooraf, voorzitter. De heer Meilof
heeft hierover een amendement neergelegd, dat op zichzelf onze fractie
aïanspreekt. Dat hebben we in de commissie financiën ook gezegd. Maar er staat
in dit amendement geen voorstel, waar hij de reële aankoopsom uit wil dekken.
Nu zit ik daar dus mee. Op zichzelf denk ik dat het financieel-technisch heel
juist is, maar als wij zeggen: het gebouw is 150.000,= waard, moeten we de
Molensoos dus 150.000,= geven om het te kunnen kopen van ons. Zo zit het nu
eenmaal. Dus ik zit nog even met de dekking.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik wil graag ook nog een vraag stellen, voorzitter, die
kan de wethouder dan misschien gelijk meenemen.
Niet alleen de verkoopprijs en de dekking, want met de verkoopprijs zou je
nog kunnen zeggen dat het vestzak/broekzak is, zoals de heer Meilof zegt,
maar ik zit even met het punt -daar moet de wethouder maar even op
antwoorden, want hij weet alles van belastingzaken-de overdrachtsbelasting
die je eventueel zou moeten betalen omdat je het voor een groter bedrag
verkoopt, moet je die dan extra subsidiëren? Dat is dan in ieder geval wat
het extra kost. Dus ik zie wel de logica van het werkelijke bedrag en dan ook
werkelijk subsidiëren, de helderheid in het voorstel, maar ik zie toch wat
kosten. Misschien dat de wethouder daarop kan antwoorden.
VOORZITTER: Misschien is het goed als de wethouder eerst even zijn mening