1
23 januari 1992
- 31 -
sl wat
s zakken,
hij nu
3 en CDA voor
at aan kan
ntjes op een
r beleid? Ik
an kunt
k sterk kan
ok best blij
g eventjes op
k proefde
t elkaar
Dat deed me
n. Wij
kje en daar
er nu eenmaal
t beetje,
:en dat ervooi
ledestraat kaï
ton-food is,
sren en dat
lat is sturen
ital
ictie vragen,
dat uw eigen
;n bijgedragei
jcent
een leuze e:
heel goed
rschil uitleg
Lng aan
ont u als de
j zijn van
Den daar al
en af.
nt gemaakt
ede instantie
bezig is, als
hebbenIk he
voel dat ik
r de
atmosfeer te
of die daar
ar waardering
de zaak. Als
0 huizen
geloof
1 nu zo wel
[en, voordat
i wij bereid
dat de
dan bent u
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, ik vind de beantwoording zoals
dat nu in tweede instantie gaat, bijna lijken op die in eerste instantie. De
heer Witte heeft net zo goed als elke andere fractie in deze raad het recht
om, waar hij in eerste instantie een nul-optie opteerde, over te gaan naar
450. Net zo goed als het college de optie van nul-plus had om tot deze
opstelling te komen. Dus u mag daar niet zo bagatelliseren over praten, u
moet gewoon antwoorden op vragen en niet op deze manier, want we zitten niet
in een klas.
Wethouder VISSER: Dat maak ik zelf wel uit, hoe ik antwoord. Ik bagatelliseer
niet, ik zei dat ik alleen maar constateerde, mijnheer BoerkoelEn niks
anders. Ik constateer ook dat de fractiegenote van de heer Witte, mevrouw Van
Gorkum in de Soester delegatie in de gewestraad volmondig heeft ingestemd
volmondig heeft ingestemd met de houding van die Soester fractie in de
gewestraad, waarbij het ging om het ecologisch scenario van het gewest voor
Soest, waar minimaal 1000 woningen in staan.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, nu wil ik toch echt even interrumperen. Ik wil
even duidelijk stellen dat we in de commissie r.o. de gewestelijke visie aan
de orde hebben gehad en dat we zowel van de zijde van wie meer wilden bouwen
als van onze zijde die minder wilden bouwen hebben gezegd: laten we nou niet
als fractie Soest naar Amersfoort gaan en daar met elkaar gaan lopen kisse
bissen over hoeveel woningen het worden, want dat zijn zaken die we later in
eigen huis, in de gemeenteraad van Soest uit zullen maken, die vechten we
niet in die paar dagen voor het gewest uitIk vind het dan ook hoogst
merkwaardig en ook bezijden de waarheid om dan nu als het over op de man
spelen of op de vrouw spelen gaat, mevrouw Van Gorkum verantwoordelijk te
stellen voor het feit dat Gemeentebelangen Groen Soest zich in die
vergadering gewoon geconformeerd heeft aan het standpunt van Soest, omdat
daar van tevoren duidelijk in de commissie afspraken over waren gemaakt. Ik
vind het de mensen op het verkeerde spoor zetten.
Wethouder VISSER: Helemaal niet. Ik begrijp wel dat het pijnlijk voor u is,
maar
Heer WITTE (GGS)Ik vind dit inderdaad pijnlijk, voorzitter.
VOORZITTER: Wethouder Visser, wilt u nu overgaan tot concrete beantwoording
van de vragen?
Wethouder VISSER: Oké. Wat de Stadhouderslaan-oost betreft, mijnheer Witte,
daar vreest u, zegt u, andere plannen. Daarover staat niets in dit
raadsvoorstel. Wij hebben totaal geen plannen met de Stadhouderslaan-oost. U
moet ervan uitgaan dat het daar blijft zoals het is.
De verfijning die u aan de Richelleweg wilt toepassen, daar gaan we in de
vierde fase inderdaad naar kijken, hoe dat nu precies moet, waar we de
grenzen willen leggen, in overleg met defensie, omdat we dat op dit moment
natuurlijk nog niet kunnen.
Mevrouw Stekelenburg heeft nog twee duidelijke vragen gesteld. Dat ging
allereerst over onze contacten met Zeist. Dat kunnen wij u toezeggen. We
zullen proberen daar vóór juni wat duidelijkheid over te hebben. In ieder
geval zullen we met Zeist contact opnemen hierover.
Wat betreft uw ruimtelijke problemen in Soesterberg. Als u suggereert dat wij
inderdaad voor Soest dit wel hebben aangegeven en voor Soesterberg niet, dan
moet ik toch zeggen dat wij dit voor Soesterberg niet kunnen en dat het ook
niet van invloed is op wat wij nu voor Soest hebben beslist vanavond.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Ik zal proberen om dat duidelijk te maken. Ik
heb geen problemen met Soest, ik heb problemen met het feit dat ik denk dat
de inhoud van het verhaal wat afwijkend is van het besluit dat we nu gaan
nemen. Als u mij kunt vertellen dat dat niet het geval is, of als u mij nog
eens kunt uitleggen hoe dat dan precies zit, nieuwe feiten in relatie met
punt II en III, dan ben ik daar tevreden mee.
Wethouder VISSER: De nieuwe feiten die wij suggereren, hangen af van wat in
de toekomst mogelijk is, in relatie met defensie. Daarvan hebben wij gezegd:
30