11 oktober 1993
- 35 -
Wethouder VISSER: Nee, het bedrag is helemaal niet bekend. Ik heb in mijn
eerste instantie gezegd dat ik afgesproken heb met de heer Lighthart van de
kabeltekst om opnieuw een offerte te maken om nog eens te bekijken hoeveel de
dingen kosten, om bij de commissie r.o. uit te leggen hoe het allemaal in
elkaar zit, wat kan en wat niet kan. Dat heb ik toegezegd en zo gaat het ook
gebeuren. Maar om nu al een bedrag te noemen dat dan volkomen uit de lucht is
gegrepen, waar u beslist iets niet aan op mag hangen? We kennen dat bedrag
namelijk nog niet, voorzitter.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik dan aan wethouder Visser
vragen, als hij het bedrag niet kent, maar zijn ambtenaren wel, dat hij dat
dan morgen gewoon even aan zijn ambtenaar vraagt? Dan kunnen wij het daarna
ook weten. Als die ambtenaar een onwaarheid heeft gesproken naar mevrouw
Blommers, is dat heel stom van die ambtenaar.
Wethouder VISSER: Dat vind ik nou weer een uitspraak, voorzitter.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik zegt "als". U moet luisteren naar wat ik zeg. Als
dat zo is, dan vind ik dat niet zo slim.
Wethouder VISSER: Ik ben niet bij dat gesprek geweest tussen mevrouw Blommers
en die ambtenaar en mevrouw Blommers loopt zo vaak langs mijn open deur
zonder gedag te zeggen, dat ze toch minstens even binnen kan komen om te
vragen of het klopt. Dat heeft ze niet gedaan.
VOORZITTER: Wilt u even de vraag van de heer Boerkoel beantwoorden?
Wethouder VISSER: We zullen het morgen even nagaan, mijnheer Boerkoel.
Dan blijft er nog één vraag over, voorzitter, over het Soester natuurbad.
Mevrouw Blommers wil precies weten wat er de afgelopen drie jaar gebeurd is.
Ik heb wat dingen genoemd: het slopen, het opschonen, de ernstige ziekte van
zijn compagnon. En verder heeft de heer Taphoorn ons niet verteld wat precies
de oorzaak is van het oponthoud. Wij hebben de bouwvergunning afgegeven, de
provincie heeft geen bezwaar getoond en dan ligt de bal bij de bouwer. Waarom
er drie jaar nog niet gebouwd is? Ik kan u alleen maar zeggen dat hij ons
gemeld heeft dat hij nu is gaan bouwen, maar er worden ook allerlei
vraagtekens achter gezet van: ja, het schijnt dit, of het lijkt erop, of ik
weet niet -zoals de heer Witte zegt- wat er precies gaat gebeuren. Ik wil,
mijnheer Witte, de bouwtekeningen nog wel eens voor u ter inzage leggen, dan
kunt u ook precies zien hoe groot en waar het badje precies komt. Maar wij
weten echt nog niet wat er precies gaat gebeuren. Wij hebben alleen maar
signalen dat hij nu bezig is en verder zijn het geruchten, denk ik, zoals er
zo vaak geruchten zijn over verkoop
Heer BLAAUW (WD)Voorzitter, mag ik de heer Visser een vraag stellen? Als
iemand een bouwvergunning indient, dan krijgt hij daar wel of geen
toestemming op. In dit geval dus wel. Dan staat er toch altijd in -tenminste,
toen ik mijn huis bouwde was dat erg stringent- binnen een jaar moet u
beginnen en binnen twee jaar moet het klaar zijn, anders worden wij boos. Of
woorden van die strekking. Heeft de heer Taphoorn dat niet gehad?
Wethouder VISSER: Nee. Volgens mij staat dat niet in zijn bouwvergunning.
Heer BLAAUW (WD)Dan is hij extra begunstigd door het college.
Heer VAN DEN DEIJSSEL (GGS)De heer Visser heeft het over bouwplannen. Zijn
dat de gewijzigde?
Wethouder VISSER: Nee, dat zijn de oorspronkelijke bouwplannen die
goedgekeurd zijn door ons en waarop hij mag bouwen. We zullen ze nog een keer
ter inzage leggen, als u daarom vraagt.
Heer BOERKOEL (PvdA): Mijnheer de voorzitter, ik begrijp toch iets niet. Dat
de WD graag wil dat Taphoorn begint, dat begrijp ik. Dat het CDA dat wil,
begrijp ik ook, zij waren toen een voorstander. Dat Gemeentebelangen Groen
Soest wil dat daar gebouwd gaat worden, dat begrijp ik helemaal niet. Daar