19 november 199 2
uit
dames
urd
om het
Hen
ar kan
oit doe
.der-
ir
>etreft
ïle
lit
izwaar
er
jon
jpenbare
1 ik
is - dat
maar
aar,
ring en
n u en
ast
ken
t woord
g van
viezen
ekking
het
krediet
1, dat
dat wij
ekt
i -
:woord
;btDat
sn dat we
j pagina
»r ineens
ïgsnota
:hillende
ind
*13
brief
gWat is
een
bepaald doel, dat staat in de brief, en dat zal per definitie inhouden dat
bij de voorjaarsnota, zo gauw er geld is natuurlijk, dat als eerste gevoteerd
zal gaan worden voor automatisering. Op zich is dat meermalen gebeurd, dus
bij de raad ontvangt dat over het algemeen voldoende sympathie, maar het leek
ons toch beter om ook de bedragen voor automatisering zoveel mogelijk in de
begrotingen in te pluggen.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, mijn bezwaar is eigenlijk -en mijn
ongerustheid wil ik hierbij graag uitspreken- dat nu in november dit voorstel
komt van het tussentijds bericht, terwijl in oktober de begroting is. En dan
blijkt ineens dat wij een voordelig saldo hebben van een miljoen. Ik moet
zeggen dat ik dat verrassend vind dat het in zo'n kort tijdsbestek is. Als
wij dit eerder hadden geweten -en dat zou toch haast mogelijk moeten zijn-
dan hadden we bij de begrotingsbehandeling waarschijnlijk heel andere
besluiten genomen.
VOORZITTER: Als ik dan mag reageren naar de heer Van Wuijckhuijse en de heer
Van Logtenstein ten aanzien van de automatisering? Bij mijn weten hebben we
dit steeds zo samengevoegd, maar nogmaals, het is een keuze. Wij stellen dit
voor, zoals het vanavond voor u ligt, maar als de raad in meerderheid vindt
dat het anders moet in de zin zoals de heer Van Wuijckhuijse zegt, dan horen
we dat van de raad en dan zullen we dat uiteraard volgen. Maar het is een
keuze die je doet.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik daar bij interruptie wat
op zeggen? Ik denk dat het goed zou zijn om het te scheiden, gezien de
problematiek van automatisering die we vorig jaar nog behandeld hebben, waar
op een moment niemand meer uit kon komen. Daarom denk ik dat het goed is wat
de heer Van Wuijckhuijse voorstelt.
Heer JANSEN (D66)Dat wilde ik ook steunen.
VOORZITTER: Mag ik even sonderen dat dat gedragen wordt door de hele raad?
Dan zullen we dat als zodanig doen.
Wethouder MENNEMevrouw Tomassen, als u de vierde regel leest van het voor
stel, dan staat er dat wij dit tussentijds bericht al een maand eerder dan in
de planningskalender staat aangegeven stond, hebben kunnen presenteren. U
zegt: het had eigenlijk beter geweest als we het nog eerder hadden gekregen.
Dat is dan altijd zo, natuurlijk, echter het was niet mogelijk om het nog
eerder te presenteren. Wij gaan altijd uit van een bepaalde datum. Tot die
datum nemen we alles mee. Maar op een gegeven moment moet er gestopt worden,
omdat er anders een wat diffuus beeld ontstaat en dan heeft ook de raad niet
op dat moment de cijfers die onderliggend zijn voor die laatste nieuwe
gegevens. Dus, met andere woorden, wij hebben steeds tussentijdse berichten,
maar zoals u ziet, wordt er eigenlijk nu al -dat blijkt uit deze discussie-
gebruik gemaakt van de nieuwe perspectieven. Ik geef toe, natuurlijk moeten
we bij de begrotingsbehandeling alle gegevens die er zijn presenteren. Maar
dat is dan tot een bepaalde datum, vlak voor de begrotingsbehandeling. Dit
kon niet eerder. Het is al een maand eerder dan gepland en dat is al een
geweldig groot verschil met vier, vijf jaar geleden. Dus, het kan niet anders
technisch.
Mevrouw BLOMMERS (WD)Voorzitter, het antwoord van de wethouder roept bij
ons natuurlijk weer vragen op, want wat mevrouw Tomassen zegt is eigenlijk
een zaak die je moet aankaarten in het kader van de financiële enquête die we
net hebben gehouden. Daar wordt gepraat over: hoe zit de tijdsindeling, hoe
verdelen we in het jaar de financiële informatie? Onze fractie heeft heel
duidelijk gepleit -net als mevrouw Tomassen- om ervoor te zorgen dat we niet
drie hoogst actuele berichten binnen een maand krijgen en zeven maanden niks.
Dus wat dat betreft denk ik toch dat het niet zo mag zijn dat er bepaalde
heilige data zijn, maar dat we gewoon open moeten kijken hoe het mogelijk is
dat we voor ons relevante informatie -dat is lang nog niet alle informatie
die je op een bepaald moment krijgt- bij de begroting er op dat moment ook
wel degelijk is. Want u moet mij niet wijs maken dat het niet, al was het
maar voorlopig, kon worden meegedeeld. Het hangt niet op een dubbeltje! Dus,
5
jze