16 april 1992 duidelijk en controleerbaar financieel beleid en duidelijke financiële bron nen, zowel wat grootte, aard en bestemming betreft, zijn een noodzakelijke voorwaarde voor democratische besluitvorming. Het is de voorwaarde die het mogelijk maakt te beoordelen of er voor bepaalde politieke wensen financiële ruimte is of niet. Bovendien maakt een helder financieel beleid zichtbaar of we lenen van de toekomst, of we dus vandaag geld uitgeven dat de burgers later zullen moeten opbrengen, of, dat we precies het omgekeerde doen en we het geld dat burgers al hebben opgebracht, vandaag niet uitgeven, maar sparen voor later. Daarom hebben wij al uw voorstellen getoetst aan de volgende twee criteria: 1. Schept dit voorstel de gevraagde duidelijkheid. 2. Is dit voorstel in de tijd gezien neutraal, of leidt het tot interen of oppotten. Deze nota maakt helder dat de nieuw gecreëerde reserve rentegebruik ad 21 min, geld is dat burgers al hebben opgebracht en geld is dat gespaard wordt voor later. Dat geld is grotendeels via betaalde gasrekeningen bijeen ge bracht. D66 heeft steeds gesteld, ook bij monde van mijn voorganger Adriaan Pothui zen, dat de gemeente geen spaarbank mag zijn. Eerst belasting heffen en dan sparen is geen overheidstaak. Dus als er geen projecten zijn, die we met dat geld kunnen fiancieren, behoren we het via belastingverlaging aan de burgers terug te geven. Maar die projecten zijn er wel. Daarom heeft D66 gevraagd, geleidelijk voorzichtig en verantwoord die slapende 21 min, te activeren en te benutten voor investeringen die voor de leefbaarheid van Soest belangrijk zijn. Het college heeft daarop gereageerd, door in deze nota aan te geven, in samenhang met de structuurvisie een voorstel te zullen doen deze reserve aan te boren voor infrastructurele voorzieningen, die er na de besluitvorming over de structuurvisie moeten komen. Voorzitter, ik lees daaruit, dat het college punt 1 toezegt juli a.s. met ee: voorstel te komen hoe invulling gegeven kan worden aan de vraag deze rererve te activeren en punt 2 dat we vandaag het principebesluit nemen dat we tot activering van deze reserve in enigerlei vorm zullen overgaan, waarbij de Raad uiteraard geheel vrij is het "hoe-voorstel" straks aan te nemen, te verwerpen, of te wijzigen. Mijn eerste vraag is, kan het college bevestigen dat ik het voorstel zo goed lees. Als dat zo is, stemt mijn fractie van harte met dit voorstel in. Mijn tweede vraag heeft betrekking op de tweede nieuwe reserve die u wilt instellen, de structuurverbeteringsreserve. Tot dusver kwamen incidenteel ontstane overschotten op de algemene reserve beschikbaar als incidenteel te besteden. Het blijkt dat die overschotten één tot enkele miljoenen kunnen bedragen. En dan dreigt het voor Sinterklaas spelen. Het is daarom een goed voorstel ook dit geld, in elk geval voor een belangrijk deel aan te wenden voor noodzakelijke investeringen. De wijze waarop u dat wilde doen hield in dat eerst 30% gespaard werd, en de constructie is niet echt helder en door zichtig. Daarom hadden wij moeite met de uitvoeringswijze van dit voorstel. Hoewel de constructie vereenvoudigd is door zowel voor het annuïtair afbreke van het overschot als voor de daaruit te financieren investeringen hetzelfde rentepercentage te gebruiken, echt eenvoudiger is het er niet door geworden. Toch willen wij uw keuze voor deze uitwerking respecteren omdat met de jaarlijks vrijvallende rentelasten zo geleidelijk aan het gat gedicht kan worden dat ontstaan is als gevolg van het vervroegd afschrijven in het verleden. Bovendien is het besparingselement in uw voorstel door de prakti sche uitwerking die u er aan hebt gegeven blijkens de voorjaarsnota en uw voorstel in bijlage 2 blz. 1 vrijwel geheel verdwenen. U besteedt dan 3* voor structurele activiteiten en 3/4 voor dekking van de kaptitaallasten. Zoals uit de toepassing van de voorjaarsnota blijkt, zijn de kaptitaalslasten het eerste jaar slechts een fractie van de daarop volgende jaren. Het verschil dient daar dan ter dekking van incidentele uitgaven. Zo toegepast lijkt dat een goede oplossing, omdat anders bronnen voor incidenteel benodigd geld geheel dreigen op te drogen en zonder voor Sinterklaas te spelen leert de ervaring dat er vaak gerechtvaardigde incidentele wensen zijn. Mijn vraag i- uitgaven en dekking zijn met elkaar in evenwicht, als de investeringen een gewogen gemiddelde looptijd hebben van 20 jaar, als die h, 3/4 verhouding tussen activiteiten {eerste jaar dus ook incidenteel) en investeringen ook gerealiseerd worden. Bij andere looptijden en verhoudingen kan er meer bespaard worden en zelfs ontsparen optreden. De helderheid gebiedt dat die 9' i: a w, n< D; 1 k v 9' d N o 9 a r s M 1 d d H n b d w w h n z d e o o li bi a li ti Cl hi ei VI O: 0

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1992 | | pagina 97