14 oktober 19 92 - 2 - welstandscommissie wordt omgegaan. Als je een commissie hebt van deskundigen, dan dachten wij dat de richtlijn in deze gemeente was dat we de adviezen in principe volgen en indien we daarvan afwijken, dat het dan gemotiveerd gebeurt. Ik denk dat als u afwijkt van iets waarvan wij allemaal denken dat het wel gebeurd is conform ons eigen bestemmingsplan en conform de adviezen, het dan ook duidelijk moet zijn naar buiten dét u bent afgeweken. Onze vragen richten zich eigenlijk op twee aspecten. Het ene is: hoe is precies de procedure hierbij geweest en waarom was de voorzitter van de welstands commissie daar zo door gebruskeerd? De andere vraag is: op welke wijze denkt u deze zaken te voorkomen in de toekomst, waardoor het duidelijk wordt op welke manier wij in Soest omgaan met de adviezen van de welstandscommissie? Wethouder VISSER: Voorzitter, ik lees ook even het verhaal voor van de heer Plomp en mevrouw Blommers. Op vrijdag 9 oktober heeft de monumenten- en welstandscommissie een rondje Soest georganiseerd. Commentaar werd onder andere gegeven door de heer C. Douma, voorzitter van de welstandscommissie. Wil het college commentaar geven op bijgaand "citaat" uit de Gooi- en Eemlander? "De voorzitter van de monumenten- en welstandscommissie, ir C. Douma, voorziet de verschillende bouwprojecten van ondertiteling. Daarbij schroomt hij niet forse kritiek te uiten. Zo zet hij vraagtekens bij de bouwvergunning die is verleend voor een kantoor in aanbouw aan de Nieuweweg. Opdrachtgever is Boerkoel-Vastgoed van PvdA-gemeenteraadslid C. Boerkoel. Het bestemmingsplan staat een plat dak niet toe. De welstandscommissie wees het ontwerp af. Daarmee nam de opdrachtgever geen genoegen. Hij maakte een rondje door het gemeentehuis en tien dagen later werd de bouwvergunning verleend, sneerde Douma" De sneer van de heer Douma is onterecht. Van de kant van de indiener/ opdrachtgever van het bouwplan of van wie anders dan ook is niets ondernomen wat niet passend zou zijn. De indiener van het plan heeft het college schriftelijk gevraagd om, in afwijking van het advies van de welstands commissie voorlopig geen kap te hoeven bouwen om puur financiële redenen. Met de voorzitter van ons college is contact opgenomen omtrent het tijdstip van behandeling van het verzoek in de collegevergadering. Het college heeft, alvorens op het verzoek te beslissen, daarover het advies van de welstands commissie gevraagd. Het verzoek is op de gebruikelijke wijze in de college vergadering behandeld en ook de reactie van de welstandscommissie is mede in de afweging betrokken. Over het oordeel van de welstandscommissie bestaat tussen de welstandscommissie en het college geen enkel verschil van mening in dit geval. Alleen om puur economische redenen besloot het college unaniem van het welstandsadvies af te wijken en sloot met de indiener van het bouwplan een contract af, waarbij de afspraak is vastgelegd dat binnen vijf jaar alsnog de kap wordt aangebracht om zo te voldoen aan de eisen van welstand, met een boeteclausule van 1.000,= per dag dat de overeenkomst wordt overtreden. Bovendien moet de verplichting tot de bouw van een kap ook worden opgelegd aan eventuele rechtsopvolgers ingeval van verkoop of vestiging van zakelijke rechten, op straffe van een boete van vijf ton. Dit besluit is met argumenten omkleed schriftelijk aan de welstandscommissie meegedeeld. Opnieuw heb ik daarna met de welstandscommissie afgesproken dat mondeling met de welstandscommissie overleg wordt gepleegd wanneer van een advies mocht worden afgeweken. Het niet tijdig mondeling terugkoppelen naar de welstandscommissie is waarschijnlijk de reden waarom de heer Douma tijdens het rondje Soest op de hem eigen specifieke wijze publiekelijk zijn ongenoegen heeft geuit over de gang van zaken. Elke insinuatie bij "een rondje door het gemeentehuis" wijst het college volstrekt van de hand. Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, ik ben blij met het antwoord van het college, want u begrijpt dat de indruk heel duidelijk gewekt was door dit stuk dat er misschien wel eens een loopje werd genomen met onze eigen bestemmingsplannen. Het is ook duidelijk -en ik vind het goed dat dat in deze raad wordt gezegd- dat het dus kennelijk voor iedere Soester mogelijk is om af te wijken van een bestemmingsplan, mits dat in overleg gebeurt met het college en het college daar gegronde redenen voor ziet. Zou het dan mogelijk zijn, als dit soort gevallen voorkomen, dat u dan de raad daarover ook informeert? Dan weet je ook, als je daarop wordt aangesproken, welke afspraken er zijn gemaakt, in afwijking van wat men redelijkerwijs zou mogen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 335