18 februari 1993 - 10 - Heer WITTE (GGS)Voorzitter, ik zag in dat rapport van Oranjewoud staan één van de conclusies, die ook is doorgesproken met de provincie: "Om elke risico uit te sluiten wordt geadviseerd het grondwater niet te gebruiken voor het besproeien van gewassen of te gebruiken als drinkwater voor paarden en dergelijke." Ik denk dat als dat zo is, dat we dan toch nog eens even een nader onderzoek moeten plegen. Er wordt wel heel kort door de bocht over gesproken dat er van nature arseen in veengrond kan zitten, maar er staat wel een C-waarde die behoorlijk wordt overschreden. Er zijn twee verschillende methodes gebruikt om te meten en dan zou daar gewoon uit moeten komen dat het in bepaalde gevallen wel in orde is. Dus wij zouden het prettig vinden als er verder onderzoek gedaan wordt. Er is nog een punt, daar in de buurt ligt het grondwaterbeschermingsgebied. Dat is daar een paar honderd meter vandaan. Ik denk toch dat het van belang is om de stroomrichting te bekijken van het grondwater om te bezien of het niet toch enig gevaar indirect kan betekenen voor de volksgezondheid. Heer VAN LOGTENSTEIN (CDA)Voorzitter, wij hadden dit voorstel aangenomen als er geen mededeling was geweest en we zullen het nu alsnog wel doen, maar ik denk dat het verstandig is dat er absolute duidelijkheid is over hetgeen zojuist over tafel gekomen is. Hetgeen ter inzage lag liet weten dat er een arseenhoeveelheid in het grondwater aanwezig is, maar er staat uitdrukkelijk in het rapport dat dat niet van externe oorsprong hoeft te zijn. Van nature zou dat in grote concentratie daar aanwezig kunnen zijn. Laten we er geen misverstand over hebben, want dat zouden we met dit soort zaken niet willen hebben. Indien er aanwijzingen zijn dat het rapport onjuistheden vermeldt, of dat de oorsprong van de verontreiniging anderszins is dan van nature, dan denk ik dat u er verstandig aan doet om dit raadsbesluit alsnog niet aan te nemen, want dan moeten we eerst een oplossing hebben, of we moeten een voorwaardelijk besluit nemen, zodanig dat we pas, nadat er duidelijkheid is ontstaan, die transactie doorzetten. Ik wil u er overigens op wijzen en u vragen om in de toekomst Wij hebben namelijk een fantastisch leuk besluit genomen een tijd geleden over verkoop van grond en aankoop van grond, waarbij een standaardprocedure ten aanzien van vervuiling is opgesteld. Dat is raadbreed aangenomen. Ik zou u eigenlijk willen vragen -ik miste dat al een paar maal- dat wij bij koop- en verkoopcontracten verwijzen naar dat gedateerde stuk. Dan hoeven wij al die termen en al die kretelogieën niet meer op te nemen, dan verwijzen wij gewoon naar een gemeentelijk besluit ten aanzien van koop en verkoop van grond dat daarop van toepassing is. Mevrouw TOMASSEN (PS)Voorzitter, het lijkt mij toch verstandig om dit raadsvoorstel aan te houden en geen voorlopig besluit of zo te nemen. Ik denk dat er een nader onderzoek moet komen en ik denk dat er dan waarschijnlijk een nieuw contract uitkomt. Ze zitten daar in een waterwingebied en ik denk dat we geen enkele verontreiniging kunnen toestaan. Heer EBBERS (WD)Voorzitter, ik onderschrijf graag de woorden van mevrouw Tomassen. Ik zou er ook de voorkeur aan geven om een juiste gedachtenbepaling te kunnen geven, dat het voorstel een maand aangehouden wordt, als dat tenminste kan. Formeel staat er dat op 1 maart de pachttermijn verloopt, maar ik kan mij voorstellen dat het uitstel van een maand wel zou kunnen velen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, ik sluit mij daar ook bij aan, vooral omdat binnen het geheel niet duidelijk is geworden wat de verplaatsings- mogelijkheden van dat water zijn. Op een bepaalde afstand van een waterwingebied, waar dus water onttrokken wordt voor een deel, deze gevaarlijke stof vinden, of die nu natuurlijk aanwezig is of niet natuurlijk aanwezig is, het blijft even gevaarlijk, meen ik. We moeten dus kijken welke beweging er eventueel in de grond zit en wat het betekent, of het wel gelokaliseerd moet worden, opgeruimd moet worden, of niet. Dat is mij niet duidelijk geworden. Dus ik zou ook die duidelijkheid eerst willen hebben, voordat we hier een besluit over nemen. Heer JANSEN (D66)Voorzitter, twee opmerkingen. De eerste opmerking is dat ik meen dat dit al een herbemonstering was, dat er al een eerder onderzoek was en op grond daarvan er opnieuw gekeken is en dat er niet wezenlijk een andere uitkomst kwam. Dus als er voor een derde keer een monster genomen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1993 | | pagina 19