n 27 mei 1993 - 10 Heer ZWAANENBURG (CDA) Voorzitter, uw antwoorden zijn bijzonder duidelijk, maar -zeker wat betreft de eerste vragen- tot mijn grote spijt bijzonder teleurstellend. Ik ben zelfs ietwat onthutst. Ik meen mij te herinneren dat wij tijdens de commissievergadering a.b.z. in duidelijke meerderheid hebben geadviseerd om het werk te bevriezen. Zelf heb ik erop gewezen en uw bezwaren voor behandeling onderschreven, dat het die avond niet aan de orde zou zijn om over technische details en dergelijke te spreken. Dat hebben we dan ook verder niet gedaan. Maar wel hebben we herhaaldelijk gesteld: gaat u naar het college, wij vragen u om het werk te bevriezen en dan spreken we daar verder over in de commissie, waar het ook thuishoort. Ik weet niet beter of u bent ermee akkoord gegaan om dat in het college over te brengen. Het woord "bevriezen" is die avond verscheidene malen genoemd. En mocht ik van mijn collega-raadsleden die die avond aanwezig waren, horen dat ik mij vergis, dan moeten ze dat volstrekt duidelijk doen, dan heb ik mij vergist. Maar dat antwoord wil ik dan toch graag weten. Ik blijf vooralsnog volhouden dat we die avond zeer nadrukkelijk in meerderheid de wens tot bevriezing hebben uitgesproken. We hebben het bijzonder betreurd dat het niet gebeurd is, wat ook blijkt uit uw beantwoording. Een beantwoording, die verder correct is, maar dat staat op dit moment niet ter discussie. Voorzitter, ik wil het voorlopig even hierbij laten, want ik wacht eerst met belangstelling af wat college-commissieleden vinden van mijn opmerkingen. Mevrouw VAN ECK (D66)Voorzitter, ik was die avond aanwezig bij de commissievergadering van a.b.z. Het onderwerp drempels is inderdaad ter sprake gebracht door de heer Zwaanenburg. Ik meen dat u toen verwezen hebt naar de geëigende commissie, zijnde de commissie milieu en verkeer, en dat er toen geen besluit gevallen is over al niet stopzetten van het werk. Dat besluit is pas gevallen in de commissie verkeer en milieu. Heer BOERKOEL (PvdA)Ik was daar ook bij en ik lees even punt 3c van het verslag -over het verslag van a.b.z. komen we nog te spreken- want dat ging over het hoofdstuk van de reorganisatie van de politie, daar waar mevrouw Timmers aanwezig was als lid van het Openbaar Ministerie. Niets van de discussie die toen ontspon over wat mevrouw Blommers naar voren bracht en wat de heer Zwaanenburg naar voren brachtDe heer Zwaanenburg had het bij de rondvraag willen doen, maar het feit dat het Openbaar Ministerie aanwezig was, was voor mevrouw Blommers aanleiding om vragen te stellen. Toen is naar mijn mening gevraagd aan u, zowel door mevrouw Blommers als door de heer Zwaanenburg om dat mee te nemen naar het college van de dag daarna en is er inderdaad gesproken over de bevriezing en de inhoudelijke discussie daarover dan verder te voeren in de commissie. Uw antwoord was mijns inziens daarop inderdaad dat de inhoudelijke discussie in verkeer aan de orde moest komen. Ik kan mij niet herinneren of u ook toegezegd hebt in het college te zeggen dat het bevroren moest worden, maar ik weet wel dat de discussie op die manier gevoerd is. Heer PLOMP (WD)Voorzitter, wat betreft de discussie in a.b.z, waar ik ook bij was, ben ik het geheel eens met de vorige spreker. Ik herinner mij niet dat er door u een toezegging is gedaan met betrekking tot het bespreken van de zaak in het college, maar wel degelijk is in a.b.z. het woord "bevriezen" gevallen Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, de heer Zwaanenburg is niet alleen vanavond onthutst, hij was ook tijdens de afgelopen vergadering van a.b.z. erg onthutst, omdat mevrouw Blommers hem toen inderdaad voor was met vragen te stellen over de drempels. Heer ZWAANENBURG (CDA)Dat is hier helemaal niet aan de orde, voorzitter. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Nou, u begon net zelf dat u aan de orde had gesteld... Ik denk, ik zal deze opmerking even plaatsen. Voorzitter, u hebt niet gezegd dat u de bevriezing aan de orde zou stellen in het college. U hebt gezegd dat de inhoudelijke discussie gevoerd moest worden in de desbetreffende commissie en dat u de opmerkingen over zou brengen aan de portefeuillehouder. Dat is wat mij bij is gebleven.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 101