17 juni 1993
- 4
ik al constateerde, zo langzamerhand krijgen wij het idee dat het CDA zich
helemaal weinig van de zaak aantrekt, ze rekenen gewoon zes plus acht is
veertien, dus dat is meer dan de helft van de raad. Op die manier proberen ze
allerlei dingen voor elkaar te krijgen, waarbij ik echt het idee heb dat het
niet in overeenstemming is met het collegebeleid. Diep treurig vind ik het.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik wil heel kort vragen aan de heer
Witte wie hij hiervoor vraagt om op te reageren, de raadsfracties of de
wethouder?
Heer WITTE (GGS)Ik vraag het aan het college. Ik zeg al een paar keer dat
ik vind dat het college in eerste instantie aansprakelijk is voor het beleid
in die zin, dat als de collegeleden beleid uitzetten, dat ze zich moeten
realiseren dat je daar een raakvlak voor nodig hebt. Het college is ook in
eerste instantie degene die kan controleren of dat draagvlak er is bij hun
eigen fracties. Als dat niet gebeurt en je gaat dan op deze manier met
allerlei maatregelen om, denk ik dat je de politieke zaak in Soest behoor
lijke schade berokkent. Dit kan niet, dit begrijpt ook niemand meer. De ene
keer dit, de volgende keer weer anders en dan nog een keer anders. Ik vind
met name de collegepartijen, maar in eerste instantie het college daarvoor
aansprakelijk
Heer ZWAANENBURG (CDA) Voorzitter, ik ben wat verrast door het betoog van de
heer Witte en als ik zeg wat, dan druk mij erg voorzichtig uit. Ik ben totaal
verrast. De vragen met betrekking tot deze interpellatie -in feite één vraag-
die laat aan duidelijkheid niets te wensen over. In het betoog van de heer
Witte komen een heleboel andere zaken naar voren, die hem eigenlijk ook nog
een beetje het recht geven om kritiek te leveren op de wethouder met
betrekking tot de antwoorden. Maar die antwoorden hoefden niet gegeven te
worden met betrekking tot de vragen in de interpellatie. Hij is niet
duidelijk. Waar gaat het om? In mijn reactie wil ik mij ook beperken tot de
vragen in de interpellatie, die betreffen de verkeersdrempels.
Voorzitter, ik kan daar duidelijk over zijn. De heer Witte heeft gereageerd
naar aanleiding van de a.bz-vergadering waarin dit punt aan de orde is
geweest. U hebt toen gemeend een verklaring te moeten geven voor het besluit
met betrekking tot de verkeersdrempels. Dat werd zo niet door de meerderheid,
dan toch de grootste meerderheid van de commissie toen onderschreven. Ik heb
dat toen ook duidelijk gesteld. Als het college -ook dit heb ik eerder gezegd
in de commissie waarnaar u verwezen hebt- toen gehandeld had naar hetgeen in
de commissie a.b.z. nadrukkelijk was gevraagd, dan waren de problemen tot eer.
minimum beperkt gebleven. In de commissie milieu en verkeer hebben we daar
uitvoerig over gesproken en overeenkomstig is toen besloten zoals toen
besloten is. Ik begrijp niet waarom nu die bezwaren komen. Er is geen sprake
van zwalkend beleid, er is geen sprake van kapitaalvernietiging, er is geen
sprake van onduidelijkheid. Er is gewoon gereageerd zoals gereageerd had
moeten worden. En meer wil ik er niet over zeggen, voorzitter.
Heer WITTE (GGS)Voorzitter, hoe noemt de heer Zwaanenburg het als je eerst
besluit tot het aanleggen van drempels, ze vervolgens wijzigt en ze tenslotte
weer egaliseert? Dat noemt hij geen zwalken, dat noemt hij duidelijk
Heer ZWAANENBURG (CDA)Mag ik daarop reageren, voorzitter? U vergeet de
juistheid van de volgorde, mijnheer Witte. Voorzitter, er is in de
desbetreffende commissievergadering verzocht aan het college om de
problematiek met betrekking tot de uitvoering van milieuvriendelijke en
verkeersvriendelijke verkeersdrempels te bevriezen. Dat is niet gebeurd.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, ik geloof dat de heer Zwaanenburg,
die toch zoveel ervaring heeft, nog steeds niet begrijpt dat het college
geïnterpelleerd wordt en niet de heer Zwaanenburg.
VOORZITTER: Maar u vraagt anderszins een reactie van de heer Zwaanenburg.
Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, ik kan me voorstellen dat het CDA in de
persoon van de heer Zwaanenburg zegt: ik ga alleen op het drempelverhaal in.
Dat kan ik mij heel goed begrijpen, gezien de houding van het CDA in de
H
d
k
w,
h
P
D,
u
b
z
H'
Mi
Si
P-'
Pi
di
2.
ti
O'
ti
ii
bi
ei
bi
di